het Plein , vroeger door den Dichter on Staatsman-Con3TAHfi.nl Hui i i i e n s
^rffynmyd l*n 1’nu' f' o fi- j t& T lY eT /Y /*m •
Onder de fraaije gebouweiY-van vroegere dagen mögt men ook noe-
men de Logementen der onderscheidene steden. Dit waren hotels, in
welke de Afgevaardigden der steden , wanneer zij te ’s G r a v e r h a g e op
de vergadering der Slaten ter dagvaart waren, hunne vertrekken had-
den. Zoo had men het Logement van Ams terdam, thans het
Palei s van den P r in s van Oranje ; het Logement van Dordr
e cht , thans het De p a r t eme n t voor de kolonien , enz., van
welke sommigen in vorstelijke paleizen herscliapen zijn. Zij behoor-
den aan de steden toe, op wier kosten de Afgevaardigden aldaar ge-
huisvest werden. .
De Vl e e s c h h a l , aan de dagelijksche Groenmarkt, werd in het
jaar 1616 opgerigt, ter plaatse waar zij nu staat. Voorheen was
hier het Korenhuis , alsmede de Waag, en nog vroeger de Kajxel
van het St. Nikola a s -ga s thui s , gelijk het gebouw nog de ge-
daante van eene kapel gehouden heeft, en van een spits torentje
voorzien is. De ingang van de Groenmarkt, die als een voorportaal
wat uitsteekt, is van' hout gemaakt en van lateren tijd, met twee
pilasters ter zijde, waarop eene kroonlijst rust, en daarboven eene
spitse kap, waarin het wapen van VGravenhage wordt afgebeeld.
Hier zijn negen en dertig banken , welke jaarlijks , ten behoeve van
de stad wel tiea^ duizend gulden aan huur opbrengen, hetwelk
veel verschilt van vroegere tijden, waarvan getuigd wordt, dat de
huur van alle de banken toen op het meest maar twintig ponden
vlaamsch (honderd en twintig guldens) heboen mögen gelden. In
oude tijden verkochten ook vele Vleeschhouwers hun vleesch in de
voorpoorten van den Hove, en zelfs op de zaal van het Hof. ^ In het
begin der vorige eeuw is, ten Westen van deze Hai, een klein huisje
tot Penshal gemaakt. Te voren plagten de ingewanden, hoofden
en pooten der geslagte heesten, verkocht te worden ter wederzijde van
den ingang van de vleeschhal, in vaste huisjes of overdekte banken
en in kraampjes, daar tegenover opgerigt. Thans is de Penshal
sedert eenige jaren naar de Groote Markt verplaatst, zijnde de voorma-
lige Penshal, thans, even als de gewone hal> tot den verkoop van
goed vleesch ingerigt. S;
Er zijn te ’s G r a v e n d a g e twee Bolerhnizen, namelijk: het Groot-
Boterhui s en het Klein- of Stukkeh-Boterhui s . Het Groote
Bote rhui s , Staande op den Noord-Oosthoek van dePrinsegracht,
werd in het jaar 1681 gebouwd. Het is van binnen een fraai, Vierkant
gebouw, rondom overwelfd, rüstende op onderscheidene gemet-
selde bogen en pilaren, dienende tot staanplaats voor de landlieden, die
hier op de marktdagen hunne boter in vaatwerk te koop brengen. De
onderscheidene dorpen en plaatsen , van waar de zoo beroemde Holland-
sche boter aldaar wordt aangebragt, zoo als Delft, Wateringen , Naald-
wijk, enz., worden door houten bordjes aangewezen, zijnde iedere
boterboer verpligt daar uit te stallen , waar zijne woonplaats vermeld
Staat. Om hoog, in het midden van het gebouw, is eene koepel en
boven daaraan een glazen lantaarn , waardoor men op de gemelde stand-
plaats goed licht ontvangt. Het Kleine- of Stukken-Boterbuis
is eerst omstreeks de helft der achttiende eeuw gebouwd, op de Ire-
kelijksehe markt, en vertoont zieh van buiten vrij' aanzienlijk. ■ D®
gewone benaming geeft genoeg te kennen tot welk gebruik het geschik
is. Boven dit gebouw is de Loge d e r Yrymetsela ren.
Onder hetzelfde gewelf, ten Westen, van het Groot-Boterhuis afge-
scheiden door een houten hek, is ook de W a a g , in welke niet alleen
de boter, maar ook alle andere waren, welke der waag onderworpen zijn,
gewogen worden. Bij drukke tijden wordt ook wel het zuidergedeelte
van het Boterhuis gebruikt, om de goederen te wegen , waartoe een
Waagmeester is aangesteld, en hierloe behooren ook beeedigde arbei-
ders, die gewoonlijk boter- of waagkruijers genoemd worden. Voorheen
behoorde het regt van de waag aan het St. Nikolaas-gasthuis ,
volgens handvest van Hertög A e b r e c h t v a n B e i j e r e n , en de Regenten
lieten haar eerst door hunne eigene bedienden besturen en naderhand
verpachten. Vervolgens verkochten zij, in het jaar 1625, dit regt,
met de kapel van het gasthuis, aan de Regering van ’s G r a v e n h a g e .
Boven het voorste gedeelte van het Groot-Boterhuis en de Waag,
alsmede van een woonhuis, daarneven onder eenen gevel gebouwd,
welke dus te zamen , met twee groote ingangen of poorten en de ver-
dere sieraden van den voorgevel, een zeer fraai en aanzienlijk gebouw
vertoonen, vergadert de Broederschap der Apothekers of het Collegium
Pharmaceuticum , in eene ruime , langwerpige kamer , versierd met de
uitgelezendste zeldzaamheden van natuur en kunst; terwijl in hetzelfde
gebouw de keurkamer van goud- en zilverwerken gevonden wordt.
Op de Prinsegracht, wat verder naar het zuidwesten dan het Groote
Boterhuis, staat het, in 1662 gestichte , Ko r enhui s , in welksonderste
gedeelte alle Maandagen de korenmarkt gehouden wordt, waartoe eer-
tijds de kapel van St. Nicolaas gasthuis, nu de Vleeschhal bestemd was.
Dit gebouw rust van voren op 9 bogen, ondersteund door steenen pilaren
, tusschen welke de marktplaats, na het eindigen van den markt-
tijd , met fraaije ijzeren hekken wordt afgesloten. In het bovenste gedeelte
van dit gebouw heeft het kunstgenootschap van Pic tu r a ofde
Schilderknnst, zijne bijeenkomsten in vier vertrekken , waarvan het
grootste waardig is beschouwd te worden, om de heerlijke schilderstuk-
ken, die er gevonden worden. Hier worden de verkoopingen van schil-
derijen gehouden. In dit vertrek Staat ook eene 'glazen kast, vol kunst-
boeken in fraaije banden, bij het afsterven van deze en gene, tot
hunne gedachtenis, aan de kunstkamer vereerd. De andere kamers
dienen , zoo tot eene vergader'plaats van kunstschilders, als tot eene
teekenplaats en ten gebruike van den concierge van het Kunstgenootschap.
Het Tu c h th u i s of Spinhuis Staat insgelijks aan de noordzijde
van de Prinsegracht, nog verder zuidwestwaarts. Het is een groot
en zwaar gebouw, met eenen platten gevel, doch in het midden ge- , , /e
dekt met eene spitse kap. Het werd in het jaar 1661 voltrokken enis
thans met de stads Bank van Leening vergroot. Men treed er binnen
met eene opgaande stoep. Behalve dat het tot wering van ontucht,
ongeregeldheid en ter beteugeling van openbare ongebondenheid moet
dienen , strekt het ook tot eene gevangenis van zulke misdadigers , die,
bij vonnis van het Provinciaal Geregtshof van Zuid-Holland, den dood
of eene lijfstraffe te wachten hebhen.
Hier achter, aan de oostzijde was vroeger de Bank-van-Le e-
ning , werw'aarts men inging van de nabij gelegene Vctrkenmarht,
door eenen langen, krommen gang en eene poort, waarboven het oog-
merk van het gebouw en het jaartal der stichting, 1668 , te lezen stond.
Het stads Venduhuis of Verköopingshuis , waarin ook de
Kamer der Notarisse rx vergadert, is in de Nohelstraat; hetPos t -
kantoor, dat eertijds de woning van den Pastoor van St. Jakobskerk