L u tje -L o llum , Miedum, D o ijum , Kie, L a n k um en War.
In den Klokslag zijn begrepen het Y l i e t , ten westen van de stad,
en V ijfh u iz en en Z e v en h u iz en , ten oosten van F r a n e k e r , aan
de trekvaart naar Harlingen en Leeuwarden gelegen. Van de vroeger
in deze gemeente gelegene aanzienlijke statgn , mögen, als nog overig,
genoemd worden: G ro o t-L an k um van Mevr. de wed. B. R o d e n r h is
en S a lw e rd , de buitenplaats van den Heer F r e e r k D ir k s F’o n t e in ,
benevens S ja a rd am a , tusscheu Salwerd en de stad, ongeveer ter
plaatse, waar nog in de eerste helft der vijftiende eeuw bet kasteel
van dat geslacht beeilt gestaan ; R o o rd a b u rg , tusscben den Leeu-
warder trekvaart en Lutje-Lollum , is in de vorige eeuw, Klein-
L a n k um , zoo vermaard als de woonplaats van den beroemden Pe-
t r d s C a m p e r , voor weinige jaren gesloopt.
De stad was in vroegere eeuwen aanzienlijk als hoofdplaats en regts-
zetel van de Vijf Deelen , waarvan nog de gewoonte is overgebleven,
van de dijkbesturen dier deelen, om hier op het raadhuis hunne hjoofd-
vergaderingen te houden.
Deze gem. beslaat eene oppervlakte van 1723 bund. 73 v. r. 92 v. ell.,
telt 830 h., bewoond door 1182 huisgez., uitmakende eene bevolking
van ruim 3200 inw. Menvindt er 2 scheepstimmerwerven ; 3 steenbak-
kerijen ; 1 pottebakkerij ; 3 fabrijken van dakpannen en estrikken ; 5 sai-
jetfabrijken ; 2 wagenmakerijen; 1 houtzaagmolen , 1 pel- en 2 koren-
niolens.
De Herv., welke er 4000 in getal zijn, maken eene gem. u it, die
tot de klass. van Harlingen, ring vail Franeher, behoort, en door twee
Predikanten bediend wordt. De eerste, die alhier het leeraarambt
heeft waargenomen, is geweest J o ha nn e s A c r o n ih s , die in het jaar 1872
herwaarts kwam en in bet jaar 1873 weder moest vlugten. De Predikanten
worden beroepen door den kerkeraad, na bekomen hand-
opening van de Regering, aan welke het gedane beroep ook ter goed-
keuring moot aangeboden worden.
De Doopsgez., van welken men er 200 aantreft, maken er mede
eene gem. uit, welke tot de Eerste Masse der provincie Friesland behoort,
en door eenen Predikant bediend wordt.
De 3 Evang. Luth., en de eenige Herst. Evang. Luth., die er wo-
nen , hehooren tot de gem. van Harlingen.
De R. K., die er 900 in getal zijn , onder welke 700 communi-
canten , maken eene stat. u it, die lot het aartspr. van Friesland behoort
, en door eenen Pastoor bediend wordt.
De Isr., van welke men er ongeveer 30 aantreft, behooren tot dc
bijkerk te Harlingen.
Men telt in deze gem. 4 scholen, die door een gemiddeld getal van
820 leerlingen bezocht worden.
De stad F raneker ligt 4 u. W. van Leeuwarden en 2 u. O . van
Harlingen, zeer gelegen voor den handel in granen en veldproduc-
ten , aan de trekvaart van Leeuwarden naar Harlingen en de vaarten
naar Barradeel, het Bildt, Sneek en Bolsward ; terwijl de straatweg
van Leeuwarden naar Harlingen midden door de stad loopt. Zij is
de derde in rang onder de steden der provincie Friesland , bevat in den
omtrek een klein half uur gaans , beslaat binnen hare muren eene oppervlakte
van 30 bund. 17 v. r. 94 v. ell. en telt 637 h., bewoond
door 838 huisgez., uitmakende eene bevolking van ruim 3800 inwo-
ners. Het is eene oude stad, welke in het jaar 1191 , reeds stadsreg-
ten had.
Eenige uitspringende hoeken, vooral in het Noordweslen , en in het
Zuidoosten uitgezonderd ^ is de gedaante genocgzaam eirond. De stad
heeft nimmer eenig geregeld bolwerk gehad, behalve in het Oosten aan
de Oosterpoort, en een ravelijn vöör de Noorderpoort, zoodat zij ge-
noegzaam zonder eenige verdediging was , des niettegenstaande heeft zij
echter, in het begin der zestiende eeuw, eene strenge belegering uitge-
staan. Zij heeft voorts drie land- en vier waterpoorten. De O o ste rpoort
of D y k s te rp o o rt, weleer voorzien van eenen hoogen ronden
toren, is in de noordelijke flank *Bet eenigste bolwerk der stad , liegende
daar eene lange valbrug over de gracht. De W e s te rp o o r t is
in het zuidwesten der stad, aan den Harlinger straatweg, en had weleer
twee valbruggen, doch thans maar eene vaste brug. De N o o rd e rp o o rt
in het noordwesten , en in het midden der vorige eeuw, geheel nieuw ,
in den Ionischen smaak opgebouwd, is in 1842 afgebroken. Uit deze
komt men in het ravelijn en van daar over eene valbrug en eene fraaije
steenen brug, door een kostbaar ijzeren hek, ter wederzijden draaijende
in twee zware netgewerkte zuilen van blaauwen steen, op den rijweg
naar Dongjum. Niet ver van de O o ste rp o o rt Staat in den stadswal
een oude toren met eenen zwaren pijnappel, de B u isk o o l genoemd,
aan welke de Le euwa rder W a te rp o o r t is gebouwd. Verder noord-
waarts had men vroeger de Do n g jume r W a te rp o o r t, met twee
ouderwetsche zeskante torens. Thans ligt daar eene eenvoudige brug
over de uitvaart naar Dongjum. Verder wcstwaarts stond in den wal
een oude dikke toren , dienende tot een stads-kruid- en amunitie-huis j
niet verre van daar, even voorbij de Noorderpoort, had men de Sex-
b ie rum e rW a te rp o o r t, beide afgebroken en de laatstedoor eene brug
vervangen. Bij de Westerpoort is de H a rlin g e r W a te rp o o r t, bo-
ven welke men voorheen aan den buitenkant, het volgende versje las :
U r b s h s c e s t C h r is t o , p a c i m ü s isq u e s a c r a t a ;
E rg o bonos t a n t i jm , non c u p it i l i a m a l o s .
(d.i. Deze stad is aan Christus, aan den vrede en de muzen gewijd ;
daarom begünstigt zij zeer den goeden , doch niet den kwaden). Tus-
schen deze poort en het oostelijke ravelijn zag men weleer nog twee ouderwetsche
, doch half afgebrokene torens, welke thans geheel gesloopt
zijn. Tusschen de Noorder- en Westerpoort springt de wal, met eene on-
regelmatige cirkeltrek, uitwaarts , en sluit een stuk weiland in , dat
weleer een diepe vijver was, in het midden van welke het beroemde
S ja a rd am a S lo t , uit het water -was opgehaald.
De ligging der stad is zeer behagelijk. Van den wal af ziet men
rondom in eene uitmuntende landouw, terwijl de met vee als bezaaide
velden, hetoog bekooren eneen heerlijk gezigt opleveren. De stad is
van binnen doorsneden met wateren , doch welke uitboofde van de na-
bijheid der zee, als stroomende van Harlingen door F r a n e k e r , soms
brak zijn. Een aantal bruggen of steenen pijpen zijn voor de ge-
meenschap der onderscheidene buurten noodzakelijk, waarom er dan
ook twintig gevonden worden. In het jaar 1 6 6 8 had op eene dier
bruggen een aanmerkelijk geval plaats. . De Veldmaarschalk Graaf
J o r a n M a x i r i t s v a n N a s s a u , destijds terugkeerende van de begrafenis
des Frieschen Stadhouders W i e l e m F b e d e r i k , had het ongeluk, door
het breken daarvan, in het water tevallen, en w e r d met moeite gcred.
Deze brug draagt na dit voorval nog den naam van M a u ritsb ru g .
Men houdt te F r a n e k e r twee jaarmarkten, eene in Julij en eene in
October. Er zijn koemarkten , in Mei en November, en eene paar-
denmarkt in October.