Hooghof, aau de Aftéritraát uitkomende, inet onderscheidene inkom-
sten, ten einde daarm zes arme weduwen van kost en kleeding te
voorzien. Thans bevat dit gebouw woningen voor acht weduwen en
Staat, met zijne inkomstcn , onder het beheer van twee aanzienlijke
jurgers, die Besjesvaders genaamd worden. — Ook is er een Diako-
n ie a rm e n h u is , het Veghénhofje genaamd, op de Schuttorens-
plaatze, waarin arme familien worden opgenomen, welke door de Diakonie
bedeeld worden.
Voorheen was hier nog een Burger-wceshuis, waartoe, in het jaar
1883, het Sch ip lu id en g ild eh u is in de Kerkstraat werd ingerigt.
Het was een deftig gebouw, dat vele goederen bezat, bestuurd
wordende door vier Weesmeesters, die doorgaans uit de stemgeregtig-
den gekozen werden, hetwelk thans echter tot een Ih s titu u t en La-
tijn sch e school gebezigd wordt. Almede was hier vroeger een Gast-
h u is , het H e ilig e g e e s t-g a s th u is genoemd , hetwelk in het jaar
1338, met vergunning van J ohannes van D ie s t , den vijf en veertigsten
Bisschop van Utrecht, gesticht was en diende om er kranken in opte
nemen, terwijl de Bisschop tevens verleend had, dat men er eenen
bekwamen Priester instelde, met de gunst, om er op eenen afzonder-
lijken altaarsteen misse te mögen doen. Dit gebouw is in het jaar 1830
tot eene school en onderwijzerswoning ingerigt. Nog bestond e r , in
het jaar 1442, op de Eketer-JFijk, in de stads vrijheid, een Lepro-
zenbuis.
Onder de wetenschapelijke inrigtingen teilen wij : het I n s t i tu u t
van Opvoeding en Onderwijs, van wijlen den Luitenant-Admiraal
van K insbergen, in 1806 daargesteld, in het gebouw, vroeger aan het
Schippersgild beboord hebbende , in welk aanzienlijk, in 1841 weder
vergroot en verbeterd gebouw, door éen Hoofdonderwijzer, één Rector
en zeven Hulponderwijzers, aan een getal van ruim 40 leerlingen
(welke voor elken stand der maatschappij : voor hoogeschool, militaire
akademie, het koninklijke instituut voor de marine of voor den koop-
handel, worden opgeleid) onderwijs gegeven wordt; alwaar eene'keu-
rige boekerij, eene kostbare verzameling van natuurkundige instrumenten
, gevoegd bij eene zeer aanzienlijke ondersteuning, jaarlijks,
deels uit stedelijke fondsen , deels uit de nalatenschap van den Stich-
ter verstrekt, ’zeer vele hulpmiddelen oplcveren , welke het instituut
verre boven de meeste instellingen van dien aa*d vooruit heeft. De
stichting staat daarbij onder het toezigt van Bestuurders, deels door
Heeren Administrateuren der nalatenschap van den Stichler, deels door
de Regering der stad aangesteld. De eerste Hoofd-onderwijzer in dit
Instituut is geweest J ohannes T immerman , die in het jaar 1808 herwaarts
kwam en in bet jaar 1811 overleden is. E lburg bezit ook nog een
zeer bloeijend I n s titu u t voor jonge Ju fvrouwen j waar, in het
vroeger ook door den Luitenant-Admiraal van K insbergen , uit eigene
middelen gekocht en aan de stad vereerde gebouw, door ééne Hoofd-
onderhouderesse, vier Onderwijzers en drie Hulponderwijzeressen, aan
40 leerlingen onderwijs gegeven wordt. Deze mstelling Staat mede
onder het toezigt der voormelde Bestuurders. Voorts heeft men hier
twee schoien voor het lager onderwijs, waarvan de eene in de St.
A g n ie te n -k lo o s te rk e rk gehouden en gemiddeld door een getal
van 180 leerlingen bezocht wordt, en de andere in het voorm. H e iligen
geest-gas th u is , welke een gemiddeld getal van 140 leerlingen
uit de mindere klasse te lt, die tegen eene bijdrage van 8 cents iedere
week, onderwijs, alsmede de noodige schoolbehoeften genieten. Nog
zijii er twee Bewaarscholen , welke door ruim 60 kinderen bezocht
worden. — Vroeger had men te E lburg eene L a tijn s c b e s ch o o l,
waar door eenen Rector werd onderwijs gegeven; doch bij de oprigting
van het Instituut is de Latijnsche school, even als de Rector, aan
het Instituut verbonden, zoo dat zij thans een deel daarvan uitmaakt.
Ook is er een D e p a r tem e n t der M a a tsc h a p p ij: Tot Nut van
’t Algemeen, dat den 6 Mei 1808 opgerigt is en ruim 30 leden heeft;
alsmede eene Z an g v e re en ig in g , Cecilia genaamd , welke'den 1
April 1841 opgerigt is en omtrent 80 leden telt.
E lburg is de geboortepl. van den R eg tsg e lc e rd e J acobus W arnerius ,
geb. in 1867, + in Februarij 1622, na drie en twintig jarcn Hoogleeraar
in de Romeinsche wetten te Harderwijk te zijn geweest, en van
den L e tte r - en O u d h e id k u n d ig e E verhard F eith , f te Rochelle
in Frankrijk, omstreeks het jaar 1607, min of meer in -het dertigste
jaar zijns levens.
Den 16 Januarij 1362, woedde een hevige storm, welke torens en
vaste gebouwen ter nederwierp en de tot ongewone hoogte opgedrevene
golven uit de zee met geweld over de omgelegene velden joeg ; hetwelk
aanleiding gaf tot de vernieuwing en bevestigiftg van het dijkregt
van de Erkemede. enz., door Hertog E duard , op den 8 April daaraan-
vojgende.
In 1367, woedde er weder een verschrikkelijke orkaan , waardoor huizen
en kasteelen vernield werden en waardoor ook het kasteel Nijenbeek, des-
tijds ten N. van de Oude Haven, aan de Zuiderzee, binnen de Clofte
van Elburg gelegen , door de zee is verslonden geworden.
In 1424, heeft J ohan H evnensoen , Schout te Amsterdam, op eene
dagvaart te E lburg het verdrag helpen tot stand brengen , waarbij de
Friezen Hertog J an van B eijeren voor Heer zouden erkennen.
E lburg hield , in den langdurigen twist tusschen Arnold , Hertog van
Gelder, en zijnen zoon A do l f , de zijde des laatsten. Niet lang na A dolfs
dood verklaarde de stad zieh voor het huis van B ourgondiä , doch zij
werd in 1480 door de Zutphensche bezetting ingenomen , vele der bürgeren
, en onder dezen ook A rend ih o e B oecop , werden medegevoerd en
de laatste moest zieh voor zwaar geld lossen , waartoe zelfs zijne juweelen
en geldmiddelen niet voldoende waren; doch die van Kämpen bleven
voor de overige gevorderde penningen borg. Sedert geraakte E lburg
onder het bestuur van de Hertogen van Saxen. K a r e l , Hertog van Gelder
, maakte er zieh in 1498 meester van. In het verdrag , dat in 1808 _
tusschen hem en F ilips I , Koning van Spanje, gesloten werd , bedong
men, dat F ilips onder andere steden ook E lburg bebouden zou, even-
wel bleef de stad niet in zijne magt.
In 1822 werden die van E lburg verdacht gehouden, aangespannen te
hebben met zekeren D owna , die men beschuldigde, dat hij van zins was
Harderwijk, Hattern en E lburg in handen van K arelJV . televe.ren.
Wanneer in het jaar 1828, na het overgaan van Hasselt, die van
E lburg in geen geringe verlegenheid waren , verzochten zij van hunnen
Vorst te mögen weten, wat hen in deze hagchelijke omslandigheid te
doen stond. Doch K arel , bun niet te gemoet kunnende komen , raadde
hun de beste voorwaarden, die zij konden , te bedingen, hierop gaven
zij zieh aanstonds over aan de bescheidenheid van F’loris van E gmond',
Graaf van Buren, wegens Keizer K arel , Gouverneur in Gelderland , en
diens bezetting innamen; waarop gezegde Graaf totmeerdere versterking
dadelijk aan den noorder regthoek van den ringmuur een blokhuis bou-
wen liet, dat de S ch u tto ren genaamd werd.