die niet met geboomte voorzien zijn , tot de graanteelt dienen , t en
vooral tot het aankweeken van rogge , welke hier in groole memgte
wordt gewonnen , en doorgaans veertien dagen eerder tot rijpheid komt.
dan in Westergoo en Oostergoo. In het Zuiden van Wykel en in
het Zuid-oosten van Sondel vindt men goede weilanden omtrent
Takozijl, die in het jaar 1495, benevens Workum, nog de eemge
goede haven van Westergoo was, doch thans minder geschikt is voor
zware schepen. Bij deze zeesluis werd in het gemelde jaar een blokhuis
opgeworpen , door de Vetkoopers , tegen de bezetting van Fox, te Sloo-
ten , die zieh van deze haven zocht meester te maken j doch in het
vollende jaar werd de Groninger bezetting , die zieh daarop bevond , na
reeds vergeefs door de Sneekers, die het huis van Harinxma en
Slooten ingenomen hadden , belegerd tezijn geweest, door eenen zwaren
storm , genoodzaakt het ondermijnde gebouw te verlaten. De günstige
ligging, schoone natuurtafereelen en menigvuldige boschrijke oorden,
doen deze griet. met regt den naam van het Fhiesghe Lestoor» ge-
ven , en lokt dan ook jaarlijks menigeen derwaarts, die de sehoon-
heden der natimr wenscht te bewonderen.
Niettegenstaande de hooge ligging van Gaasterland , werd het door
den watervloed van 1825 hevig geteisterd. Omstreeks den middag van
den 4 liep het zeewater met geweld door en over de zeedijken , ach-
ter Ouderüirdum en Nieuweinirdum , en zette de daaraan grenzende
landen en gehachten, als: Huiteburen en de Hooibergen , al spoedig
zoo diep onder, dat de runderen tot den buik in het water stonden.
Men was genoodzaakt naar de zolders te vlugten en daar den nacht
door te brengen. Doch des middags.van den volgenden dag was de
vloed door de verspreiding aanmerkelijk gezakt en daarentegen tot
Sondel en Wykel doorgedrongen , waar zij , vooral ter laatstgemelde
plaats, mede in de huizen stond. De landen bij Rys , hoe hoog ook
gelegen , werden evenzeer door het zeewater overstroomd , ten gevolge
eener doorbraak , ’s namiddags van den 4 Februarij , in den zoogenaam-
den Zuidvensterdijk, welke , van Oudemirdum af, tot achter en
voorbij Mirns en Bakhuizen zeer gehavend was, hetwelk in het alge-
meen met den zeedijk , waarachter deze grietenij ligt, het geval was.
Yan zeer nadeclige gevolgen zoude deze doorbraak geweest zijn , zoo met
de boeren daaromstrecks alles in het werk gesteld hadden., om zulks
te voorkomen. Gedurende een geheel etmaal hebben sommigen tot aan
den middel in het water gestaan , en niet opgehouden stroo en zak-
ken, met steenen gevuld , in het gat te werpen, totdat zij hunne
standvastige pogingen met den gewenschten uitslag bekroond zagen.
Harich was de algemeene verzamelplaats van menschen en vee. Den
5 Februaiij was vooral de dag, waarop vele ongelukkigen met pramcn en
schuitjes uit de lager liggende streken aankwamen , en deels bij hunne
vrienden en bekenden, deels in de kerk en school gehuisvest en van
het noodige voorzien werden. Onder de hulp- en schuilplaats- behoe-
venden merkte men eene vrouw op, die kort te voren bevallen was
en in natte kleederen werd aangevoerd. Ongelukkig heeft zij het moe-
ten bestervcn ! Te Balk ontdekte men des morgens van den genocm-
den 4 Februarij den aanwas van het water. Het kwam met eenen ont-
zaggelijkcn spoed , van de Lemmer over Slooten aandringen. Wegens
de hooge ligging zijn slechts , aan het wesleinde, de menschen
genoodzaakt geweest, hunne huizen te verlaten of naar de zolders e
wijk te nemen tot zoolang dat het water , hetwelk in den nacht
tusschen den 4 en 5 Februarij op het hoogstc was , weder begon te
vallen. Ook hier is veel vee , gelijk mede vele menschen , die hunne
lager liggende woningen hebben moeten verlaten , uit de Wouddorpen
en Ypekolsga in het aangrenzend Wymbritseradeel gelegen , herbergzaam
opgenomen geworden. Er zijn bij dezen watervloed aldaar, behalve de
hier bovengemelde vrouw, geene menschen , ook geene hoornbecsten ,
maar alleen 50 scbapen , en wel te Oudemirdum, Nijemirdum , Sondel
en Wykel, omgekomen.
Het wapen van G a a s t e r l a n d bestaat in eenige regtop staande koornhal-
men en eenen loopenden haas.
GAASTER-NIEUWE-VAART , water, prov. Friesland, kw. Westergoo,
griet. Wonseradeel, dat uit het Feytemeer ontstaande, met eene Wes-
telijke rigting, naar het d. Gaast loopt, en aldaar tegen den Zeedijk
stuit.
GAASTER-VAR , meertje , prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet.
Doniawarstal, onmiddellijk aan den rijweg van Tjerkgaast en door dezen
afgescheiden van de H o y te -B r e k k e n , terwijl het met S lo o te r -V a r
in verbinding staat.
GAASTMABUREN, geh., uit eenig verspreid liggende boerenplaatsen
bestaande, prov. Friesland, kw. Oostergoo, griet. Tietjerksteradeel,
arr. en 2-j u. 0. ten Z. van Leeuwarden, kant. en J u. W. van
Bergum , \ u. Z, 0 . van Hardegaryp, waartoe het belioort.
GA ASTMEER, oudtijds G a s b e e r of G a sm ar , d., prov. Friesland,
kw. Westergoo, griet. Wymbritseradeel, arr., kant. en 2£ n. Z. W.van
Sneek aan het Piel , zijnde een inham der .Fljuessen. Men telt er ,
met de daaronder behoorende buurtjes O o s te r e n d , de W o u d b u -
ren en W e s te r e n d , 230 inw.. onder welke velen zieh op de pa-
lingvisscherij en handel toeleggen , zijnde de handel in die visch van
zoo veel belang, dat er jaarlijks van hier en het nabijgelegen Heeg,
meer dan drie maal honderd duizend Ned. ponden naar Engeland ver-
zonden worden.
De Herv., die hier wonen , behooren tot de gem. van Gaastmeer-
en-Nyehuizum, die hier eene kerk heeft, welke voor de Reformatie
100 Filipsguldens (270 guld.) opbragt; terwijl er eene vikarij van 60
Filipsguldens (162 guld.) was. Het is een klein langwerpig vierkant gebouw
, met eenen spitsen toren op het westeinde. In den westgevel
van de kerk , vindt men een gekroond adellijk wapen, waarönder dit
opschrift : » Jr. S. G. J. V. B. R e n g e r s , Heer van Oostbroek en
» Cammingburg, Grietman en Diekgraaf over Wimbritseradeel , Gede-
» puteerde ter vergaderinge van haar H. M. de Staten’Generaal der
» Yereenighde Nederlanden ende Hooghgeboren Vrouwe 0. A. Gravinne
» van W e l d e r e n etc. etc. 1752.” Dit jaargetal 1752 ziet hierop , dat
de scheefstaande stompe toren in dat jaar is afgebroken en door een
meuwe spitse vervangen , die in 1837 weder geheel vernieuwd i s ,
doch de spitse vorm heeft behouden. De kerk werd in 1812, inwendig,
aanzienlijk veranderd, de predikstocl uit het midden der kerk in
het oosteind geplaatst, de zolder die vlak of plat was, met een ver-
wulft verwijseld. j— Men heeft er eene dorpschool.
GAASTMEER (GROOTE-), meer, pro 's. Friesland, kw. Westergoo,
op de grenzen van de grietenijen Wymbritseradeel en Hemelumer-
Oldephaert-en-Noordwolde , W. van het d. Gaaslmeer. Het staat door
de Intjemasloot met het F ie l en ten W. door een slootje met het
Zandmeer in verbinding.
GAASTMEER-EN-NYEHUIZUM, kerk. gem., prov. Friesland, klass.
van Sneek, ring van Ylst.