GRIENDPOLDERTJE-ZUID-VAN-DE-POSTSLOOT, pold. in den
Biesbosch, prov. Noord-Braband. Zie G riendfoldertje.
GRIESSIE, resid., reg. en st. in Oost-Indie, op het Sundasche eil.
Java. Zie Grisse. , MfifMj
GRIESSIE (REEDE-YAN-), reede in Oost-Indie, op de kust van
liet Sandasclie e i l . Java. Zie G r is s e ( R e ed k - va* - ) .
GRIET of Grieth, liuurs. in de Lijmers, prov. Gelaerland, distr.
JJoesborg-en-Zevenaar, arr. en 5 u. 0. van^Arnhem, kant., gem. en
5 min. N. van Zevenaar; met 71 b. en 370 inw.
GRIETENIJ (DE KLEINE-), naam , welken men wel eens geeft aan de
„Viel jEngwirden, prov. Friesland, kw. Zevenwovden. Zie¿Engwirden.
8 GR1ETEN11EN - EN - STAD - SLOOTEN (DIJKSBESTÜUR-VAN-DE-
ZEVEN-) dijksbestuur, prov. Friesland, zieh uitstrekkende ^o\er de
prieteniien : D o n iaw a r s ta l, G a a s te r la n d , L em s te r la n d , Has-
k e r la n d , S c h o te r la n d , O p s te r la n d en iE n gw ird en , alsmede
over de st. Slooten. , .
Het vergadert beurtelings te Lemmer, te Tacozijl en op iluis-ter-
beide, en bestaat uit drie Dijkgraven, e e n e n Secretaris eenen Ont-
van.»er , twee Yolmagten nit Doniawarstal, twee uit Gaasterland,
twee uit Lemsterland, twee uit Haskerland, twee uit Schoterland,
twee uit Opsterland, twee uit jEngwitden en twee uit Slooten.
Dit dijksbestuur heeft sedert eenige jaren aanmcrkelijke verbetenn-
pen aan, de zeedijken, onder haar bebcer, tß weeg gebragt.
GRIETH, b u u r s . o p d e Lijmers, p ro v . Gelderland. Z ie Gr ie t .
GRIETJAN, d . in Oost-Indie, o p b e t Sundasche e il. Javaj r e s id .
^ I ^ d iT 'd . liadden zieh de muitelingeu, in November 1827 , onder
eenen neef van, K iay-M odjo , verzameld. De Ritmeester de S tudier
dit vernopicn hebbende, begaf zieh, als Kommandant der vierde mo-
biele kolonne , in den morgen van c’en 29 , met zijne Infanterie der-
waarts en bad het geluk hen te overvallen. Yijftien muitebngqn bleven
op de plaats liggen,. en de overige namen de vlugt, ¿1 stuks vee,
1 paard en eeni.o-e krissen aan de onzen acbterlatende.
G R1E TMANSRA K, w a te r , p ro v . Friesland, kw. Oostergoo, g rie t.
Smallingerland, d a t u i t d e Wijde-Fe v o o r tk om t, en z i e h , m e t eenen
w e s te lijk e n l o o p , in d e Kromme-Ee v e r lie s t. ,
GRIETPOLÜER, pold. in Bijnland, prov. Noord-Hotland, arr.
Amsterdam, kant. Nieuwer-Amstel, gem. Leymuiden-en-VrieseUop;
palende N. aan de Ringvaart van het droog te maken Haarlemmer-
meer, 0. aan den Vriesekoopsche-polder, Z. aan de Drecht, W. aan
de Oudewetering en het zoogenaamde Muizengat.
Deze pold., ivelke in bet jaar 1741 bedijkt is , beslaat, aan wei-,
hooi- of bouwland , eene oppervlakte van 96 bund. 40 v. r. 97 v. ell.,
en bevat eene boerenwoning; de overige landerijen zijn in kleinere
partiien in handen en gebruik van ondersebeidene personen. De pol-
der wordt bemalen door eenen watermolen , uitmalende op de DrecM
cn is ffecombineerd met den naastgelegeu Vriesekoopsche-polder,
bekend onder den naam van G rie t- e n Vriesekoopsche-polder,
wordende ook alzoo bestuurd en geadministreerd.
GRIEFIOEN, buit. op bet eil. Walcheren, prov. Zeeland, arr.,
kant., gem. en N. W. van Middelburg, aan den Singel, buiten de
eDezertbuitenpl. beslaat met de daartoe behoorende gronden, eene
oppervlakte van 3 bund. 3 v. r. 00 v. eil. en wordt thans in eigen*
dom bezeten door Jonkheer M. E. v a s V rede tb crcd , Slaatsraad,
Gouverneur van de prov. Zeeland , te Middelburg.
GRIFT (DE), riv. op de Velvwe, prov. Gelderland.
Zij onlstaat uit ondersebeidene, onder Apeldoorn zamengevloeide, bcek-
ies, welke in die zelfde gemeente, en voornamelijk onder ßechbergcn, uit
de Yeluwsclie bergen o:iispringen; zij doorsnijdt vervolgens , van het
Zuiden naar bet Noorden, de gemeente Epe en Heerde, en neemt
onder het sladsgebied van Haltern de vereenigde Groote We te ring
en Kle in e W e te rin g op, met welke zieh reeds vroeger de Nieuwe
W e te rin g en vele andere weteringen en lelgraven vereenigen. Dus
aangegroeid draagt zij den naam van de Streng en stört zieh beneden
Haltern in den lJssel.
Dit riviertje vormt, met de zieh daarm ontlastende weteringen ,
de waterlozing van den Veluwscken polder , en verstrekt alzoo , aan-
gezien deze waterleidingen steeds in goeden Staat onderhouden wörden ,
reeds uit dit oogpunt beschouwd , tot aanmerkelijk voordeel.
Tot in het jaar 1829 was dit riviertje niet bevaarbaar, maar steeds
werd de bevaarbaarheid voor de Veluwe in het algemeen, ter bevordering
van landbouw en fabrijken, zeer wenschelijk geacht. Reedsomsireeks het
midden der zeventiende eeuw w'erd hierover geraadpleegd; onder de regering
van Koning L o d ew u k is deze zaak verlevendigd, maar den 1 October
des jaars 1824 werd, bij een koninklijk besluit, vastgesteld, dat
de G r if t , vpn Apeldoorn af tot áán baren uitloop in den lJssel, zoude
worden bevaarbaar gemaakt. Onder de zwarigheden, welke daaraan
in den weg stonden, behoorde vooral het aanwezen van verschillende
papier- en andere molens, welke door de G r if t in beweging gebragt
worden, en, bij afleiding van water, noodwendig te niet zouden moe-
ten gaan. Bij het ontwerp , betwel1' in het jaar 1829 ten uitvoer is
gebragt, is deze zwarigbeid nit den weg geruimd. Diensvolgens zijn
tegen de hoogten nabij Beekbergen nieuwe bronnen of watersprongen
geopend, wier water door eene beck op een, längs de oostzijde der
G r if t , nieuw gegraven kanaal geleid wordt, betwelk aan den steen-
weg bij Apeldoorn eenen aanvang neemt en zieh eerst tegen over da
kerk van Heerde beneden den laagstliggenden molen, met de G r if t
vereenigt; v a il dit punt af is deels de G r if t zelve uitgediept en ver-
breed, deels hare kronkelingen door een nieuw kanaal afgesneden, en
verder af de Streng op de vereischte breedte cn diepte gebragt. Door
vrjf sebutsluizen , die op het kanaal gelegd zijn , können dagelijks meer
dan twintig schepen op- en afvaren; längs de oostzijde is een jaagpad
en eenen rijw’cg aangelegd, en door 22 nieuwe ophaalbruggen voor de
gemeensebap der wederzijdsche oevers gezorgd.
Alg emeen klaagt men over de ondiepte op het G riftkanaae van den
lJssel af tot aan de eerste sluis, betwclk des zomers veel belemme-
ring en oponthoud veroorzaakt , maar door eene zesde sluis op den
JJssel zeer goed te vevhelpen was.
Door elkander kan men berekenen , dat jaarlijks meer dan 700 schepen
het Griftkanaal bevaren. Er zijn twee vaste bcurtschepen , die van
Apeldoorn op Amsterdam, en één dat vandaar op Rotterdam vaart. Ook
is er eene trekschuit, voor pässagiers en goederen , tusschen Apeldoorn
en. Zwolle. De talrijké papiermolens cn de aanzienlijke koperpletfa-
brijken dezer streken, verzenden meest alle bunne goederen längs deze
vaart. Ook wordt de landbouw hierdoor zeer bevordert, door bet
vervoeren van hout, hooi, mest, koren, boter, enz»