en stoffen aan to koopen. Voorts heeft men er een Genootscl lap
van Moederlijke Weldadigheid, waarvan H. M. de Koningin
de beschermster is , gebende jaarlijkseene gratificatio van twee honderd
gulden; eene Vrouwen in r i g t i n g t e r b e v o rd e r in g van gods-
d i ens t ige kennis en hni s sel i jke we lva a r t onder de ge r ingere
volksklas se, opgerigt den lb October 1852, w.aartoe H. M.
de Eoningin jaarlijks honderd en vijftig gulden betaalt; eene com-
missie van spi j sui tde e l ing aan behoe f t igen, gedurende de
wintermaanden ; een Ze emans - col legie , voor otide en gebrekkige
zeelieden, opgerigt in 1850, onder den näam van Groninger Een-
dragt, thans 53 effective en 1 2 0 buitengewone leden teilende, en
■waarvan de collegievlag is wit met de letters G B en het nummer
van den gezagvoerder; de Zo n d a g s s c h o l e n , teilende 125 eon-
tribuerende leden; eene Afde e l ing van b e t Nede r l an dsch e
Bi jbelgenootschap ^ in het jaar 1814 opgerigt ; eene Afdeel i ng
van h e t Neder landsche Zendel ing-genoot s chap , in 1799
opgerigt, thans 70 bijdragende leden teilende; eene Afdeeling van
het Genootschap t e r zedelijke verbete r ing der gevangenen;
eene Afdeel ing d e r Maatschappi j t e r bevorder ing van h e t
godsdienst i g onderwijs onder de slave n en verdere Heiden-
sche b e v o lk in g in de kolonie Suriname. Men is thans (1843)
bezig daar te stellen een geheel nieuw Kran'kzinnigenhuis , waartoe
de stad reeds eenen grooten tuin, in de Oude Kijk-in ’t Jatstraat, heeft
afgestaan, en het geheele plan reeds in gereedheid gebragt is , zoo dat
men verwacht, dat nog in dit of het volgende jaar met het bouwen
een aanvang kan worden gemaakt.
Onder de wetenschappelijke inrigtingen verdient voorzeker eerst
genoemd te worden, de Akademie of Hoogeschool , ten Noor-
den in de Broerstraat, tegenover de oude Franciskanerkerk, welke
thans 180 Studenten telt. Deze is in het jaar 1614 opgerigt, en , den
23 Augustus van dat jaar, plegtig ingewijd. Het gebouw was voorheen
een Jufvrouwen- of Adell ij ke-Maagdenklo os t e r , die naar de
orde van den H. A u g u s t in os leefden. Nadat, in het begin der zeven-
tiende eeuw, 's Lands Staten waren overeengekomen eene hoogeschool
te G r o n in g en op te rigten, werd dit klooster, na de Reductie ledig staande,
daartoe afgezonderd en bekwaam gemaakt. In diL gebouw komt men
thans door eene poort, het wapen der hoogeschool voerende, op eene
opene, net bevloerde , aan drie zijden met gaanderijen gedekte binnen-
plaats. Op de Noordergaanderij hebben drie gehoorzalen, ingerigt tot
het houden van openbare lessen en redetwistingen, baren ingang , waarvan
de grootste naderhand tot eene Akademische Raadzaal is gemaakt;
terwijl men de andere ook pleeg te gehruiken tot verkoopingen van boe-
ken, waartoe de hoogeschool bevoorregt was. De openbare inwijdingen
en redevoeringen werden tot den 21 December 1826 gehouden in het
koor der Franciskanerkerk, waarin , tot dat einde, de noodige kathe-
ders en andere zitplaatsen gemaakt waren ; sedert dien tijd veroorloofde
de bouwvalligheid der kerk zulks niet meer. Ook werd des Zondags
avonds , buiten de zomervacantie, aldaar gepredikt, hetwelk den 14Junij
1812, voor het laatst, en na dien tijd in de St. Martenskerk heeft
plaats gebad. Wijders is een gedeelte van het oude Jufferen-klooster
geschikt gemaakt tot vrije woningen voor twee Hoogleeraren , veelal de
oudste in iedere faculteit. Ook is er huisvesting voor den Pedel. De
Oeconomus woonde in een nabijgelegen huis in de Bursegang, waar,
sedert dc opheffing van de Rectorstafel, thans de Amanuensis der
akadcmie-bibliotheek woont. Ten dienste dezer hoogeschool zjjn er vorder
een Kru id tu i n ; een Oeoonomische tu in voor de Landhuis-
l iou d k u n d e ; eene On t le edpla a t s ; een Nosocomiu m ot Zie-
kenhui s ; eene Bib l io th e e k , een Museum van Natuur l l j lqe
Hi s to r i e ; e enKa b in e t van L a 0d h u i s h o u d k u n d ig e werk-
t u i g e n , eene Ri j school en vroeger was er ook eene Scherm-
S°De Kru id tu in , aangelegd in het jaar 1642, maar sedert bij her-
haling vergroot, vooral in 1840, is in Ae Niewwe stad, ten noorden
van de Rozehstraut, en strekt zieh van daar tot de achtergelegene
Kruisstraat uit. Men vindt er zeer veel in- en mtheemsche gewassen,
alsmede den noodigen toestel tot stook- en broeihuizen. De Hoogleeraar
in de Kruidkunde , die daarover des zomers m den tum openbare
lessen «eeft, heeft aldaar eene ruime en aangename wonmg.
De Oeconomische of Landhi i i shoudkuudige t u i n , m de
Rozenstraat, is eigenlijk slechts een gewone tuin. Er worden alle nut-
tiefe en winstgevende planten en gewassen m opgenomen , mzonderheid
de zulken welke elders verbouwd en aangekweekt worden, doch te
G r o n i n g e n minder algemeen bekend zijn. De Hoogleeraar in de Land-
huishoudkunde heeft , den 11 November 1842 , e e n e landhuishoudkun-
dige school, opgerigt door bet Departement der Maatschappij : 1 er
bevorderinq der Nijverheid, geopend. De school is mzonderheid mge-
gerigt voor die zoons of bedienden van landlieden, die reeds met het
meest gewone practische werk bekend zijn , maar die nog onderrigt
behoeven in de natuurkundige gronden van vele bezigheden, welke
zii tot nu toe alleenlijk practisch verrigtten; die kennis behooren te
hebben aan goede boeken , over eenige deelen van hun vak uitgegeven;
die begeeren te weten ; op welke wijze , op andere plaatsen , de land-
bouw wordt uitgeoefend , en welke verbetenngen hier of daar al reeds
de proef der ondervinding hebben doorgestaan, en die tevens de hulp-
• middelen, tot algemeene kennis en tot eene besekaafde opvoeding,
welke eene groote stad aanbiedt , zieh ten nutte willen maken. Thans
(1843) telt men er acht leerlingen, alle aanstaande Landbouwers , en
wel zes uit de provineie Groningen , een uit Enesland en een uit
Drenthe. Aldaar wordt onderwijs gegeven in de eigenlijke Natuurkunde,
Natuurlnke Geschiedenis en in de Algemeene begmselen van Meetkunst
en Algebra ; terwijl de leerlingen tevens in de gelegenheid gesteld worden
om gratis bij te wonen de lessen over de Toegepaste Scheikunde,
welke aan de hoogeschool, die over de Toegepaste Werktuigkunde,
welke aan de akademie Minerva, en de Nederduitsche lessen over de
Plantkunde, welke door den Hoogleeraar m de Kruidkunde gegeven
^ De Ont le edpla at s , bezuiden het koor der Broerekerk, is in het
jaar 18i7 aanmerkelijk verbeterd, maar sedert eenige jaren verlegd
naar het gebouw , waar het Nosocomium ook gevestigd is. _
Het NosocomiumAc ademicumofAc ademi schZiekennui s ,
is sedert het jaar 1813, aan de westzijde van Munnekeholm, ln een
gebouw , ' hetwelk de voormalige Abten van Aduard te Groningen had-
den en in het iaar 1625, tot een West-Iudisch-Compagniehuis was
ingerigt. Het is in de jaren 1817 en 1818 aanmerkelijk uitgebreid en
De Bibl iothe ek is boven de Latijnsche school, op de tweede ver-
dieping van het gewezene Franciskanerklooster. Het getal en de
merkwaardigheid der verzamelde boeken maken de bibliotheek de