den en twintigsten penning van geheel Zeel^d vorderde, »telden zieh
de Goezenaren wel met den Prelaat, de Edelen en steden des lands
daar tcgen : maar, lioezeer ook de bevelen m dat jaar door A l v a aan
de steden van Zeeland gezonden, om in z i j n e handen de voorregten en
costumen van elke plaats te leveren , de stad G o e s gelyk de andere steden
zeer benaauwden, bleven zij niettemin aan den Konmg getrouw.
Z i i h a d d e n ook behoorlijke Spaansche bezetting. , n ,
Die van Ylissingen meenden in den zomer van het jaar 18t 2,. de stad
G o e s aan bunne zijde te winnen , steunende op den bijstand hunner
vrienden aldaar. Zij zonden daartoe den Gouverneur I I ie r o m h ü s T se ra a r t s
met eenig krijgsvolk en twee veldstukken derwaarts, maar de bezetting
stelde zieh dapper te weer. T s e b a a b t s deed de stad in naam des Komngs
van Spanje, en in dien van den Prins van Oranje als zyn Stadhou-
der opeischen. Doah die van binnen antwoordden, dat zij de stad voor
den Koning bewaarden, zoodat T s e b a a b t s genoodzaakt werd, het beleg
op te breken. In September trok bij met B a r t e l E n t e s , wederom voor
G o e s , met negen stnkken gesehnt. Zij wierpen borstvvermgen op en
plantlen him gesehnt den 6 van die maand voor de stad. Zijschoten
tweebressen, de eene bij de Hoofdpoort, nu de Donkere- of St. Maar
tenspoort, wel vijf en twintig schreden wyd. Hier liep men des nachts,
storm op de stad, terwijl de Kolonel K b e v t s de stad aan de andere zijde
met ladders meende te beklimmen. Doch deze ladders waren te kort,
en P a c h ie c o , die met 600 Spanjaarden en 200 Walen, de stad bewaarde,
besebermde de bressen zoo moedig, dat de belegeraars moef e^ ruß
deinzen. Gedurende dit beleg, traebtte de Hertog van A l v a , de stad uit
Antwerpen te water te ontzetten. Tot dat einde zond hy M o noragon met
volk en gesehnt naar Saeftingen , en deed met hetzellde gety j eemge
ligte oorlogsschepen met krijgsvolk, onder S a nchio d A v il a , de rivier ai-
zakken , meenende dus den vijand met kracht van voor G oes te verjagen.
Doch deze aan slag gelukte niet. De Hertog dan geene mogelijkhe.d
ziende , om de stad te water te ontzetten , bedacht een ander rniddel.
Hij pelastte M onb ra g on , in October, eenen meuwen weg, door zekeren
P l im a e r t , die elders D ir k B l o em a a r t genoemd wordt, en Hopmsn
in Spaansche dienst was , hem aangewezen , in te slaan.
ping dan , den 20 October , met omtrent 3000 man onder geleide van
dezen P e e im a e b t , tot drie kwartier uurs van Woensdrecht ,a lw a a rZiJ
met laag water over bet verdronken land konden trekken. M o n b ra g o n ,
hoewel een oud man .zijnde, ging hun voor vergezcld van J H g f e r
Het krijgsvolk, meest uit Spanjaarden en Walen bestaande, moes
tot den midden door het water waden, dragende elk een zakjemet
buskruid en lonten , benevens een weinig beschult, op het hootü o
om den hals , zij haastlen zieh , als hebbende maar vijf uren tyd ,
bij laag water, om twee mijlen wegs voort te trekken doch kwa-
men eindelijk behouden over en legen den avond te Krabbendyke
aan den vasten wal, van waar zij längs den zeedyk van yalken,s*®
voorttrokken , en een vuurteeken daarop stelden , om aan i> A v il a e
den Heer v an S b r o o s k e b k e , Gouverneur van Bergen op Zoolr' ’ 1 ,
de Brabandsche zijde gebleven waren, kenms van hunne
overkomst te geven. Te Valkenisse lag een vaandel Staatschen, die,
te zwak zijnde om den vijand het hoofd le Bieden , de vlug
naar het leger voor de stad , en hier bengt deden van het gebeurde
hetgeen echter zoo ongeloofelijk voorkwam, dat men er den spot mede
dreef, in plaats van denatte, vermoeide Spanjaarden dadelyk te ove
vallen , waardoor deze den gcheelen nacht den tyd hadden om zieh
droogen tm uit te rüsten. Des anderen daags trok M ondragon vroegtijdig
regt op de stad aan. De belegerden , het ontzet ziende naderen, deden
eenen uitval naar den waterkant, om de Staatschen derwaarts te lok-
ken , die, door dit loos alarm misleid, eene opening lieten aan de
landzijde, waardoor M o nbragon gelegenheid kreeg, om binnen te körnen.
Nu in allerijl de stad doorgetrokken, viel hij, vereenigd met
de aanvallers, de Staatschen zoo ruw op het lijf, dat zij , in de
uiterste wanorde , de verschansingen verlieten, om naar de schepen te
vlugten. Omtrent het hoofd moesten zij echter stand houden , tot dat
de vloot, welke in de nabijheid lag, de booten uitzond ten einde de
vlugtende in te nemen. Middeleriyijl viel hier eenscherp gevecht voor ,
waarin de Staatschen, aan de eene zijde door den vijand, aan de andere
door het water ingesloten, groot verlies leden ; velen;, die buiten
de booten gedrongen werden, verdronken jammerlijk ; terwijl zij, welken
niet door die vaartuigen konden worden opgenomen, door ’svijands
wapenen sneuvelden of gevangen werden. Dus liep dit beleg ten einde,
nadat het negen weken lang geduurd had. De Spaansche krijgsknechten
nu in het eiland gekomen zijnde, werden onder de dorpen,ten platten lande
verdeeld en daarin gelegerd. Die inwoners moesten hun niet alleen leeftogt
bezorgen, maar ook de penningen tot hun onderhoud. De overlast hierdoor
te weeg gebragt, veroorzaakte vele klagten en vertoogen van de landlie-
den aan de Regering van G o e s . Doch dewijl de stedelingen niet minder
met dit volk bezwaard waren, werd er, in hetlaatst van het jaar 1374,
bij het volle collegie van de wet besloten, eene tauxatie te maken van de
gegoedheid aller inwoners en bürgeren, ten einde een iegelijk, naar zijn
vermögen, te doen helpen dragen tot de lasten der Soldaten , binnen de
stad liggende. Men maakte een verbod, dat niemand de stad mögt
verlaten , onder bedreiging, dat men de uitgewekenen zoude nooil-
zaken, weder terug te komen. In den aanvang van het jaar 1376
werd op het raadhuis naar gewoonte beraadslaagd, hoe veel de stad
en elk dorp in het bijzonder van het honderdtal Soldaten moest huis-
vesten, en besloten, dat men den niet geerfden naar zijne gegoedheid
zoude schatten. Ondertusschen nam de overlast van het krijgsvolk zoo
geweldig toe, dat die van G o es zieh in het völgende jaar tot Don F i l
i p p o , Gouverneur dezer stad en het eiland , vervoegden. Zij beklaagden
zieh , dat zij, ten opzigte van de dorpelingen , veel te zwaar belast
waren , en, wanneer dit aanhield, genoodzaakt zouden zijn, hun Vader-
land te verlaten. Doch Don F il ip p o sloeg dit alles in den wind, en
verhoogde de belastingen". Hierom hebben die van de Regering der
stad , met alle de Schouten en Soheponen der parochien van het eiland
onderscheidene sphriftelijke vertogen bij den Raad van State te Brussel
ingediend ; hoewel ook zonder eenig gevolg. Naauwelijks echter had Don
F il ip p o , met zijne bezetting, bet eiland verlaten , waarschijnlijk, om zieh
te vervoegen, bij de destijds muitende Spanjaarden, of de ßurgemeesters
cn Schepenen besloten , van wege de burgers en inwoners, met de Bal-
juwen, Schouten en Schepenen van alle parochien des eilands, van wege
de ingezetenen, eenparig eenigen uit de hunnen naar den Prins
af te vaardigen , ten einde van hem bijstand te verzoeken. Dit werd
opgedragen aan den Burgemcester C o r n e l is P ie t e r s P o l b e rm a n , aan
J ohan A b r ia a n s B l a n c x , Dijkgraaf der Breede Watering, aan P ie t e r s J a s -
p e r z . v an V o s s em a a r , en aan den Secretaris Mr. J akob Y a l c k e . Hun last
was, om van den Prins de toestemming te verzoeken op de artikelen,
door de gcmelde Regenten, in aller naam, opgesteld, en op die voor-
waarden de stad Goes en het eiland onder zijn bestuur te stellen. Men