Braak in de Ulrumer-trekvaarl, of liever bet Win«umerdiep, al-
waar deze togt ook de Obde-Nib genaamd wordt.
EA, d., prov. Friesland, k\v. Oostergoo, griet. Oost-Dongeradeel. ZieEe.
EA , vaart, prov. Friesland, kw. Zevenwouden, griet. Gaasterland.
Zie Ee. .
EASTERMAR, Friesclie naara v a n b e t d. Oostermeer, p ro v . Friesland,
kw . Oostergoo, g r i e t . Tietjerksteradeel. Zie O o s te rm e e r .
EAST-ISLAND, kl. eil. in Oost-lndie, in de Chinesche-zee, bij de
Westkust van Borneo , omstreeks 25 geograpli. niijlen Z. 0. van Groot-
Natuna ; 40' N. B. 127° 24' 0 . L.
EBINGA, voorm. stins , prov, Friesland, kw. Oostergoo, griet.
FerwerdfradeeI. Zie Aebinga.
EBOER, eil. in Oost-lndie, tot den Molukschen Archipel belioo-
rende, bet vorint de haven van Tabok op bet eil. Magindanao.^
EBURONEN , een der vier-en-twintig volkstammen , welke , volgens de
opgave van J e i i b s C e s a r , ten zijnen lijde, in de Nederlanden gevonden
werden. Hct grootste gedeelte van hun land lag tusschen de Maas en
den Rijn, en strekte zieh zelfs tot aan deze laatse riv. uit j want de
Sicambren , een yolk dat aan den Rijn woonde , beyonden zieh, naär
bet zeggen van C e s a r , zoodra zij die rivier over waren, op de grenzen
der Eburonen. Een klein gedeelte van dezen volkstam woonde aan de over-
zijde der Maas , in de landstreek, welke in latere tijden tot Luikerland
heeft behoord. Ten Noorden grensden zij aan de Menapiers ; ten W.
aan de Aduatiken , die hen van de Nerviers sebeidden, ten Z. aan de
Condrusen en Segniers, door wie zij van de Treviren gescheiden werden.
De Eburonen besloegen dus de tegenwoordige Belgische prov.
Luik en Limburg, het hert. Limburg , een gedeelte van de Pruissi-
sche prov. Rijnland , en waarsebijnlijk ook den oostelijken zoom van
de Belgische prov. Antwerpen. Zij, bewoonden geene steden, maar , over
de velden of in de bosschen verspreid, leefden zij, eien als alle Germanen
, in afgezonderde woningen of ruim bebouwde gehuchten, door
uitgestrekte landerijen omgeven , waar zij gemakkelijker dan in de
steden hunne talrijke kudden kopdeii voeden- Zij hatlden te midden
van hun land eene vesting A tu a tu c a , V a tu c a of V a ru ta genoemd,
welke völgens sommigen het tegenwoordige Tongeren zoude geweest
zijn , volgens anderen zoude .gelegen hebben, waar men tegenwoordig
bet d. W itte rn tusschen Maastricht en Aken aantreft.
De E b b ro n e n stonden , ten tijde van. C e s a r , onder twee Köningen ,
Am b io rix en C a t iv e l c e s . Deze twee Köningen, om een iiitstekend blijk
van achting voor de Romeinen te geven , gingen de Krijgsbevelhebbers
C o t t a en S a b in e s , die door Cesar met yijf cohorten in Atuatuca gelegd
waren, tot op de grenzen bunner landen te gemoet; doch later aan-
gemaand en medegesleept door Indbciomabes , een der hoofden van de
Treviren , vielen zij. onverwaehts op de werklieden , die bezig waren, om
bout te hakken, en scbanskorven te maken , ten einde, na henomhet
leven gebragt te hebben, de vcrsehansingen te overrompelen. Maar
de Ronieinen boden eenen zoo spoedigen en zoo hevigen wederstand,
dat de E b u ro n e n zieh geDOodzaakt zagen , den aftogt te blazen. De
twee Kopingen verzochten den Bevelhebhers , hun een gezantschap te
zenden , ten einde daarmede te onderhandelen. ■— De Romcinen zon-
dcn dus tw'ee Afgezanten , aan wie Ambiorix zeide , dat hij de wape-
ncn slechts tegen zijnen wil had opgenomen , omdat zijne onder-
danen er hem toe genoodzaakt hadden, en dat de wetten van zijn
ryk, welke bet volk eene bijna gelijke magt als aan dc* Yorst gaven ,
hem dikwiils verpliptten aan den wil van het volk te gelioorzamon;
dat hij thans daaraan voldaan hebbende, zieh van zyne verbind-
tenissen ontslagen achttc, en dat hij hun waarschuwde dat er een
leger Germanen in aantogt was, om de E b b ro n e c te hulp te ton en ,
dat het alzoo voor de Romeineu raadzaam was, hunne verschan-
singen te verlaten ; terwijl hij zieh verbond , hun eenen vryen door-
toJ[ door zijne staten te vergönnen. De Romeinen maakten zieh alzoo
tot den aftogt gereed, maar de verraderlyke Am biorix had zijn
leper , in de engten , welke de Romeinen moesten doortrekken , in lnn-
derlaap geplaatst. Zoodra deze er in waren, kwamen de Ebbrünem
van alle Lnten uit hunne schuilhoeken te voorschyn en schoten zulk
eene menigte pijlen op de Romeinen a f , dat deze, zieh overvallen zien-
de in de onmogelijkheid waren, om zieh te verded.gen of zieh te
redden , zoodat zij bijna allen verslagen werden. S a b in e s gaf zieh
w e r, en Ambiorix was. lafhartig genoeg om hem tedoen 0"‘ ,retlS':"-
C o t i a , met wonden overdekt, sneuvelde eervol op het slagveld. Het
g r o o t s t e g e t a l v a n hunne S o ld a t e n w e r d w r e e d a a r d . g m de pan g e h a k t .
A m b i o r i x haastte zieh, om de Nerviers met het gelukken van z.jne ve a-
derlijke krijgslist bekend te maken, en spoorde hen aan, om de ontstelte-
nis der Romeinen te baat te nemen , en C ic e ro aan te vallen, die met
het tweede legioen in deze streken gelegerd was. De Nerviers, h erop
al hunne krachten bijeen verzameld hebbende, vielen onverwachts op
de Romeinen aan. Maar J b u b s C a e s a r van het geyaar van
dappere legioen onderrigt, trok spoedig tegen den vyarid op van
welke hij eene menigte deed sneuvelen en de anderen op de vlugt dreef.
De Trevirier iNDBcioMARBS, die de E b b ro n e n in dezen oorlog had
gewikkeld, werd, op het vernemen van die nederlaag zoodamg ont-
sleld dat hij in den nacht zijnen post verliet, met tegenstaande hij
alles in gereedlieid gebragt had, om L a b ie n b s , die met het vierde
legioen, op de grenzen der Treviren stond , den volgenden dag aan te
vallen. Maar het gelukte hem om alle de vlugtelingen en misdadigers
uit Galtie onder zijne vanen te vereemgen, en daar hij alzoo een
geducht leger bijeen had, viel hij daarmede het kamp van L a b ie n b s
aan , die , na zieh in zijnen post te hebben gehandhaafd , ten einde den
viiand in eene ongegronde gerustheid te houden, hem eensklaps uit
zijne verschansingen aangreep. De Treviren, door dezen onver-
wachten uitval verschrikt, namen ijlmgs de vlugt. L a b ie n b s beval
zijne Soldaten niemand te vervolgen noch op te zoeken dan In d b c iom a rb s ,
en zette eenen prijs op zijn hoofd. De Veldheer der Treviren werd
eindelijk op den oever der Maas achterliaald, en door de Soldaten
vermoord, die zijn hoofd in zegepraal naar het leger van ja b ie n e s
bragten. Deze Veldhecr versloeg en onderwiep de Ireviren. C a e s a r
begaf zieh naar dat land, om er zijn plan van aanval tegen de P b b ro n e n
te regelen. Hij deed eerst al zijne ruiterij , waar over hij het beyel
aan B a s ilb s had opgedragen, door het Ardennerwoud trekken, met be-
vel om zieh van den verrader Ambiorix meester te maken. B a s ilb s de
E b b r o n e n , welke zonder achterdocht op het veld verspreid waren,
overvallen hebbende, vernam van hen, dat Ambiorix zieh onlhield in
eene hut, welke door bosschen omringd was. Am b io rix in deze landelyke
woning (1 ) overvallen , ontkwam door de dapperheid en de trouw
(I) Yolgens de meeete geschiedschrijwr» wm d i t, ter plwtee, w a ir l i t « Bet kasteel m Embour,
«an d« Onrte, s a . van Luik ^ gehonw^ if.