den Keizer gezonden werden n a ar de hun aangewezene graafschappen
en aldaar dan een tijd lan g vertoefden , to t d a t in .den vermaarden
en veel besproken giftbrief van den Roomschen Ko n in g , naderhand
Keizer van h e t Duitsche R ijk , H e n d r i k I I I , van he t ja a r 1 0 4 0 , deze
Vorst aan de St. Maartenskerk te Utrecht in vollen eigendom had ge-
scbonken , zeker landgoed (p raed ium), zoo lu id t de hoofdinhoud van
den , zoo verschillend vertaalden als opgevatten , Lalijnschen giftbrief—■
» lietwelk b i j , Keizer, bezat op be t huis Groningen (in villa Gruoninga)
» en gelegen was in h e t graafschap Drerilhe (in comitatu T re n te ), met de
» h o fsteden, buizen , eigene Jieden , landerijen, waters en afwateringen ,
» yisscherijen , wegen , in - en opkomsten m et de hooge regterlijke m a g t,
» zoo als die in d a t graafschap werd uitgeoefend, he t m u n t en tol-
» r e g t, d e b u rg e rlijk e reglspleging, met al wat er toebehoorde , en
» in h e t vervolg bij mögt verkregen worden.” Het was late r de ze-
te l der Stedehouders van den Bisschop v an .Utre ch t, gewoonlijk Prae-
fecten van Groningen genoemd , waarna he t huis dan ook weiden P ra e -;
f e c t e n h o f genoemd werd. Met de vernietiging echter van deze Gro-
ninger Praefecture en de verpachting dier bisschoppelijke heerlijkheid en
geregtigheid aan andere en onderscheidene pachtheeren , in 1 5 7 1 , hield
h e t huis op , naar h e t sc liijn t, de residentie en het geregtshof daarvan
te zijn. Het bleef echter nog de hoofdplaats.van h e tb e stu u r of d e ren te -
kamer van de andere tafelgoederen , welke de Bisschoppen in de stad en
h e t Gooregt b e z a te n , en was misschien ook de woonplaats van des Bis-
schops Amblman , die vermoedelijk tevens Rentmeester van het Gooregt,
zoo wel als van de overige bisschoppelijke tafelgoederen zal geweest zijn.
Eenige jaren voor de verpachting van het Gooregt aan de stad Groningen
in 1 4 6 0 , doorden Bisschop Davib van Bobrgosdik, verkreeg he t
G r o n i n g c r h u i s eene geheel andere bestemming ; he t we rd , name-
lijk , in 1457 afgestaan to t een klooster of konvent aan de zoogenaamde
Broeders of Klerken van h e t gemeene leyen , door toedoen van T h eo -
s o R i c o s of D ir k v a n H erx e k , den Overste van dit genootschap te Zwolle.
Bij he t oprigten der nieuwe bisdommen in de Nederlanden , werden
de broeders overgebragt naar e ene, naderhand onder den naam van
F r a t e r h a i s behende, woning in de St. Jansstraat, terw ijlh u n ge-
houw den nieuwpn Bisschoppen werd gegeven to t een bisschoppelijk
h o f , waardoor he t vele veranderingen onderging, aanmerkelijk werd
vertimmerd en met eenige nieuwe gebouwen, bij S t. Walburgskerk-
h o f , vergroot. Bij de verovering van G r o n in g e n , in 1 5 9 4 , door de
S ta te n , werd h e t een stadhouderlijke hof , en onderging achtervolgens
weder eenige verbouwing; terwijl in 1 6 2 6 , toen men de onnut geworden
boiwerken der stad sle ch tte, deze to t eenen tuin werden aange-
le g d , welke aan d it gebouw getrokken werd. In 1738 werd he t met
een hoog zomerhuis of paviljoen , in den noordoosthoek van den t u i n ,
voorzien , en boven d e , reeds vroeger in 1731 gebouwde tu in p o o rt, een
uitm u n ten d e zonnewijzer, gemaakt door de kunstenaars J . C r em e r s en
J . D o o r n b o sch , g ep la atst, zoo als h e t opschrift vermeldde. Nadat he t
Huis , in 1795 , opgehouden had een stadhouderlijk Hof te z ijn , en
weder geheel aan den Lande gekomen wa s , werd h e t verder van diens-
wege to t verschillende einden g ebruikt. Onder anderen werd h e t meer-
genoemde zomerhuis afgezondcrd to t eene werkplaats en gehoorzaal voor
de chemische le s sen , en een gedeelte van den tu in tot een hortus
oeconomicus of to t aankweeking van nuttige gewassen, to t d a t h e t ein-
delijk door een beter laboratorium chemicum bij den akademischen
p lan ten tu in of hortus medicus, ten ja re 1 8 1 4 , vervangen werd. In he t
iaar 1803, werd het hoofdgebouw, door het gouvernement, tot eene
kostschool afgestaan en ingerigt, welke reeds in het jaar 1808, door het
vertrek van den Institeur naar Haarlem verviel, als wanneer het eerst
tot een Rij ks - M ilita ir -H o s p ita a l, en vervolgens tot eene G a r ni-
z o e n s - Z i e k e n z a a 1, door het Gouvernement, werd bestemd en mge-
ript, waartoe het geheele huis thans dient.
Het Stad s H o s p ita a l, in de Pelstentraai, vroeger een gedeelte
van het H e ilig e -G e e s t-G a s th u is , later het Stads Magazijn ,
werd verplaatst naar de Pontjesstraat, of eigenlijk Popkensstraat, m
het huis dat tot 1594 heeft gediend tot een Jesuitenhuis en sedert
1641 , tot eene gevangenis. Achter het gemelde Gasthuis ligt een ruim
luchtig gebouw, uitkomende in de Ilardingestraat, dat ter wering der
hedelarij vele jaren een We r k h u i s is geweest, maar sedert 1798 op-
peheven , kort daarna eene Kase rne geworden , waartoe het nog dient.
Het Bu r gerweeshuis , in het Geestelijk Maagdestraatje t naar da
kleeding der kinderen, in de wandeling gemeenlijk het Roode Wees-
huis genoemd, was voorheen een klooster van Clansser Nonnen ot
Beggijnen. Dit klooster , dat in de oorlogsberoerten , onder de Spaan-
sehe regerinff, verlaten werd , en onbewoond bleef , is , m het jaar
1588 j aan de Jezuiten afgestaan , waarvan Koning ¥ilips alhier een
seminarium en kollegie had opgerigt. Na de reductie , werd het, op
aandrang der stad, in het jaar 1 5 9 9 , tot een weeshuis afgezonderd,
en half Mei des volgende jaars, door weeskinderen betrokken. ln
dit huis worden gemeenlijk een getal van 100 kinderen onderhouden
en proot gebragt, waartoe de inkomsten der goederen, welke voorheen het
St. Jurgens-Gasthuis te Helpcn, in 1 3 2 2 gesticht, bezat, en doorden
Raad aan het Weeshuis zijn overgedragen , dienen , alsmede die der
landerijen, aangekocht uit de gelden door de regering en de mgezete-
nen tot dat einde opgebragt of bij testamente gemaakt, want °ok,
vooral vroeger | ontving het huis bij uitersten wil meermalen • milde
geschenken. Een der aanmerkelijkstedaaronder is, ,dat van den Hoog-
leeraar R o t g e r s , die, in 1 7 5 0 , allezijne goederen aan dit huis vermaakt
heeft onder deze zonderlinge voorwaarde, dat jaarlijks van de inkomsten
twee hönderd gülden ten voordeele van het huis, en twee honderd
pulden aan de Nederduitsche Hervormde Diaconie zullen worden gege-
veh voorts duizend gülden worden gebragt tot kapitaal, en het overschietende,
tot aan het einde der vorige eeuw, aan de meisjes, die
er jaarlijks uitgaan, moest komen, en daarna, ook een derde deel aan
de iongens. Dit huis was voorheen erfgenaam dergenen, welke, daann
opgevoed en uitgegaan, naderhand zonder lijfserven overleden, ten zij
daaromtrent, zoo als gewoonlijk geschiedde , bij het .even een afkoop
was gemaakt. , , . ,
Het Arme -Kinde renhui s , of , naar de kleeding der kinderen ,
het Groene Weeshuis genoemd, werd in het jaar 1621 gesticht,
voor kinderen , wier ouders geene burgers waren. Men nam daartoe de
overblijfsels van het Jakobijner-klooster, dat in het noordergedeelte
der oude stad stond , nabij de vesten , en dat besloten lag tusschen
de Ebbingestraat, de Jakobinerstraat en de Hofstraat. Dit klooster
was gesticht door de Predikheeren van Winsum , aan wie L u d o l f ,
Heer van Groenebeek , Burggraaf in G r o n i n g e n , daartoe , m het jaar
1308 eene ruime erve vereerde , welke hy schijnt afgenomen te heb-
ben van den westelijken tuin of opeue ruimte van het Praefecten huis.
Na de Reductie werd het door de Staten, met andere geestelyke goederen
, in beslag genomen, en gebruikt tot allerlei einden , a ls: tot
IV. D e e i . 6 0