V.
A fdeel. XXXVIII
H oofd*
STUK.
aïlergemeenfte en bekendfte Afdeeling van In*
feften betreft. Torren beeft men, van ouds
h e r, aangezien voor Torren , en naauwlyks
gelet op den Kwatworm, die deze!ven, door
Verandering in een Pop , uitlevert. In de
Huishouding der Vliegen, Byën en Wespen,
beeft men naauwlyks agt gegeven op de Maden
of Wormpjes, die uit de Eitjes, welkezy
leggen, gebooren worden: dan alleenlyk om
de Voortteeling van deeze Infekten te verklaa-
ren. Doch de Maskers der Vlinderen o f Kapellen,
welke men R öp s en noemt, zyn meer
in ’t Oog geloopen , dan de Kapellen z e lf, die
men alleenlyk als Werktuigen der Voortteeling
van de Rupfen plagt aan te merken, en waar
van men veelen, ja ver de meeften, niet gekend
heeft, voor dat de vlyt der hedendaag-
fcheLief hebberen, door de Rupfen in Huis op
te kweeken, haar te voorfchyn gebragt, en
als uit de duiflernis van de Nagt, door welke
veelen zïg bedekken, opgedolven heeft.
D e Heer R e AüMüß, die, oordeelendedat
de Infekten , welke de gemeende zyn , het
meed verdienden nagefpoord te worden, en
daarom zyne onvergelykelyke Vertoogen met
die van deezen Rang begint, heeft de Rupfen
als tot een grondflag uitgekoozen, en omtrent
dezelven wel de menigvuldigfte Waarneemin-
gen in ’t werk gefteld, hoewel hy ook de Poppen
en Kapellen, daar van voortkomende,
D E R Ü P S E N . 3
niet uit het Oog verlieft. Zie hier wat hy zelf V.
dien aangaande zegt. XXXVHl
” De Rupfen zyn de eerfte Infekten, die in Hoofd*
,, ’t Voorjaar weder te voorfchyn komen : zy STDK*
,, maaken eene der talrykfte Klaffen daar van bekenderi
|, uit: werwaards men zig ook in ’t fchoone kapellen?0
,, Saizoen des Jaars begeeve, men ontmoet 'er
j , op verfcheide foorten van Boomen en Krui-
„ den. Dit zou genoeg voor mygeweeftzyn,
„ om my te bepaalen, dat ik een aan vang van
, , deeze Vertoogen maakte met de Waarnee-
„ mingen, die haar betreffen; maar nog een
„ andere reden deedt my daar toe befluiten.
„ Men weet dat haar ftaat verganglyk is ; dat
„ zy allen, in ’t vervolg, Infekten, die ge-
„ vleugeld zyn, moeten worden. Deeze Ge-
,, ftaltewiffelingen zyn zekerlyk een der zon-
„ derlingfte Vertooningen , welke de Natuur-
„ lyke Hiftorie ons oplevert, en de Rupfen
„ geeven ons meer gemak dan eenige andere
„ Infekten, om de manieren waar te neemen,
„ welke de Natuur in de bewerking van die
„ Veranderingen volgt; als ook om ons te on-
„ derrigten van de behendigheden, welken zy
„ de Infekten geleerd heeft, tot voorbehoe-
„ ding tegen de Gevaaren, waar aan zy in dat
5, Tydperk zyn bloot gefteld” .
Van die behendigheden, om zig geduurende r Haare
het tydperk der Verandering voor allerley On. ö vui* s'
gevallen te befchutten, zal men geen aanmer-
kelyker Voorbeelden vinden dan onder de In-
i. Deeju XI. Stuk. A 2 fek