A fdeel.
XLl.
Hoofdsrn
«t,
LXXVIT.
JErctladus.
LXXVlII.
Obrinus.
LXXIX.
Ptrius.
LXXX.
Pkxippus.
(77) Danaus-Kapel, die de Wieken ongekar.
teld, bruin beeft, met agt witte Vlakken
aan den omtrek.
(78) Danaus Kapel, die de Wieken ongekar-
teld, van boven zwart beeft , met een
HemelfcbbUauwen Band , van onderen
groen met een witagtigen.
( j 9) Danaus Kapel, die de Wieken byna ongekarteld
, van boven bruin van onderen
geelagtig beeft, met witte Banden ; de
agterflen met zeven witte Stippen.
Deeze allen vallen in de Indiën. Ik heb ’er
van de laatde Soort, die in den eerden opflag
zeer naar de Leucothoë gelyken, doch, als menze
naauwkeurig befchouwc, door de tekening
zo wel als door de kleinte, gemakkelyk daar
van te onderfcheiden zyn.
(80) Danaus-Kapel, die de Wieken ongekarteld
f77) Papilit Danaus Alis integerrimis fufcis, puncKs mar-
gtnalibu» Difci otSfcO albis. Al. L. V. Syfl. Nat. X.
f7») Papilit Danaus Ali» integerrimis fupra nigri», Fafcii
cysjiea ; fubtus viridibus Fafcii fllbidi. M. L. U. Syft Nat. X.
f79) Papilio Danaus Ali» fubintegerrimis, fupra fufcis fub-
tus fiavefcentibu» , Fafcii» albis; poftici» Punftis fep tem albis.
M. J.. U. Syft. Nat. X .
(go) Papilit Danaus Alis integerrimis fulvis, Venis nigris
dilatatis; margine nigro Pun&is albis. P e t . Muf. jg . n.
527. R A J . lnf. 13S. n. 3. SLO IH . Jam, II, p. 214. T,
»39. f. J , i . CA T ï SB. Car. II. T. U.
teld en Kaneelkleurig beeft , met breede
zwarte Aderen, aan den rand zwart met XLI.
witte Stippen. ^ tue? "
Van deeze Soort vallen aanmerkelyke Vcr-BgjJ*«-
fcheidenheden, ten opzigt van de grootte en^ xxyiIf>
tekening, in Ood- en Wedindie, gelyk men dit 7,
op Taf. V I , X X X V I en X L I , in *t Vierde
Deel van SEBA,kan befchouwen. De Grond-
kleur word aldaar genoemd Kadanjebruin, licht
Oranje of donker Geel ) doch dezelve komt
in de meeden nader aan de zogenaamde Kaneel-
kleur, op de agterde Wieken wat liehter en
wat donkerer op de voorde Wieken ; gelyk inzonderheid
plaats heeft in deChineefche, waar
van, uit myne Verzameling, de Afbeelding in
Wfgi 7. op Plaat LX X X V III. hier nevens gaat.
(8 1) Danaus-Kapel, die de Wieken ongekar- Lxxxr.
teld en Kaneelkleurig beeft, in de zwarte Chryf‘PPu3-
rand 'wit geflippeld, de agterflen met
een zwarte Plek op 't midden.
Deeze verfchilt anders weinig van de voorgaande
, die ook -een witten Band heefc op
het end der voorde Wieken. Men heeftze niet
alleen in de Wedindiën, maar ook in Afrika,
gevonden. g L
(g l) Papilit Danaus Alit integertimis fulvis , margine ni-
gto punttis albis , pofticis Difco Punftis nigris. R A J. lnf,
,39. n, 1. EDW. Av. l i j . T. 18j .
I. De e l . XI. Stuk.