V. A fd ee ï.
XLil.
H oofd.
stok. tv. Ocypete.
Pl. XC.
•%. i.
V»
Ncrii.
Qleander-
Kapel.
dan de Hals uitfteekc. Men vindt de Rups ook
fomtyds op de Ype- en Eizeboomen , docti
meelt op de Linden.
(4 ) PyKlaart - Kapel, die de Wieken gehakkeld
en gewolkt beeft, de agterften aan
den agterrand van den binnenkant wit,
Tot deeze Soort, die zig in beete Landen onthoudt
, en de grootte maar van een Horfel of
Paardevlieg b e e ft, fcbynt, wegens de gehakkelde
Wieken, t'buis gebragt te moeten
worden dat ll^ieuw Jorkfe Kapelletje in Fig. j ,
op P l a a t X C , afgebeeld, welks Agterlyf
twee breede Zwavelgeele Streepen heeft van boven
, en de twee agterfte Wieken zyn, in ’t midden
Vuurkleurig gebandeerd- Voorts is de ge*
heele oppervlakte, van boven, bruin en zwart
gewolkt, met den rand der Wieken wit, als in
de tytel wordt gezegd.
(5) Pylftaart-Kapel, die de Wieken een wei.
nig gehakkeld en groen heeft, met ver-
fcheide bleekere , donkere en geelagtige
Banden.
'Onder de fchoonfte Infekten, waarlyk, van
de
(4) Sphinx Alis angulatis nebulofïs; pofticis margine ba-
fèos poftico »Ibis. Syfi. Nat. X .
(s ) Sphinx Alis fubangulatis viridibus, Fasciis variis pallf-
«lioribus Tacuratioribus fiavescentibusque. RoES. Inf. IU. T.
is, it- Frisch. Inf, VII, T, 3.
de geheele Wereld, is dit Europifche, zowat
de Kapel als wat de Rups belangt, Her te tellen. xL li. voert den naam van een Boomgewas, dat Hoofd*
egter in de meefte deden van Europa voor de oW<fr
Winterkoude bewaard moet worden, en tevens
van Vergiftige eigenfebap gerekend wordt te
zyn: weshalve de Duitfchers het noemen Un*
holden- j dat is Toverkruid. I n ’t jaar 17 2 7 ,
toen het een drooge Zomer was, zegt F r i s c h ,
werdt deeze Rups op de Oleander gevonden
in de meefte Tuinen, daar men deezen vreemden
Boom in Bakken hïeldt (*). R okse l , die
nergens dan by F r is c h daar melding van gevonden
, «en meer dan agt Jaaren, te vergeefs,
naar
In de Zuidèlyke deelen van Europa groeit de Oleanoèr
in ’t wilde en ftrekt tot geen klein fieraad der Woeftenyën.
Men vindt dit Gewas, dar wegens zyn fierlyke Bloemen en
Bladen ook Rjoze Lauritr getyteld wordt, overvloedig op de
Bergen, die tuücheo Niffa en Genua gelegen zyn. Sommige
der Ouden wilden, dat het een Vergift zou zyn voor de
Eeefteti, die het Loof aten, doch een Geneesmiddel voor de
Menfchen, als men het Aftrekzel der Bladen, in Wyn, dronk ;
inzonderheid tegen de Beet van Slangen en andere Venynige
Dieren, zelfs tegen die van een Dollen Hond. Dalechamp
Hifi. iet Planter. Tom. I. p. Z06. Des de Vergiftigheid niet
zo zeker .of zo algemeen fchynt te zyn, als men onderftelt,
tellende het onder de fcherpe Venynen (Vmena atria.) Nucl.
Belg. Mat. Mei. Men w il, dat de Muggen of Vliegen, als
zy op de Bloemen gaan zitten , en het Sap daar uit ïngezoo-
gen hebben, plotslings dood nedervallen. Ook zou de Reak
nadeelig voor de gezondheid zyn. Wat Linn.eus zeggen
wil, aangaande de Woonplaats van dit Gewas, met Hahtat
, C'ades in Inkam Orisntalem loeit fubhumidis; (Spec. Plant.
£d; II. Tom. I. p. 3os.) is my zeer duiftei,
Deel, XI. Stuk, C c 5