688 B e s c h r r v i n g t i s
V. Deeze, door den Heer de G e er gevoii-
XLin L' ^en’ ^ee^£ §ec^aante byna van een Mot-Uilt-
Hdofd- je- Het Borftltuk is wit, aan de zydcn met
S tu k . twee Klepjes, als beginzels van Wieken, gedekt;
waar van zy den bynaam draagt.
(192) Spanrups-Kapel, die Draadhoornig iss
hebbende de Wieken Afchgraauw, van ag-
teren met een regte bleeke Streek óver-
dwars-,
(193) Spanrups-Kapel, die Draadhoornig is
hebbende de Wieken witagtig, met een
dubbelen B a n d , die flaauw Afchgraaim
is , en agterwaards een bruine tweelobbi-
ge Vlak.
(194) Spanrups-Kapel, die Draadhoornig is ,
hebbende de Wieken groen, met bruin ee-
nigermaate gebandeerd.
Van onderen is op de Wieken een Regthoe-
kige Band, uit zwarte Stippen famengefteld-
Deeze tien zyn altetnaal in Sweeden waargenomenen
de meesten door Clerk afgebeeld.
O95)
(19a) phaUna Geometra fetieornis, Alis eïnereis, poflice
StrigS transveiiS recta palüdfl. Syft. Nat. X. Fan», Sutc. Ed<
II. 1291.
( 193) PhnUna Geometra fetieornis, Alis albidis obfolere
einerec-bifafeiatis, pofteriori Maculd fuled biloM. Syft. Hat,
X. Fa»«. Stuc, Ed. II. 1270, -
(194) Fhalana Geometra fetieornis, Alis viridibus fufco
fubfafciatis. Syft, Hat, X. Faun. Snee,. Ed. II. 1295.
exen.
Strigilata,
Roskammige.
CXClII.
Didymata.
Tweelob- bige.
fCieXctCanIVgu.-
Inta.
Regthoekige.
DE N A G T-K a p e l l e n. 689
(195) Kapelletje , dat Draadhoornig i s , ' heb- V.
bende de Wieken w i t , met bruin ^ands- x r j l f 1"
wyze gevlakt $ loet Borflftuk en den AarsHoorng
e e l ' STÜK*
c x c v .
Totonderfcheiding van devoorgaanden,die rum-*’
meeft in ,’t wilde, en in de Bofichen zig ont- beettie*
houden, voert dit den naam van Tuinbeeltje,
dewyl het dikwils op de Vrugtboomen gevonden
wordt, hoewel de Rups een Bladroller is
van de Brandenetelen. Volgens G oedaart
zou zy zig niet dan op de Calamintha onthouden.
R ea ümur , Ro e s e l , de Gee r,
evenwel, getuigen altemaal het voorgemelde,
en de eerfte zegt, dat zy zig befluit in een
Tonnetje*, waar in zy byna agt Maanden zig
onthoudt , voor -dat zy in een Pop verändere.
’ t Is zeker, dat de Rups zeftien Poo-
ten heeft, en derhalven geenzins behoort tot
de Spanrupfen of Krammetjes.
Men vindtze thans befchreeven onder denVrlicatat
bynaam van Urticata of der Brandenetelen, en "den?6'
aangemerkt, dat zy omtrent den Zomer-Zon-Pj^
neftand neervalt en verdwynt; mooglyk om
in een Pop te veränderet!. Zy wordt met
Rook
(195) Phnlann Gumitra fetieornis , Alls albls fufco fifciaro
maculatis; Thorace Ahoque bavis. Faun. Stuc. 846. Ed, II.
1297. Goed, Inf, 11, T. 13. Alb . In f T. 37. f. 60. List*
Gltd. T. 6t. RKAUM. Inf. I. T. 49. f. 17, l8. PET. Ga\.
T. 3,2. f. 8. De G e e r , Inf. I. T. 28. f. 18. 39, RA), laf,
222. Roes, Inf. I. rhal 4. t, 14.
ï. Deel, XI, $tv&, X x