A fd ee l .
Hoorn- X L . H O O F D S T U K .
STUK.
Befchryving van de Eigenfchappen der K a p e l .
LENin ’c algemeeD, en baare verfcbillendhe-
den; als ook de uit- en inwendige Deelen en die
der Voomeeling in ’f byzondert meejl volgens
de nieuwe Waarneemingen van den Heer de
G e e r , inzonderheid ten opzigt van de Lugt-
gaatjes of Stippen , door bem ontdekt. Voorts
de onderfcbeiding en Verdeeling der Kapellen»
volgens R e a u m u r , R o b s e l en L in .
N AiUS.
Hoe dat de laatde Verandering der Infekten
van dezen Rang ,dat is die der Poppen in
K a p e l l e n , gefchiedt, heb ik te vooren reeds
* zie ’t tx. befchreeven *. Wy zullen dan nog! maar agt
bhdz.%7. geeven op de Eigenfchappen der Kapellen in ’c algemeen
, voor dat ik overgaa tot de befchou-
wing van derzelver menigvuldige Soorten in ’t
byzonder.
Naam. Men plagt, weleer, deeze Infekten in ’t Ne-
derduitfch Vlinders oïUilen te noemen; paffende
de eerfte benaaming toe op de Dag- de ande*
re op de Nagtkapellen, gelyk fommigen nog
heden doen ( f ) . Z y werden evenwel, al, van ouds» : Ca
( f ) Zie'aangaande de benaaming van Vlinders het Werk
van S e pp , aangaande die van Uilen het Vierde Deel van
SEm.
Capellekcns geheten, volgens A l d r o v a n d u s ,
of Botervliegen, en in Vlaanderen Boterfchyte;
gelyk de Engelfchen ’e r , vry algemeen , den
naam aan geeven van Butterflies, hoewel fommigen
ze ook Souls dat is Zieltjes noemen , mis-
fchienvant’ Griekfchwoord ■ 'Fó^jdat
de gemeende benaaming deezer Infekten was.
Mooglyk heeft men die van haar fnel vliegen
of van de Verandering uit een loggen kruipende,
in een vluggen Staat, afgeleid. De oorfprong
van den Latynfchen naam ,Papilio ,is duider; maar
de Italiaanen en Franscheh hebben dien, met weinig
verandering, nagevolgd, noemende de eerden
het Mannetje Parpaglione, het Wyfje Par-
paglia; de laatden die beiden Papillons, de Spaan-
fchen Maripofa , de Polakken Motil, de Hon-
gaaren Louoldek. De Duitfchers geeven ’er fom-
tyds den naam van Zweyfalter en Molken tel-
ïer, fomwylen dien van Pfeiffbolter en ook van
Sommervogelin of Zomervogeltjes aan; gelyk
fommigen haar ook in Tag , Abenden Nachtvo.
gel onderfcheiden, waar onder dan eenigen zyn
die zy Schalen, dat is Motten of Mot*Uiltjes,
noemen, ’ t Woord Scbmetterling wordt, by hun,
ook wel gebruikt. Ik geef ’er met de meede
Liefhebbers in ons Nederland, in ’t algemeen,
den naam aan van Kapellen,
Welke Infekten wy hier op ’t Oog hebben, ^
is iedereen, ten minde gedeeltelyk, bekend. De
Kinderen vermaaken zïg dikwils met de Kapellen,
die hun in de Zomertyd voorkomen, na
\ De e l , x i, Stuk* H 3 £0
V.
a fd e e l .
XL.
Hoofdstuk.
Schooaieid.