(269) Mot t die de Wieken witagtig AJchgraauw
heeft, eenïgermaate gebarideerd , met een
witte zwart geringde Stip, die het teken
<J> maakt.
Deeze onthoudt zig in de BoiTchen.
cclxx. (2 70J Mot, die de Wieken Wolkig, van agte-
ren met een roede vergulde Vlak heeft.
Aeek-
-Mot. De Peeren, die voor den tyd geel worden,
en dus van de Boomen druipen , vindt men
doorgaans Wprmfteekig, gelyk het genoemd
wordt; dat is met een Infekt bezet, het welk
dezelven van binnen uitknaagt, en, wegens de
Geftalce, voor pen Wormpje gehouden wordt,
hoewel het, inderdaad, een Rups,met zeftien
Pooten, is , die io een Mot-Uiltje verandert.
Hetzelve wordt in de Appelen ook gevonden.
W einig Menfchen denken om de zonderlinge
eigenfchap van dit Rupsje ; dat het , naame-
lyk, tot de Veranderingen Hout boort, niet
alleen , maar dat het ook, wanneer men ’t in
een Doosje befluit , door het Hout heen zig
een weg baant, om te ontvlugten ; even als de
Wolf
( 269) Pbalana Tiara , Alis albido cineteis fubfafciatis,
medio punito albo g cinfto. Syfl. Kat. X. Faun. Snee. lid.
II. 1141.
(270) PbaUna Tinea, Aüs nebulofis poftice maculd rubra.
. Auieü, FHISCH. InJ. VII. T. 10. ROES. Inf. I. No&. Phal. 4.
T. 13. Readm. Inf. II. T. 40. f, 9, io. WILK. Pap. 5,T.
I. a 9. Faun. Snee. Ed. II. 1418,
V.
A fd e e l .
XLI1I.
H oofdstuk.
c c l x ix .
Mercurella.
W olf van ’t Koorn.# Men kan zulks waarnee- V.
men als men in een Glas , waar in zodanige x u i i L’’
Wormfteekige Vrugten gedaan zyn, een ftuk-HooFD-
je Hout daar by legt. R e a o m y r hadt reeds STUK*
vermoed, dat zy onder de Schors kroopen,
om te veranderen.
(271) M ot, die de Wieken bruin, metZ ilv e r eccLxXr.
Golfjes heeft; de onderjlen bruin met wit5Dennet,
gerand. . Viugt-
In de Vrugt der Denneboomen onthoudt zig
de Rups van dit Mot-Uilcje, dat zeer klein is,
en in ’t vroege Voorjaar gemeen.
(272) M ot, die de Wieken geel heeft, met tweec c ex x ii.
Zilveragtige Vlakken, de voorfte langvoerm pjaboo-
pig, de agterjle,ovaal. men*
{273) Mot , die de Wieken graauwagtig wit, cctxxui.
en eenïgermaate Glanzig heeft, met het^tnop
BorJIJluk geel. Mot-
074)
C271) phalana Tinea. Alis fiifcis Argenteo-undatis; infe-
rioribus fnfeis margine albo. S y fl. K a t. X. Faun. Suec. Ed. II. 1419.
(272; pbalana Tinea, Alis flavis; maculis dnabus Argenteis,
anteriore oblongd, pofteriore, ovatH .S jf l.K a t . X . Farn. Suec.
Ed. II. 1368.
C273) PbaUna T in ea , A lis grifeo-albis, nitidulisj Thoracc
lateo. Sy fl. Ka t. X. Faun. Suec, Ed. II. I42O.