V. der gevoegd, als de Drukletters in een Vorm.
XXXLX* Somtyds hebbenze een algemeen bekleedzel;
Hoofd-* fomtyds niet. Wat de reden van dit verfchil
stuk. jD <je Tonnetjes z y ; is, gelykerwys veele andere
Wegen der Natuur, ondoorgrondelyk.
De Rupfen van den Eikeboom, die men Pro-
ceflionariflen noemt, verltrekken tot een aan-
merkelyk Voorbeeld van zulke Koeken van
Tonnetjes, die zy fomtyds wel twee of drie
boven elkander maaken, zo dat het naar een
Wespen-Neft gelykt. Maar in het onderzoeken
, affcheuren en behandelen van deeze Koeken,
ontdekte de Heer R e a u m u r eehe E *
genfchap, die nog vreemder is , dan eene der
voorgemelden. Hy kreeg, kort daarna, een
fterke Jeukingaan zyne Handen, entuflchen de
Vingeren niet alleen , maar zelfs in ’c Aange-
zigt, zodanig dat zyn ééne Oog geheel rood
en vuürig ontftoken was, na verloop van ee-
rïge Duren. Zelfs kreegen eenige Dames, die
mede op de wandeling waren geweeft, toen
men die Koeken van Tonnetjes behandelde,
den Hals met Puiften, en fchoon hy naderhand,
voorzigtiger zynde, de Koeken met zyn Rotting
van de Boomen affloeg, zonder die aan
te raaken, jeukten niettemin zyne Handen,
wel twee Dagen lang.
jeukt en Deeze Jeukt moet, buiten tw y fe l, door
t o f f zeer fyne deeltjes, in de Lugt vliegende, en
supfeü van deeze Tonnetjes afkomftig, veroorzaakt
worden. Gemelde Heer, zodanige Koeken met
D E P O P P E N . 103
VK
met zyn Rotting van de Boomen flaande, op
plaatfen in het Bofch , daar de Zon helder
fcheen , zag de Lugt aldaar vervuld met
een ontelbaare menigte van Stofjes, veel groo-
ter en talryker, dan die men ziet in deLicht-
flraalen, welke in een Donkere Kamer fchie-
ten. Dit waren, zo hy waarfchynlyk Helt,
kleine Haairtjes of brokjes van het Haair der
Rupfen, het welk zy in de famenftelling der
Tonnetjes gebruikt hebben , zynde door den tyd
broofch geworden : want, hoe ouder de Nesten
zyn, na dat de Kapellen ’er uit zyn gekomen
, hoe gevaarlyker zy zyn om te behandelen.
Evenwel zullen het geen brokjes zyn van het
grove Haair, maar van het fyne, dat niet dan
met een Vergrootglas o f Mikroskoop te ontdekken
is .op de Huid deezer Rupfen, die,
door enkele wryving aan onze Huid, dergely-
ke Ontfleeking of Jeukt verwekt. Zekere Gezellige
Rupfen, van den Pynboom , fchieten
zelfs, op een zigtbaare wyze , Haairagtige
deeltjes door zekere Stippen uit, die zy op de
Rug hebben; waar door een foort van Dampkring
om haar heen gemaakt wordt, die, zonder
dat men haare Nellen aanraakt of behandelt
, door enkele befchouwing van naby, der-
gelyke Jeuking verwekt (*)♦ Men kan dezelve
niet beter, dan by de uitwerkiDg van het
aan-
(+) R e a u m u r , Mem, T om. lt. 1. Part. pag. ajo.
Q&aro.
ï. DIEI. XI. 5TVK. G_ 4
V.
A fdeel.
XXXIX.
Hoofd.
STUK*