A fdeel,
XLI.
Hoofdstu
k .
Lxr.
Sinapis.
ïruin getipt.
248 B e S CHR Y V i Nü VAN
een ander Witje, het welk zy insgelyks op j e
groene Kool waargenomen hadt; dac niet al.
leen nog een weinig kleiner dan het naaftvoor.
gaande is , maar ook daar van verlchilt, doordien
de agterlle Wieken van onderen niet geel«
3§tig» maar egaal wit en met breede groeDag.
tige Aderen doorweven zyn. Hier Haat te on-
derzoeken ,o f het Wyfje galleen] op de voor-
fte Wieken twee Vlakken heeft , gelyk L 1 n.
N M ü s zeg t ; als ook , waarom zyn Ed. hetzelve
onderfcheiden heeft met den bynaam van
der lange Raapen, en het voorgaande met dien
van der ronde Raapen; terwyl hy zegt, dat bet
eerftgemelde zig ook op de Kool en dergely-
ken onthoudt. Ik geloof, dat het flegts eene
Verfcheidenheid daar van zal zyn.
(6l 3 Danaus-Kapel , die de Wieken ongekar•
teld , rond van rand en wit beeft, zonder
Vlakken, met de tippen bruinagtig.
Nog valt ’e r , in verfcheide deelen van E uropa
, een andere Soort van kleine Witjes, die
aan de tippen bruinagtig of volkomen bruiD en
voor ’t overige geheel ongevlakt, ja byna
Sneeuwwit zyn. Ik heb ’er zodanig één , dat
ongelyk kleiner dan de voorgaande is , als zyn-
d e , in t geheel, maar ruim een Duim breed j
het welk derhalve, indien het op de langte en
breed-
(Sj ) Papilio Danaus Alis integerrimis. rotundatis albis inj-
»aculatis , apicibus fufcefcentibii*. lam . Suee. »00.
D E D A G • K A m L C H. 249
breedte zag, beter den naam van half zo groot v .
verdienen zou , dan het gewoone kleine Wit- A^ E(EL*
je (■ }•). Om wat reden L i n k j e ü s het zelve Hoofd-
van de Moftert noeme , daar het zig insgelyks stuk.
op de Kool en dergelyken onthoudt, is my ook
wat duifter. Dit kan , met reden ,den bynaam
voeren, van bruin getipt klein Witje.
(62) Danaus-Kapel, die de Wieken ongekar- l x u .
teld, rond van rand en wit heeft, met r>a?lr
bruine zoomen , . van onderen geelagtig
met wit gevlakt.
L in n a iu s begint hier de Soorten van dee-
zen Rang te tytelen met de naamen der Dog-
teren van Danaus ,den Egyptenaar, genaamd D anaïden
,o f Beliden , naar haaren Grootvader Bi-
Jus: Van welken de Hiltorie wil, dat zy vyftig
in getal waren en trouwden aan vyftig Zoonen
van EgyptuSf die altemaal, behalven één, op
een zelfde nagt, door haar, op ’s Vaders bee-
v e l, om ’ t leven gebragt werden. Want het
Orakel hadt hem voorzegd , dat één zyner
Schoonzoonen hem het Eiland Argos , alwaar
hy Koning was, ontweldigen zou; het welk
niettemin de uitkomft beveiligde. De naamen
nu, der Witte Danaus - Kapellen, zyn van de
Dog-
( t j Papilio Rap», fimillimus pntcedenti [Braificac fcilicet]
léd dimidio minor. Faun. Suec. Ed. II. p. 17 1.
( i2 ) Papilio Dantus Alis integris rotundatis albis margin«
fufcis, fiibtus luteo-grifeis albomaculatis. P e t .Gaz. T. 1 . f.
7. R A J. I n / , ti 6. n. io.
1, De e l . XI. Stuk. Q 5