V.
54a B E S C H R Y V ï NG VAN
gekweekt; maar weinigen zullen weeten, dat
. deeze Rups twee Vergaarplaatfen heeft van de
vloeibaare Stoffe, die de Zyde moet uitleveren,
erï daar door twee Draaden te gelyk fpint, die
altyd tegen elkander aan gelymd zyn, en dus
manken, dat de Draad der Z yd e , zo als die
uit de Rups gekomen is, zig door het Mikros-
koop altoos platagtig, breeder dan dik, en in
’t midden als met een geutje uitgehold, vertoont.
Gelukkig is ’t , dat de Draaden, zelf, onder
elkander, niet zo vaft zyn tefamen gehecht,
o f warm Water is in ftaat , om dat Lym te
ontbinden. M a l p ig h iu s beweert, dat het
Tonnetje zes Laagen Zyde heeft. Hy hadt
de nieuwsgierigheid , om de langte van den
Draad, die ’er van kwam, te meeten, en be-
vondt dezelve meer dan negenhonderd Voeten
van Bononie. Hier door is men in ftaat,
om eene duifterheid op te helderen, welke
gevonden word in ’tBerigt van Boyle, wanneer
die van een Dame fpreekt, welke den Draad
van een ZydewormsTonnetje, dat zy afgehas*
peld hadt, rekende meer dan driehonderd
Engelfche Mylen lang te zyn (*). De Heer
L y o n n e t , immers, die verfcheide maaien
zulk een Draad afgemeten heeft, zo hy verhaalt,
Afdeel
XLIII.
H oofdHes:
t Supkin.« zei.
bevondt dezelven doorgaans niet langer
dan
(*) Het zullen zekerlyk Bilt» moeten zyn; gelyk ikderge*
]yk een misftelling ook, in een onlangs uitgekomen Werk,
gevonden en verbeterd heb. Zie hier voor, bladz, 12),.
Regel 19, zot
D E N A G T-K A P E L L E N. 545
dan tuffchen de zeven • en negenhonderd y .
Voeten. ^xLinC*
Van de Inwendige Deelen o f Ingewanden hoofd-
zal. ik ook , om dat ik jte vooren reeds STÜK:'
daar van m t algemeen gehandeld heb f 'der Rups.
niet fpreeken , en letten nog alleen maar ,biad&45,
op het gene de Zydeworm , in haare G e -Cnz*
ftalte, onderfcheidt van de andere Rupfen.
Zy is geheel Haairloos, kaal en glad; na de
vierde Vervelling van middelmaatige grootte
en van Kleur uit den geelen witagtig Afch-
graauw, doch met veele donkere Vlakken
gemarmerd. Men weet dat haarLighaam, als
de tyd der Verandering of van het Spinnen nadert
, byna geheel doorfchynende wordt. Haar
Kop is, wanneer zy denzelven uitrekt, Snuit-
naar dien van de Wyngaards-Rups eenig*
zins gelykende, en op het agterfte heeft zy
een Hoorntje, als de Pylftaarten. Zie hier
nog kortelyk wat Doktor S copoli , in ’ t jaar
1760, omtrent deZydewormen, door hem in
Karniolie opgevoed, heeft gemeld.
„ De R u p s , den 10 Mey uit het Eytje
« voortgekomen, wierdt den 16 Ju ly , dat is
„ in zevenenzeftig Dagen (* ), uit het Popje
„ een Kapel. Zy legt zeven bekleedzels a f,
j, het eene van ’t E y ; vier in de ftaat van
j, Masco
Dus i*1 ze*en Dagen minder, dan da Heer 1’Admi-
Raai. het hier te Lande.hadt waargenomen; dat WegCQI
1 Ferfchil der Klimaaten niet te verwonderen is,
X. Dsh. XI, STUK,