530 B e s c h r y v i n g v a n
V. dat denaam der Zydewormen is by de heden-
AXLIU,‘ daas fcheGrieken, z e gtA l d r o v a n d u s , Hy
Hoofd- voegt ’er b y , dat men die in de Oofterfche
27*wfri».^anden PpPeWltG te rilyn'e Giijinnieci, noemde;
in Afrika Afmaakjanti en in Spanje Gufanos di
Seda.
Naam, Wat het Latynfche woord Bombyx’aangaat,
dat yan de Grieken is ontleend: hetzelve
fchynt van ouds voor allerley foört van Katoen
o f Boomwolle gebruikt, en naderhand eerft ,
toen men Zyden Kleederen begon te draagen, op
den Zydeworm toegepaft te zyn. Immers Pli*
nios fpreekt van Gqffypii ant Xyli Bombyx. Ook
hebben de Ouden, onverfchillïg, van Bombyx
en Bombylius gebruik gemaakt om de Hommels,
o f dergelyke brommende Infekten, te betekenen.
Het blykt klaar, dat de gemelde
Autheur daar in verward ge weeft i s , de eigent-
lyke Verandering niet kennende van deeze Infekten}
hoewel hy doch den Zydeworm, en
de Zyde, die daar van komt, bedoelt
Deeze laatfte noemde men ook Bombyx, hoewel
de naam van Sericum, afgeleid van de Se-
res, een Volk dat oudtyds die Landen bewoonde
, alwaar thans de Tartaaren, Chineezen,
Siammers, Mogollers en andere Indiaanen ge-
huisveft zyn,in algemeen gebruik gekomen is,
om de Zyde te betekenen, en Bombyx voor den
Zy-
(*) Libr. X ’l ; Cap» 51, De Bonhycilus & Boniy-
U> & Kecjdnl, , & p ii prim i Vefitm inyentiii.
Zydeworm. L inn^ us heeft, met reden, dien V.
naarn tot onderfcheiding gebruikt van zodani» xuiL*"'
ge Kapellen , wier Rups in ’t maaken van haar Hoofd.
Tonnetje of Spinzel eenige overeenkomft met
de Zydewormen heeft; welke hy met den by-
naam van den Boom, die haar tot Voedzel
ftrekt, niet onaartig beftempelt.
Het is zeker, dat, voor twaalf Eeuwen, de Hiftorie
Inwooners der Zuidelyke deelen van Europa tee^tf y e*
nog zo onkundig waren van de Zydeteelt, als
thans de Laplanders kunnen zyn. Toen A l e »
xander de Grooce het Ryk van Perfie veroverd
hadt, kwam de eerfte Zyde in Griekenland,
en van daar onder den bloem van het
Romeinfche Volk in Italië. Keizer J ustinia-
nus , die in ’t Jaar 366 na ’s Heilands Geboorte
geftorven is, wien het verdroot, dat zyne
Onderdaanen deeze Waar zo duur van de Per-
fiaanen koopen moeften, zondt twee Geefte-
lyke Perfoonen naar Indie, om na te fpooren ,
hoe de Zydeteelt aldaar gedreeven werde, en
eenige Zydewormen, om die voort te kwee-
ken, met zig te rug te brengen. By hunne
wederkomft gaven zy den Keizer berigt, dat
men de Zydewormen een zo verren weg niet
voeren kon, maar wel derzelver Eijeren. Hier
op, ten tweeden maale, derwaards heengezonden
zynde , bragten zy een menigte Eijertjes
met zig naar Konftantinopolen, van waar voorts
deeze Infekten door de Zuidelyke deden van
Europa dermaate vermenigvuldigd z y n ; dat’
1 . De el , x i, Stuk. L 1 2 men