V. ken een weinig hoekig en getand. Op derzel-
ver zwarte Grondkleur, van boven, zyn aan
Hoofd- den buitenkant, of naarjde tip toe, eenige wit«
stuk. tej en aan Jen binnenkant Oranjekleurige Vlak-
Diftdvmk. jjea> in de voorfte, en op de agterfte Wieken
vaale Vlakken, met blaauwe Stippen aan ’c end.
Het L y f en de Grondfteun der Wieken is van
boven vuil geel. Die zelfde Kleur heerfcht op
de Wieken, aan den onderkant; doch de ag-
terften zyn aldaar Netswyze geaderd en fierlyk
geoogd; de voorflen keurlyk gemarmerd met
wit, zwart, Roozekleur en Kerfenrood : zo
dat de onderkant in fraayheid uitmunt by de
boven fte.
Volgens R e a u m u r behooren deeze Kapellen
tot de Tweede KlalTe, om dat zy maar vier
Pooten hebben , maakende de twee voorften
als een foort van Borfteltjes of Staartjes, die
f^ziebiadz. den Kop voor uitfteeken f . Volgens R ges
e l , die de Dag.Kapellen alleenlyk in-vier-en
zespootige onderfcheidt, komen zy met de
Gras-Kapellen in een zelfde Klaffe. G eo f fro y
maakt van de vierpootigen zyn eerfte Familie,
waar van de eerfte Afdeeling de Dag-Kapel-
len bevat, die van Gedoomde Rupfen komen,
en de Wieken hoekig hebben; de tweede de
zodanigen met ronde Wieken , en de derde die
van ongedoornde Rupfen afkomftig zyn, met
de Voorpooten kort; gelyk de Gras-Kapellen.
De Konings-Mantel, het Paauw-Oog, de Au-
telia’s , Nommer-Kapel en Diftelvink, behoorea
ren rot zyn eerfte; de Parlemoer-Kapellen en
Bontemantelcj.es tot zyne tweede Afdeeling.
LifcNVEtis merkt aan, dat de Verdeeling der
Kapellen in vier- en zespootige niet gemakke-
lyk plaats kan hebben omtrent de genen, die
men in Laadjes befchouwt ,cn inzondetheid uit
beemfche, aan welken dikwils de Pooten gé*
heel'of ten deele ont-breeken. Ook is het klaar,
dat die van zyn laatfte Afdeeling,de Gras Kapellen
naaraelyk, als een middelrang , tuffdien
de vier en zespootigen, uitmaaken. ,
De Difte! Kapel onthoudt zjg niet alleen ifl
ons Wereldsdeel, maar mooglyk overal waar
Dillelen en Doornen of dergelyke Kruiden zyö.
Men vindt de gewoone aan de Kaap , id Afrika,
en ik heb Nieuw Jorkse gezien, welker gedaante
veel overeenkom!! met de Eüropifchea
heeft. Daar te Lande is nog een Soort die. wat
meer van de onze verlchilt; doordien z y ,. van
onderen, groote Oogen heeft.
(108) Nimf-Kapel, die de Wicken gèkarteld ,
Van boven en van onderen zw a r t b e e ft,
de agterjlen op ’t midden Oran jek leu r,
met zeven Oogjes.
Deeze Indifche, die z ig , zö wel als de volgende
, in *c Kabinet der Koningin van Sweeden
bevondt, heeft op de voorfte Wieken een wittefl
ƒ *,*) PapUlo Kyrtzp halfs Alis crenatis nigti* cönéolpribus j
poftids Disco fulds Ocellis feptem. M. L. ü, Syjli ..
V a
%
A fö eeL
KL K
Höofd-
STUKDiftelvinki
eviih
Pip leU,
j . De e l . XI. stuk.