• V.
A fdeel
XLl.
Hoofdstuk.
Groote Au-
relia.
* Bladz.
71j enz.
3$0 B E S C H R ï V i N t ï V A ft
L X X X V afgebeeld is,gefchiedt als vooren is
befchreeven * . De Kleur van deeze Poppen isi
geelagtig vdal. Sommigen munten uit door zes
Zilverkleurige Stippen, op twee ryën, onder
het Mom-Aangezigt, dat zy vertoonen, ge-
pfaatfi:: anderen hebben aldaar vier Stippen als
van Goud , en eenige weinigen in ’t geheel niets,
dan eenige donkere Stippen.
De Kapel is Vuurkleurig (*) op de bovenkant
der Wieken , die aan den voorden rand ge el,
en in den overigen otntrek zwart gezoomd zyn,
met blaauwe Vlakken, welke zig meelt öp de
agterfte Wieken vertoonen. De voorden zyn
met eenige zwarte Vlakken getekend. De onderkant
van de Kapel is graauw bruin , naar
den omtrek toe geelagtig , en aldaar met een
blaauwe Streep gezoomd: hét L y f ook van
onderen graauw, van boven geelhaairig
De Poppen van de groote Aurelia of Gouded
Vlinder vindt men doorgaans hangen aan de
Schuttingen en Muuren der Tuinen, of ook aan
de
(*) Doktor SCOFOLi noemt dieKteur Schórsagtïg (Cor*
Minus)', als naar de Kleur van de Kina, gemeenlyk Cortex
genaamd, gelykende; doch ik heb diö*Baft nooit van zulk
een hooge Kleur g e z ien a ls dezelve doorgaans is in deeze
Kapellen, komende dikwils naby aan een geel Saffraanag-
tige of Oranjekleur; gelyk R o e s e l ook dezelve Oranje-
geel noemt, maar erkent,dat zy in fommigen donkerer, ïrt
andere helderer is. By L i k n ï u s wordt de Kleur der Aurelia’s
en die der Paauw-Oogen, beiden, met het woord fulvus
aangeweezen: doch zy vérfchillen grootelyks van elkander,
als iedereen bekend is, Zie biadz, sïö.
- ' ■ . , r ï
i s D a c . K i p s i l ï !i. 35i
clè takken van Boomen, zodanig, dat zy eeni-
^ermaate voor den Regen befchut zyn- Dérzel-
ver aarcigheid niet zo zeer, als de verwagting
óm ’er een fthöone Kapel uit voort te teelen,
doet de Liefhebbers deeze Poppen dikwils mede
neemen; maar zy vinden zig dikwils in hunne
verwagtinge te leur gefield, aangezien er
niet uitkomc dan kleine Vliegjes. De Verandering
gaat fn deeze Soort vry fchielyk toe,
gelyk in de meefte Dag-Kapellén. In veêrtieö
Dagen tyds, na dat de Rups een Pop gewordeh
Ïb, komc, zoo dezelve niet met Eytjes vah
Bóor-Wespen is bezet geweeft de Kapel té
•yöorfchyn.
1 i Bh t , ' ■ * ' * • f\t 1
( 1 14 ) Nimf-Kapel, die de Wieken hoekig en
Vuur kleurig beeft, met zwarte Vlakken*
de voorften van boven met drie zw arte
Stippen.
Z ó weinig verfch'il is ’èr in de Kleur van dfe
Groote en Kleine Aurelia , dat de Kenmerken,
welke L innj e üs opgeeft, alleen het
onderfcheid hebben van vi$r of drie zwarte
, . Stip-
( i i f ) Papiiït rtympÊalls Alt» angulatis •fulvi»' itigró-nVa«
cularis, primcstbus fupra puucHs tribus nigris. Faun. Sust*
£74, Movee. Inf. tol, f. s , <• JliVADL. Nat. T. 17. £ a0
Goed. Inf. I. T ai. Meb.j,an. s. T, 44. H st. Goed.
5. f. x. Avi. W T. 4. / i. BLANK. Inf. 13. 1". 1. f L -O!»
iwAMM. Bibl. T . I J . £ B.AJ. Inf. I I 7. N,- I. RkAUM.^
Inf. I. T. 2fi. f. tf, 7. RoBERT. Icon. T. f. BOES'. Inf.
JPap. i. T.4. HöxEN. Ti3 . l . £ Tij. VV'IUi. Bap. J«. T« J»'
5. Fig. Inf.
T? ‘7 DEEL. I I . JTUK,
Af.db^Lc
XLI.
Hoof#-
snifc.
Q.rootp .
.A u-rilia..
c x m
Urtïc&m
Kleines.
Aurelia,