Vi is met dergeiyke witte Lyntjes gezoomd, als
vanboven. . . .
^stvk? 0 4 -0) Nimf-Kapel, die de Wieken getand en
c x l . Orarije-kleurig beeft mei zwarte Vlak.
&^*paax- ken , van onderen met éen-ea-twintig
' Zilver aglige Plekjes.
L i n n al u s hadt, voorheen, dit flag van Ka.
pellen met zekere benaamingen getyteld, die
eenigermaate met derzelver fchoonheid of korthaar
optooizel overeenkomftig waren. Dus
noemde hydeeze, (gelyk het Paauw.Oog, vol,
gens het oordeel yan M o u f f e t u s , de
Koningin genoemd mogt worden ,) de Koning
der Kapellen , en de Gevlamde Paarlemoer de
Keizer; zynde het Bonte Manteltje ,met geele
Banden , van hem de Graaf geheten. Wy
noemenze de groote Paarlemoer o f de groen
gevlakte; in *t Franfch le grand Nacré, in ’e
Engelfch tbe great Fritillary with Zilver fpots,
dat i s , de groote Kievits - Eijeren Kapel mee
Zilveren vlakken.
De Rups. De Heer 1’A d m i r a a l heeft mooglyfteerfj:
de Verandering waargenomen van deeze Kapel,
die voortkomt van eene Rups , welke .hy de
Penften- Rups noemt, om dat zy op de drie-
(140) Papilio NymphalU Alis dentatis fulvis nigro * macula*
tis , fubtus Mieulis XXI Argenteis. Syji. Nat. X , Re*. Faun.
fute. 780. AÏOttïF. Inf. 169. T. I01. f. 3. +. Ra j . Inf. 1 1».
n. j . A l d x . Inf. 145. f. g. 9. Wii.it. Pap. s9. T. 2. a,
I*. Ï I T . Muf. 3{. I». 320.
kleurige Violen aart ; zynde op dat'Kruid, V.
buiten Naarden , gevonden. Het is , v o lg e n s Afdeeu
hem, eene Doorn-Rups, bleek bruinagtig van hoofd-
Kleur, met een geele-Streep langs de Rug en stok.
overdwars korte zwarte Streepjes, roet geelag*
tig witte daar tuffchen. Tot de Verandering
maakt zy eenige befchutzel van Bladen of tak.
jes Hey, die zy met Spinzel aan elkander hegt,
wordende dan eene Metaal - groene hangende
Pop , met fterk glinfterende Gouden flippen.
De Kapel is , volgens hem, Saffraankleurig
van boven , van onderen bleeker, wederzyds
met zwarte Vlakken op de voorfte, doch op
de agterfte Wieken met Zilveragtige Plekjes op
een doffen grond , rondom gediept met donker
Kaneelkleur; doch in fommigcn ftaan deeze
Plekjes, zo hy aanmerkt, in ’ t groen ( f ) .
De Rups van de groote Paarlemoer.Kapel,
welke R o e s e l van Frankfort ontvangen hadt’,
was zwart, en hadt,buiten en behalve die geele
Streep op de Rug, aan ieder zyde agt bruin,
roode Vlakken, en haare Doornen waren niet
bleek maar zwart. De Pop, waar in zy veranderde,
was glanzig bruinrood, en krommer dan
gewoonlyk , met eenige puntjes. De Kapel
zelve Was kleiner dan de Gevlamde, doch evenwel
nagenoeg derdhalf Duim breed , en dus
zeer aanzienlyk. Op ieder agter-Wiek bevonden
( f ) zie zyne Negentiende Plaat, de ryf-en dertigfte Vw*
andeiing.
I. Ose i.. XI. Stuk»