V- aan toe. Het fchynt ten im'nfte dezelfdeSoort
XLIil te zYn » hoewel de Kleuren een weinig ver-
H oofd- fchillen: alzo de Kapel kenbaar is aan een zon-
STDK' derling Kuifje Haair, dat zig, wanneer de Wie-
ken uitgebreid zyn, niet vertoont.
(104) Nagt * Kapel met ongepluimde Sprieten
, die een Zuiger heeft en gekamd is; de
Wieken Lancetsnjoyze om ‘t L y f gewonden
hleek, doch bruin op de Rug, met een platte
Hals kraag.-
Jt Woord obfoletus betekend een verouderde
o f verbleekte, fletfe Kleur; doch exfoletus isby
de Latynen niet bekend. De Kapel, daar wy
van fpreeken, is, op fommige plaatfen, Roetag-
tig gekleurd, op anderen bleek. Stil zittende
heeft zy de Wieken geheel om ’t L y f gewonden,
en gelykt dus byna naar een endje rottig
Hout, waar van fommigen haar den naam gee-
yen. De Rups aaft op allerley Soorten van
Melde, alleen die men, wegens de Stank, Vul-
varia noemt, uitgezonderd ; doch wordt ook
fomwylen op de Braambooifen aangetroffen,
zegt R oes e l . Zy is groen van Kleuren
kaal, geftippeld, met eene witte of geelezyd-
ftreep. Men heeftze ook op de Erwten en
Klokjes Bloemplant gevonden.
(105) Nagt-
(104) PhaUna Koclu* fpirilinguis criftata, Alis lanceolatis
eonvolutis exfoletis, Dorfo fufcefcpntibus, Collari compreflb.
rui Sc h.
CIV.
Exfcleta.
Roetvlak*
kige.
£ ic5) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprie- v.
ten, die een Zuiger heeft en gekamd is; de Afdeel.
Wieken ofloopende bleek vm Kleur, aan den j jOOFO’,
zydelingfen Rand bruin. stuk,
cv.
Deeze Kapel gelykt ten deele naar de naaft- van *
vQorgaaijde, ten deele naar de Gedekte, van woudwegen
het Kuifje van Haair, het welk in de
zittende Kapel zig zeer fpjts vertoont. R o e-
s e l heeft zig over de konftige manier, op
welke eenigen der Rupfen haar Tonnetjes, boven
den Grond, van brokjes verdorde Bladen
maaken, uitermaate verwonderd, en het is nog
zeldzaamer, dat fommigen dit doen, en anderen
in den Grond kruipen om te veranderen.
De gehakkelde Wieken onderfcheiden.de Kapel
grootelyks van die van Reaumur , voorgemeld
, en de Rups is ook wel kaal, maar
Afchgraauw en geel, met zwarte Vlakken. .
Met de Wieken toegeflagen zweemt de Kapel
ook wel naar een brokje rottig Hout; doch is
byna de helft korter dan die der Melde-Rups.
Men vindtze gemeenlyk op het witte Wolle»
kruid. De Pop is Oranje-kleur , gelyk die van
de Gedekte, voorgemeld.
(106) Nagt-
FRISCH. Inf. V. T. 2, f. 1. ROES. Inf. I. Phal. *. T. 14.
Wil K. Pap. 8. T. i, a 18. Faun. Snee. Ed. II. 1185.
("105) F hal/en* Kocht* fpirilinguis criftata , Alis deflexis
obfoletis, margine laterali fulcis. R A J. Inf, 169. n. 125.
ReAum. Inf. I. T. 43. MER, Fm. III, T. 29. R oes. In f
I- Phal. 2. T. 23. FRISCH. Inf. VI. T. 9. WlLK. Pap. 7.
T, 1. a. 15. Alb. Inf. T. 13. F*un. Snee, Ed, II. U t6.