V. neer men zyn Kous wil uitdoen, zonder die
XXXIX ’ aan den Voet te laaten uittrekken, z0 drukt
H oofd men die met de Hand naar om laag, tot dat zy,
stuk. (jus gefronzeld, niet meer dan de Enklaauwen
bedekke. Even zo gaat de Pop te werk, en
doordien zy langs hoe dunner wordt naar t agter
end, kan zy die Huid gemakkelyk affchui-
ven, door beurtliDgs uit te zwellen en zig in
te korten. Sommigen hebben een behulp daar
toe, gelyk de gemelde Rups der Brandenetelen,
wier Pop , op ieder van de v y f agterfte Ringen,
twee Doorntjes of Haakjes heeft, naar agteren
krom, die het weder opfchieten van de Huid
beletten : anderen komen te regt zonder dit
' behulp. De Huid, om kort te gaan, wordt
geheel opgerold, tot aan het Staart-end,alwaar
zy maar een klein Bondeltje maakt.
„ Dan blyft ’er alleen over, dat de Pop zig
„ ontwikkele van deeze opgerolde Huid, en
„ dit is ’t oogenblik , het welk my de grootfte
„ opmerking fcheen te verdienen, (zegt R e a ü *
„ m o r , ) om dat het my leeren moeft, hoe
„ de Pop kon hangen op de plaats, daar de
„ Rups te vooren gehangen hadt. Haar Staat,
,, moet ik bekennen, bragt my in ongeruft*
,, heid. Het fcheen onmooglyk, dat een Schep-
„ z e i, geen Armen ’ hebbende, noch iets dat
„ ’er naar geleek,' zig in de Lugt zou kunnen
„ ophouden, terwyl het zyn agterfte uit de
,, Scheede trok. Ik wift niet, dat deeze Pop,
„ die vervolgens zo hard en ftyf wordt, ten
„ (jee"
„ deezen tyde geheel buigzaam was, zo dat
„ zy met twee Ringen, als met een foort van
„ Nyptang , , een gedeelte van de Huid der
„ Rups kon vatten, en zig daar aan vaft hou-
„ den, terwyl zy haar agterfte uit de Scheede
„ trok ” .
, , Zie daar dan de Pop geheel van haar be-
,, kleedzel ontbloot, en als uit de Gevangenis
, , verloft; maar wie begrypt thans van te voo-
„ ren , welk middel zy gebruiken z a l, om zig
„ op te hangen? Het zyn twee andere Rin-
„ gen, waar mede zy de Huid, al knypende,
„ wat hooger vat,en dan,de onderfte los laa-
„ tende, kort zy zig in, waar door zy we-
,, derom wat hooger vatten kan, klimmende
,, dus, zonder Ladder, en behendiger dan de
„ vlugfte Matroos by een Touw opklautert,
„ tot dat zy eindelyk met het Spitfe end van
„ haar L y f dat Bergje van Zyde kan bereiken ,
„ waar aaD de Rups zig opgehangen hadt.
,, Doch blind zynde, moet zy hetzelve als by
,, de taft zoeken en, zo dra zy ’er tegen aan
„ komt, gaat zy zelf daar aan hangen.”
Deeze bewerking, die een groot overleg en
een onverbeeldelyk Vernuft aantoont in dit
Schepzel, onderftelt niettemin, dat ’er aan ’c
agter-end van hetzelve een foort van Haakjes
zyn, die ’er, in den eerften opflag, zig niet
aan opeobaaren. Gemelde Heer hetzelve met
een Mikroskoop onderzoekende, bevondt, dat
aan de Buikzyde van het agter-end, der Pop,
I. De e l XI. Stuk. dat
V.
A fd e e l .
XXXIX.
Hoofdstuk.