tr E R u p s e n . 9
dien ’er de Franfchen aan geeven, fchynt van v .
den Eikeboom, door wien ’er zeer veelen ee- Afdeel.
^ XXXVTTr
voed worden, afkomftig te zyn. In Engeland hóó*Jl
worden zy gemeenlyk Catcr-Pillars, en, die glad stuk.
zyn» Canker-Warms geheten.
Aan de geheele Wereld is de algemeene fi-Geftaitc.
guur van een Rups bekend. Men weet, dat
dezelve het L y f lang en fmal, en rolrondagtig
heeft; doch die byzonderheden, welken haar
van een Worm onderfcheiden, zyn zo Wereldkundig
niet. Het L y f beftaat uit twaalf Ringen
, die zeer kennelyk aan elkander gevoegd
en op elkander beweeglyk zyn. Voor aan den
voorften Ring zit de K op, welke voornaamelyk
beftaat uit twee ronde, Hoornagtig harde Kalotjes,
waar onder, voorwaards, twee ftyve,
fcherpe Nypers of Tanden den Bek maaken,
dienende de Rups tot het afknaagen der Bladen,^
Bloemen en fömtyds van de Schors of van
het Hout z e lf, om daar in te booren. Dit
Werktuig is het, waar mede de Rupfen zulk
een deerlyke verwoefting aanregten in de Bof-
. fchen, Tuinen en Plantagiën » beneemende het
Geboomte dikwils al zyn Groente en Vrugt-
baarheid. Onder den B ek, in de Onderlip , is
een klein Gaatje, door het welke de Draad
pafleert, dien dit Infekt weet te fpinnen. De
Ringen van het L y f zyn nagenoeg van een zelfde
figuur, rond van omtrek doch van onderen een
weinig vlak, uitgenomen de agterfte of uiter-
fte,onder aan welken zig de Opening bevindt,
I. Deel. xi. Stuk« A 5^ die