V.
A fd ee l .
XXXIX.
Hoofdstu
k .
Hoekige
Toppen.
PVLXXXV.
Ronde
Toppen.
&£ 4.
55 B e s c h r ï v i h c v a n
Ik zal geen agt geeven op alle de byzonder*
heden, die ’er in de figuur der Hoekige Poppen
voorkomen, waar van fommigen als Gehoqrnd,
anderen als op een aartige manier Gekapt, ja
met een foorc van Mom AaDgezigc zig vertoo*
nen: eenigen als Gedoomd zyn, enz. In Figm
i , en 2 zyn twee verfcheidenheden van deeze
hoekige en kantige Poppen, niet van de minfl:
aartige , afgebeeld. Het aanmerkelykfte en
’c gene de Liefhebbers in ’t byzonder raakt,
i s , dat de zodanigen, wier boven-end o f Kop
fpits uitloopt, als in Fig. 2 , Dag-Kapellen
geeven met zes Pooten, en die hetzelve gehoornd
hebben (als in Fig. 1 . ) Dag-Kapelien
met vier Pooten; mids dat het Mom-Aange-
zigt, op de Rug der Poppen, duidelyk getekend
z y : anderen die hetzelve en de Hoornen
zo duidelyk niet hebbeD, (gelyk in Fig. 2.)
geeven de Kapellen , die men Pagies tytelt,
wegens de ftaarten haarer Vleugelen.
De Ronde Póppen zyn ook altemaal niet van
de zelfde gedaante. Men vindt ’er die by uit-
ftek dik zyn naar haare langte, en wederom
die zeer dun zyn. Sommigen hebben het bo.
ven-end rond, anderen plat; in eenigen is hec
als gekaperd: men vindt ’er zelfs die den Buik
geheel plat hebben : doch alle deeze verlchil-
lendheden leveren tot nog toe niets uit om te
voorzeggen, welke Nagt-Kapellen ’eruit zullen
voortkomen. De gene, welke wy hier in
Fig. 4. tot een voorbeeld van dit flag van Pop.
PSO
d e P o p p e n . 57
pen in natuurlyke grootte afbeelden, is een v .
zeer groote uitheemfche, uit myne Verzame- ^ x x ix '
ling. Hoofd-
De meefte Poppen hebben, ten opzigt van STUK*
de Kleur, weinig bevalligheid.. Het grootfteDeFcur'
deel is Kaftanjebruin: men vindt ’er ook vee-
len die graauw en zwart, of uit den geelen ,
en eenige weinigen die groen zyn. Onder de
zwarten, evenwel, ontmoet men ’er die fraay
zyn, wegens een fchoonen glans, als van het
keurlykfte verlakt Werk of Vernis , en onder
de bruinen zyn fommigen niet onaartig
gewolkt of gemeDgeld van Kleur, en fommi-
gèn met plekjes, als van louter Goud of Zilver,
verfierd. Ook moet men opmerken, dat
de Kleur in de eerfte twee o f drie Dagen
kragtig verandert; zo dat menze niet voor de
zelfden zou aanzien. De Pop van een Rups
van de Kool, die in ’t eerfl groen is , wordt
in een Etmaal geel , en die van een ruige
Rups der Eike en Ypeboomen , welke de
Grootkop wordt genoemd , in ’c eerfi: witag-
tig of Appelbloeizel met fchoon roode Vlakken,
is , na verloop van eenige Dagen, overal
roodagtig KaftaDje-bruin.
Dit alles is niets , in vergelyking by dicVergulde
heerlyke Goudkleur, waar mede eenigen derFoPPen*
Hoekige Poppen, over ’t geheel cften deele,
als bekleed zyn, en die’e r , buiten twyfel ,den
naam van Chryfaliclts in ’t Griekfch, en van
Aurelia in ’t Latyn, o f ook dien van Guldè-
I. Deel. XI. Stuk. D 5 Pop -