V. Het purpere, dat zig in de Afbeelding van
xIm EL’ C l ER IC vertoont, wordt hier niet gemeld.
Hoofd* Dit Kapelletje, dat de Wieken byna drievier-
STÜiC' den Duims lang heeft, fchynt wat groot om
onder de Motten geteld te worden : daar het
egter, wegens de gezegde Eigenfchappen, toe
behoort,
ccxxxv, (235) M o t, die de Wieken langwerpig, Afch-
Koionét' g ram w , met twee zwarte Stippen mor
een ftam w e , kromme, Zaagswyze Streek
beeft.
Volgens de gedagte Afbeelding is deezenog
grooter, en dus als de Kolonel onder de Motten.
Zy hebben beiden twee uitfteekende,
doch niet tegen elkander aan gevoegde Baardjes.
Men heeftze in Sweeden waargenomen.
ccxxxvi. (236) Mot, die de bovenfte Wieken w i t , met
KJefmje' zwarte Stippen en een gemeene zwarte ge•
tande Streep overlangs; de onderjtenzwart
heeft.
In Duitfchland is deezegevonden, door den
Heer F o r s k a q l .
(237)
C235) Phatana Tinea Alis oblongis cïnereis; pun&is duo-
bus atris, ante Strïgam curvam , ferratam , obfoletam. Faun.
Snee. 912. Ed. II, 1358.
(236) Phatana Tinea , Alis fuperioiibus albis , punciis li-
neüque communi longitudinali dfir.rata atiü ; infeiioiibus
nigris. Sjft. Kat. X. ,
' u'V1"
mmm
- — * ' * O “ X/ ï. ' — —
[ten met zes Banden van zwarte Stippen
I- v - ■ A fdeel, 1 '
In Noord-Amerika is deeze waargenomei
die fomtyds de gemelde Stippen ge-oogd,fou
tyds eenvoudig heeft.
(238) Mot, die de Wieken wit heeft, de bovei
1 1m®m Fraaije* mi
f p
n GCXXXVIII*. §J ^ Pulchelta.
3 Schoone. H
1 \a
O fa
f t en met zwart en Bloedkleurig gejlippeh
de onderften aan de tippen zwart.
X L III.
Hoofd- I I P
• STUK. 1, $ $ É
In de Zuidelyke deelen van Europa, o f ook
in Barbarie, wordt die Kapelletje gevonden, het
welk, volgens de Waarneemingen van Doktor
Sc o p o l i , ongemeen naar de volgende Soort
gelykt,doch de Wieken niet om het L y f (laat:
weshalve hy het ook van de Bende der Motten
heeft afgezonderd (*}.
(239) Mot, die de bovenfte Wieken Wit, metccxxxix.
vyftig zwarte Stippen; de onderjten bruin EvonJ mei-
heeft. van het
By
(237) Pha'ana Tinea, Alis flavis; fuperiotibus Fafciis fex
pun&orum nigroium. Pe t . G a VI. T. 3. f. 2. R at. In f
211. N. I. CATESB, Car. II. p. 96. t. 96.
(238) Phatana Tinea , Alis albis; fuperioiibus nigro San-
guineoque pun&atis; inferioribns apice nigris. Pet, <Sa\
T, 3. f._3.
(*) Entomol. Carnitl. p, 208.
{239) phatana Tinea, Alis fuperioribus albis, punftis quin-
quaginra nigris ; inferioribns fufeis. Faun. Snee. £91. Ed.
II.IS63 FBISCH, Inf, V, T. Jö. MER, Inf II. T. 2.
I, D R e aum . eel, XI, stok.
Paapenliout.
a
m
mi
fps I
té£i£l.I
1