V.
Afdeel
XLI.
H oofdstuk.
Keningsfagie.
lyke Hiftorie, weinig grond. In Kleur, immer*,
verfchilt dezelve niet alleen, grootelyks daar
van, als geel'zynde, by den Kop Oranjekleurig
met een groenen Bek, en eenlge zo bruine
als roode (lippen over 't L y f; maar ook in de
woonplaats, als zig onthoudende op de blaau»
we of zogenaamde Boeren Kool; alwaar men
my verhaalt, dat , hier omflreeks, ook fom-
tyds deeze Rups wordt aangetroffen. R o e s e r.
heeft dit alles waargenomen en de Verandering
omftandig befchreeven. Juffrouw M e r i a n
heefc de Rups gehad van de Weftindifche, die
kort en dik was; zegt z y , met bruine (lippen
gevlakt , en zeer langzaam van gang. Zy
voedde dezelve o p , met Bladen van de Sleedoorn
of wilde Pruim, en eindelyk zag zy dat de
Rups aan het Dekzel was gaan zitten , veran-
derende aldaar, midden in Augufius, in een hangende
Pop, vaal van Kleur, uit welke niet dan
den 9 Mey van ’t volgende Jaar een fchoone
geele Kapel voortkwam, wier voorde Wieken
met zwarte driemen gedreept , de agterden
met Oranjekleurige en Hemelschblaauwe Vlak-
ken getekend waren.
* ie FUw’é GEOFFROY,die deeze Kapel de gevlam#
de ( * ) , of gewaterde (* ) noemt merkt aan, dat
haar©
Het Woord betekent eigentlyk wel gevlamde \ doch die
footten ran Taf, welken men in Vrankryk FUmhés noemt,
«S vraat medeJR-E i » M M de tekening gan deeze Kapellen
TStgelykt, noemen wy gewaterd Taf.
haare gedaante niet verfchilt van die der voor- ^
gaande ; doch , volgens zyn eigen getallen, is XL1>
deeze Paaie een weinig breeder en niettemin Hoofd*_
veel korter dan de Koninginne Pagie; het welk Ko%k^ '
een geheel andere figuur zou maaken. Hy fie len « ,
de Konings Pagie drie Duim en vier Liniën
breed, en maar agttien Limcn, het welk anderhalf
Duim is , lang; daar hy de Koninginne
Pagie drie Duimen breed , en agteDtwintig L inien,
dat is twee Duimen en een derde Duims,
lang gefield hadt ( f ) . Ik wil niet ontkennen 9
dat deeze langte fomty ds wel plaats heeft in de
grootften der laatftgemelde Soort, maar ik heb
’er van de Konings - Pagies , die ook ongevaar
twee Duimen lang zyn; mids van den Kop rekenende,
tut aan het end der Staartjes van de
Agtervleugelen.5
Het grooefte verfchil van deeze Pagies be-
•fiaat in de Tekening. De Konings - Pagie is,
witagtig of zeer bleek geel, zo wel aan den
boven- als aan den onderkant der Wieken ,
waar van de voorden niet alleen zwart gerand
zyn , maar ook zes zwarte Banden of breede
Streepen hebben, die van den bovenrand, verfmallende,
naar den binnenrand loopen, beurtlings
kort en lang ,of half en geheel uit. De agter
Vleugelen zyn minder bleek, en door dezelven
loopt een enkele zwarte Band, fchuins
aederwaards. Aan den rand zyn zy getaad,
cd hebben daar een zwarten Zoom, met half
inaans-
( t ) Hiß. des hu, tr.v. Paris 176». TOM. U. p. J+, J«,
. DEEL. XI. STUK, O 3