350 B E S C H R Y v I N G V A N
V.
Afdeei.
XLU
Hoofd»
stok.
Paarlemoer
DeHups,
zeven Zilveragtige plekjes, waar van drie in
grootte uitmunten. De agterfte Wieken hebben
, van ODderen , meer Zilveragtige plekjes,
waar van negentien grooter en elf naauwlyks
'meer dan Stippeu zyn; enz. Ik heb moeite
om, in het natuurlyke Voorwerp ,dit volle ge-
tal uit te cyferen.
In ’t Duin, en op de Heijen, komen deeze
kleine Paarlemoertjes, by ons, dikwils voor.
R o e s e l geeft de Afbeelding ook van de
Rups, welke hy de helder bruine, zwart gevlakte
Doorn-Rups noemt, met een witte Streep
langs de Rug ( t ) . Veel moeite was door hem
^rugteloos aangewend, om het Kruid, waar
op dit Rupsje aaft, uit te vinden. Het Popje
was ook van een zonderlinge Kleur, met Goud-
glanzige Stipjes. In zyne Afbeelding zyn op
ieder agterfte Wiek Degentien en op ieder voor-
fte zeven Zilvervlakjes: doch hy merkt aan,
dat ’er op allen niet altoos even veel te vinden
zyn, en de grootte zelfs van dit Kapelletje is
ook dikwils verfchillende: de Kleur meer hoog
G e e l, dan Oranje.
Ik weet n ie t, om wat reden Doktor S c o.
? o L i , die de Kleur, ten onregte,Schcrsagtig,
als naar die van de Kina gelykende, heeft ge-
noemd; aanmerkt, dat de hier aaDgehaalde Afbeel
»
f f ) Hoe kan Ge o f f r o y dan zeggen, dat B-oesee.
ile Rups bruin vertoont, met twee geele Banden overlangs,
op ieder zyde één?Hiß. des Inf. tnv. Paris. Tom,II.p. 44.
O X D A c - K A * E L L I N. 3 5 X
bedding van R oes e l niet die zyn, zou van V.
de Lathonia, maar van de Euphrofyne. Het
getal der Zilvervlakjes, immers, door hem ook Hóoep» ,
waargenomen, komt nagenoeg overeen, en ver- 8Tur~
D , 1 1 j o PaarkHoerZ^ fchilt grootelyks met dat der volgende Soort »
welke by herb zegr verantferlyk is ( f ) .
(14 2 ) Nimf-Kapel, die de Wieken getand en £ Cxltc^
Oranjekleurig met zwarte Vlakken heeft, zdveibandje.
mn onderen met negen Zilveragtige
Plekjes.
Onder de genen, die met Zilveragtige Stippen
praaien, zegt L in n a s u s , is deeze zeker-
lyk de kleinfte. De Wieken zyn rond van ‘
rand, geel, van onderen zwart gegolfd , van
boven Netswyze zwart doorweven: de agter-
ften hebben, aan den rand, zeven witte, rond-
agtïge, egaale Vlakjes \ in 't midden, van onderen
, één Zilverkleurige, grooter dan de an»
deren, langwerpig, wederzyds ftomp, in een
bleekere Band geplaatft ; 'de negende Vlak,
die ook Zilveragtig is , vindt men naar den binnenkant.
(u' r i Nimf-Kapel, die de Wieken getand en cxliii.
^ “ O' r Niobe.
Oran- Bafterd Pass*
lemoat.
( t ) Entomol. Carnipl. p. 15a., tS4»
(142) P&piLio Nympbalis Alis dentatis fulvis nigro-macu»
Jajis , fubtus maculis IX Argenteis. Syji. Nat. X . Princeps.
Faun. Suee. 782.„PET. Muf. 5J . n. 382. 110> 7*
(i4j ) Papilio Nympbalis Alis dentatis fulvis nigro-macula.
t fiibtus maculis XIII Argenteis öbfoletis. Syji. Nat, X.
1 . d e e l . x i . Stuk.