V.
A fd ee l .
XL.
H oofdstuk.
v i i .
Geflagten.
ü
van zodanige Kapellen, wier Wyfjes van Wieken
ontbloot zyn of ongevleugeld ; hoedani-
gen ’ er veelen voortkomen van Spanrupfen of
Landmeeters , als 'vook van Borftel - Rupfen.
Zulke Kapellen , eindelyk, wier Wieken als
uit Pluimpjes beftaan, maaken zynen Zevende
Klaffe uit. Deeze laatften heeft h y , wegens
de figuur der Sprieten, niettegenftaande zy by
Dag vliegen, hier ’t huis gebragt.
De talryke veelheid van Nagt.Kapellen gaf
den Heer R e a u m ü r aanleiding tot verfchei*
de Onderdeelingen, afgeleid van de houding der
Wieken, waar door hy ieder der v y f eerfte
Klafien in Geflagten fmaldeelt. Die van het
Eerfte Geflagt houden de Wieken evenwydig
aan de Vlakte, waar op zy zitten ; maar zodanig,
dat de twee bovenfte elkanderen krui-
fen , fleggende de een over de andere heen.
Dit hebben die van het Tweede Geflagt niet,
alzo de binnenzyden der twee bovenfte Wieken,
die ook de onderften bedekken , tegen
elkander zyn aangevoegd. Die van het Derde
Geflagt hebben in de houding haarer Wieken
een byzonderheid , welke haar zeer kenbaar
maakt» Dat gedeelte der beide Wieken, ’t
welk het Lighaam van bovpn dekt, legt niet
even zo vlak als het overige: het omvat het
Lighaam en voegt zig daar tegen aan, zo dat
men de figuur van ’t zelve daar uit gewaar
wordt. Een Vierde Geflagt maakt hy van de
genen , wier bovenfte Wieken ook of byna
even*
evenwydig zyn aan de Vlakte, daar zy op zit.
ten, doeh dezelven zyn van ’t Lighaam afge-
fcheiden, zo dat zy ’t zelve niet alleen niet
bedekken, maar zelfs de onderfte Wieken
bloot laaten. Men zou ih dit Geflagt vedchei-
de Onderdeelingen kunnen maaken, naar dat
zig een grooter of kleiner gedeelte van de onderfte
Wieken ontbloot bevindt. Tot een Vyf-
de Geflagt worden van hem de zodanigen betrokken
, wier, onderfte Wieken door de boven-
ften t’eenemaal bedekt zyn , die met de bin-
neuzyden tegen elkander aan gevoegd, wanneer
de Kapel zit te ruften, een foort van
fcherp toeloopend Dak over ’t L y f formeeren.
Deeze zou men fcherp Gerugde kunnen noemen.
Men vindt’er van, in welken de Rug van
het Dak zig agterwaards zodanig verheft, dat
zy als gezadeld zig vertoonen. Die van het
Zesde Geflagt verfchillen van de naaft voor-
gaanden, doordien zy rond Gerugd zyn. De
Wieken krommen zig, op het Lighaam, een
weinig om, en daar aan zyn zy’ gemakkelyk
van de fcherp Gerugde te onderfcheiden. Vee.
Ie Kapellen worden ’er gevonden vau deeze
Geftalte , en daar onder zelfs vry groo-
te.' Die van het Zevende zyn meeftendecls
klein. Men onderfcheidtze doordien het Dak,
dat de bovenfte Wieken met elkander maaken,
plat Gerugd is. Bovendien hebben zy de Ei-
genfchap, van zig als breed van Schouderen
te vertoonen. Men vindtze, naamelyk, van
j s J>EEU. XI. Stuk. M
V.
A fdeel.
XL.
Hoofd»
stuk.
j-
6 ,
VOO