V. Hy dompelde de Poppen in Olie op tweeder-
AtdR'RL. jey manier. Die genen, wier Ageerde hy ’er
H^ofiv' alleenlyk in deedt hangen, leeden niets daar
stuk. Van; maar die genen, wier voorde deel hy in
proefnee- Olie d a k , zvn gedorven.nungenvan J ° Hier -uit bedoor h~y,
RfAUMUR. dat de Poppen inzonderheid door de voorlte
Lugtdippen *Ademhaalen. Vervolgens -eenige
Poppen onder Water doende, zag hy wel dra
Lugcbelletjes voortkomen uit derzelver Stippen.
Dus onder de Lugtpomp gebragt zynde, bleek
hetzelve nog duidelyke'r, aangezien ’erverfchei-
de Lugtbelletjes agtereen uitfpooten, die als
een Draad maakten in het Water. Derhalve
blykt, dat de Poppen een vry groote veelheid
Lugt in zig bevatten, en dat zy die kunnen
uitlaaten door de Stippen, wier figuur zelve te
kennen fchynt te geeven, dat zy tot eenig
voornaam gebruik gefchikt zyn. Zy hebben
in *t midden, overlangs, eene zeer kennelyke
Spleet; de agterfte Paaren alleen vindt men
geflooten, en de twee voorfte Paaren fluiten
zig nooit, hoe digt ook de Pop aan haare Veranderingen
in een Kapel gekomen zy.
Tegen wer- ‘ De Heer L y o n k e t trëkt dit ftuk in twy.
pingen van fe l, en meent ten minfte bevonden te heb.
lyonnet. ^ -^c >er p0ppen z yn , die niet altyd Ademhaalen.
Zyn Ed. brengt, ten dien opzig-
te , een Proefneeming b y , welke door hem op
een Pop van de Ligufter-Rups was in ’twerkgefield.
Deeze hadt de twee voorfte Lugtftip*
pen zodanig open, dat men met een gewoon
Ver*
•
Vergrootglas, daar door heen, de zelffiandig- V.
heid kon zien van haar Lighaam, die een wei. x x x fx *
nig holte overliet tuffehen haar en de Pop. Hoofd-
Twee of drie Maanden voor dat ’er de Kapel STÜK*
uit voortkomen moed, groef hy die Pop uit
de Aarde, waar in deeze Rups altoos gaat veranderen,
en bedekte, by verfcheide herhaalin-
gen, eerft eene, vervolgens twee, en dus al
voort alle haare Stippen met Zeepwater. t’E l-
kens nam h y , met het Vergrootglas, geduu-
rende een vry langen tyd, deeze dus natgemaakte
Stippen waar, om te zien; of daar uit \
ook eenig Lugtbelletje kwam; doch ’er openbaarde
zig niets van dien aart. Vervolgens herhaalde
zyn Ed. de Proefneeming, op een manier
, die hem nog meer befliflende voorkwam.
In plaats van de Stippen te bedekken met Zeep.
water, deedt hy op ieder een klein Lugtbelletje
, gehaald uit de Schuim van dat Water. Indien
de Pop door de Stippen Ademhaalde, hadden
deeze Blaasjes moeten ryzen o f zakken
by de minfte Uit- of Inademing van de Pop;
maar dit gebeurde niet: zy behielden haar
grootte, tot dat z y , door opdrooging van hun
Vliesje, kwamen te barften (*).
Deeze tegenwepingen, door een zo kundig Pr^ uwe
Waarneemer geopperd, gaven den Sweedfchen mingen van
Heer jde G eer aanleiding, om de Zaak op EER*
nieuws
(*) L ï S S I R Thtal, des Infeiïes par L ï O N N E T , T o m .
I. p. IZJ , ll6 .
L Pe e l . XI. Stuk, E wecke