V. teloopen en te vangen: want, behalve dat ee-
A fdeel. njgCn verrukkelyk fchoon zyn, heeft hetMenfch-
Hookd- dora,in ’t algemeen,van haar dien afkeerniet,
stuk. a|s vaD de Rupfen : hoewel daar onder ook vee-
len, wegens haare fierlykheid, wel dubbeld be-
fchouwens waardig en ver van affchuwelyk zyn.
De Geftalte der Kapellen , inzonderheid der
Ooft-en Weftindifche , die wy kennen, heeft
een byzondere en onvergelykelykeSchoonheid,
wegens de fchikking en luifter der Kleuren, die in
fommigen den fterkften Goud-enZilverglans tarten,
of het Oog doen fchemeren, wegens den fchit-
terendeGloed van Hemelsblaauw, Geel, Rood,
Purper, Roozekleur of Groen,fommigen met een
Weerfchyn , die onverbeeldelyk i s ; anderen
met een mengeling zelfs van gemeene Kleuren,
die zeer fraay ftaat. Ik wil nu niet in ’tby-
zonder fpreeken , van de genen die op een
donkeren of flaauwen Grond zeer fiqrlyk geoogd
en als geveDfterd zyn , gelyk de Paauw-
Oogen , Atlas, en die welke men Spiegeldraa*
gers noemt, noch ook van veele anderen,
verfchil 1 ° dit alles ’c zonderling, dat men, gelyk
der Rupfen de Heer R e a ü m u r reeds opgemerkt heeft,
toedien op-geene overeenkom!!, byna, vindt, tuflchen de
ZIgte' fchoonheid der Rupfen en Kapellen. Het is bekend
, dat zeer leelyke, bruine, graauwe, zwarte
Rupfen, dikwils Kapellen uitleveren die heer-
lyk gekleurd zyn: terwyl de Kapellen van fier*
lyk getekende Rupfen niets fraays vertoonen.
Wat bevalligs is ’er, by voorbeeld, in die ruige-
Beer