V. voor den voornaamften ftam der Aderen (*).
A fdeel. Wanneer de jonge Rups uit het Eytje komt,
XXXVIII J ° r
Hoofd- * en dus gebooren wordt, begint zy wel dra het
stuk. Voedzel te gebruiken, dat voor haar was ge*
Aanwocïjing fchikt- De ongcmeene zorgvuldigheid der NavandeRups.
. , , rr „ . ,
tuur blykt daar in, dat de Kapellen ]uift haar
Eytjes leggen op zulke Plantgewaflen, waar
van de Rups moet leeven, niet tegengaande
dezelve, voor haare Verandering, die reeds
verlaten had, en de Kapellen dat Gewas, om
geen andere reden , bezoeken zouden. Ver-
wonderlyk Vernuft, mag men zeggen, dat hier
in de Infekten doorftraalt! Men wil dat de
Kapellen der Kool-Rupfen haare Eytjes op half
doode of verflenfte Bladen leggen, -op dat de
nieuwlings uitgekomen Jongen geen hinder zouden
hebben van den te grooten overvloed van
Sap, die ’er is in de friffche Bladen f f ) .
Verveiiing Dit Rupsje, dan, groeit fchielyk aan, en
wordt grooter, ’t welk eindelyk hetzelve nood*
zaakt de Huid, die te klein geworden was, af
te werpen. Zulks gebeurt doorgaans, de eer-
fle maal, als het tien o f twaalf Dagen oud is.
JSTa v y f of zes Dagen gefchiedt de tweede, en ,
na een verloop van dergelyken tyd, is t’elkens
de derde en de laatfle Vervelling in den Zyde-
Worm
Mem. fur les Inf. Tom. I# i. Part. pag. 205. O&avo.
(■ IJ Een aanmerking of Waarneeming van den Heer L e s *
SE R, die over deeze voarzorge der Infekten zéér omftandig
is. zie Thcol. iles Infetïes par L v o h n e t , Tom, X. p.
29° , (6).
Worm , die viermaal van Huid verwifïelt, V.
waargenomen door M a l f i g h iu s . Men v w m r
heeft alle de Soorten van Rupfen niet genoeg* Hoofd.
zaam nagegaan, om te weeten, of zy even STUK*
veel maaien de Vervelling ondergaan als de Z y de
Wormen, en het is waarfchynlyk dat zy
zulks menigvuldiger doen, aangezien de Heer
B o n n e t verzekert, dat ’er zyn, die welagt*
maal van Huid verwiflelen. Gemelde Vervel*
ling hebben z y , gelyk reeds aangemerkt is f , f ix. stok.
met alle bekende Infekten gemeen. bl' 34’ enz'
Het i s , zo de Heer R e a u m o r aanmerkt, enverandc-
een Operatie, waar toe de Rupfen niet dannng*
door nooddwang komen, Z y houden, een dag
o f twee' van te vooren , met eeten op , en
worden , naar ’t fchynt, zwak of zlekelyk,
zoekende een plaats om te rullen en zig te kunnen
fchrap zetten, om die aflegging te doen.
Dan ziet menze by wylen verfcheiderley be-
weegingen maaken, die ftrekken kunnen, om
haar Huid te doen barden: zy ligten den Kop
op, en laaten dien plotsling weder neervallen;
rekken zig uit en krimpen weder in: doen fom-
mige Ringen van haar L y f , binnen het oude
Vel, kragtig uitzwellen, waar door deze!ven
los daar van worden, en hetzelve eindelyk,
door een fterke kromming van de Rug opwaards,
open barfl. De Kop komt ’er dan eerll uit,
en vervolgens weet de Rups die Huid van haar
geheele L y f af te flroopen , dat doorgaans in
minder dan. een Minuut tyds gefchiedt. De
ï. DEEl. xi. stuk. D 3 ge»