V . Uit de Afbeeldingen van E n w a r o s is dcc.
A^>,Ef L ze Chiueefche Kapel, wier Mannetje veel vaa
Hoofd- het Wyfje fchynt te verl'ehiilen, door de He-
sTOK. rnellchblaauwe Plekken fierlyk uitmuntende)
Paaaai Oog.'gekend, Eenige hebben Oogjes op den boven-,
anderen op den onderkant, en fommigen-in k
geheel geene op den bovenkant, zegt L in .
NjEüs. De Kleur der Wieken is, in de my.
nen, geel, met breede donker bruine randen,
( en de Hemelfchblaauwe plekken ftaan aan den
voorkant der Agter-Vleugelen.
xciir. (93) Nimf-Kapel, die de Wieken getand en
Lemonias+ ,
Graaawe, graauw beeft 5 met geelagtige Stippen,
allen met één Oogje.
Deeze komt. zo wel uit China als de voorgaande
en volgende. Zy munt door haare graau«
we Kleur uit, en is getekend met bleek geele
Vlakjes. Het Oogje der voorfte Wieken ftaat
naby den agterften,, en dat der agter-Wieken
naby den voorften rand: zy zyn zwart met
Oranjekleurige kringen en een biaauw Oog-
appeltje; gelyk die alles in de myne plaats
heeft,
(94) Nimf-Kapel, die de Wieken getand en
bruin
H ( 93^ Fapilit> Nymphalis Alis dentatis grifeis punftis flavescentibus;
omnibus Ocello unico. M, L. U. Syjl. Nat. X .
O-fO Papilio Nymphalis Alis dentatis fuscis, omnibus fuprn
Ocellis utrinque duobus, primoribus fiibtus unico. M. L. Ü.
E D w. Av, T. ze.
XCIV. Orltbya•
Bonte ,
bruin' beeft, allen van boven wederzyds V.
met twee , dé voorjien van onderen
.één Oogje. ' Hoofdstuk.
Van deeze fraai je Chineelche geef ik , uit paauw-o^,
myne Verzameling, hier de Afbeelding in Fig.
2. De Oogjes zyn van dergelyke Kleur als in
de voorgaande, het agterfte op d e yqorfte Wieken
grootft, en ftaat digt aan den buitenkant,
die een dubbelen zoom hééft, witagtig, gelyk
de groote Vlakken op de voor-Vleugelen,
het welk de Kapel zig bont doet vertoonen.
(95}'N im f- Kapel, die de Wieken getand, xcy.
t f , ■ j r j Fervnia. van- boven biaauw en bruin ge go ij d Gèfcuetfc
beeft, allen met zes Oogjes.
Van de gemelde Oogjes zyn op ieder Wiek
twee grooter dan de anderen , halfOranje.,
half zwart, in een witte Kring, en deeze
doorblipkende maaken op, den bleeken agter-
kant, inzonderheid der agter.Vleugelen, vier
plekjes, die naar de Letter o geïyken. De
Kapel heeft zes Pooten, zegt L in n j E O s ,
en met regt: want de meeften der voorgaande
Chineefche Paauw-Óog Kapellen, fchynen my
ook maar vier Pooten te hebben, maakende de
twee voorften een foort van Sabel of Kwaft-
jes by den K o p ; geiykerwys dit plaatsheeft; in
(ps) Papilio Nymphalis Alis dentatis fupia coeruleo fuBCO®
<jue undulatis , omnibus Ocellis fex. Syji, Nat. X ,
De e l . XI. Stuk.