V. Band, waar van een bruine Plek vyf of zes
Afdeet XLIII zwarte Streepjes, byna tot het midden toe,
Hoofd- worden ingelaten. Zie daar de reden van den
STÜK' bynaam.
cx. (110) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprie-
Zw«teC, ten» die een Zuiger heeft en gekamd is; de
Wieken neer gedrukt, Afchgraauw , met
een zwarte Vlak, die buitenwaarde fiaauw
bruin is, en een zwart Streepje aan de
tippen.
Uit de Afbeelding van C l e r k blykt, dat
het die zwarte Vlak is, in de holte geelagtig
bruin , welke de C maakt: zynde deeze Kapel
in de Tuinen van Sweeden vry gemeen.
cxr. ( in ) Nagt- Kapel met ongepluimde Sprie.
Braifica. £en ^ em Zuiger heeft en gekamd is; de
' Kool. Wieken neergedrukt, Af cbgraauw gewolkt,
met een zwarte haak boven de voorjle
Vlak.
Van R oesel is deeze Kapel waargenomen,
wier Rups niet alleen aalt op de Kool, maar
ook op de Tabak en op het Water-Drieblad;
zynde in de Velden van Wefigothland niet
on*
(110) Phda.ua HtBu* fpirilinguis criftata , Alis depreslïs
cinereis , Macula nigra extus obfoleta, lineolaqueapicis atra.
Faun. Snee. 8^4. Ed. II. II93.
toilj PhaUna Heciuu fpirilinguis criftata, Alis depreslïs
cinero-nebulolis, Unco nigrofupraMaculam priorem. Koes.
Inf. I. Noot. Phal» 2. T. 29» Faun. Suec. Ed» II. 1205.
ongemeen. Hy noemtze de fchadelyke, glad- y #
de , bruine Koolrups, en zegt, dat de Boeren Afd e e i,.
en Tuinlieden haar de Hartworm heeten, om j j oqfd."
dat zy gemeenlyk tot in het Hart van de Kool stuk,
booren, en dezelve dus uitvreeten. Het Landvolk
deedf derhalve grootelyks zyn belt, om
deeze hunne Vyanden te vernielen; doch op
een manier die hunne eenvoudigheid en onkunde
te kennen gaf: want zy begroevenze in de
Aarde ; daar het doch een Rups is, die tot de
Verandering in den Grond kruipt: komende de
Kapellen in Juny daar uit te voorfchyn, om haa-
re Eytjes te leggen, die in veertien Dagen de
gezegde Rupfen uitleveren. Doktor Scopoli
heeft dergelyke in Karniolie gevonden (*).
(na) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprie- cxii.
ten, die een Zuiger heeft èhgekamd is; de
Wieken afloopende Afchgraauw met twee Zuurin£-
Vlakken en een witte Streek aan den dunnen
rand.
De Rups van deeze, die Haairig zwart is,
bezet met roode en witte Stippen onder elkander,
aalt op de Zuuring niet alleen, maar oolc
op de Melk- o f Ganze-Diftel. Zy is ros gehaaird,
(*) Entcmol. Carm tl. p. 212, N. 522.
(112) Pbalana KoBua fpirilinguis criftata, Alis deflexis cine-
reis bimacularis; lituri raarginis tenuioris alba. jmer. Eur.
T. 82. R o es. Inf. I. Phal. 2. T. 27, A l e . Inf. T. 42,
Wilk . Pap. 26. T. s, a. 1. Faun, £uec, Ed. II. 1200.
’X-M
WMi