V.
A fdeel.
XLII.
Hoofdstuk:.
JVyngnari,
436 B e s c h r y v i n g VAN
op de Wyngaard-Bladen gevonden in de Maand
September. Zy was bruin, met zwarte Vlak.
jes aan het Bovenlyf , ais Oögen , die geel gezoomd
waren, met blaauwagtige (tippen, en
de Rug was wederzyds geel,in ’tmidden zwart
geftreept. Zy wilde, tot de Verandering, niet
in de Aarde kruipen, maar bleef daar- op leggen
, en maakte geen Spinzel. Die van G o ed .
aart maakte zig een Tonnetje vau brokjes
Houc en Bladertjes, door middel vaD Slym, uit
haar Lighaam, te famen gevoegd, waar in zy
een Pop wierd op den vierden September. Door
R oesel , die zulk een Rups badt van drie Duimen
lang, is de Pop afgebeeiJ, dochhykreeg
'e r , zomin als G oed a a r t , een Kapel uit,
die hem , naderhand, door een Heer van Lu-
bek werdt toegezonden.
In 'c Voorjaar kwam by F ri sch Mannetje
en Wyfje uit, die hy beiden afbeeldt, om het
Vörfchi! van Sexe aan te tooncn. Het eetftge-
melde, zegt die Waarueemer, heeft het rooee
verder uitfteekende dan het Wyfje, T welk ook
op de voor fte Wieken niet zo bruin is en geeler
aan het Lyf , met de Ringen wit getekend. In
'c algemeen is deeze Kapel zeer kenbaar door
haare Geftalte, loopende het L y f veel fpitfcr
uit dan in anderen; en de Kop heeft ook een
byzondere figuur en groote Oogen. Bovendien,
zyn de Sprieten Knodsagtig. Zy is, zo wel als
de Ligufier-Kapel, meteen langen Zuiger voorzien
, die zy opkrult en verbergt in een Haairi«
ge-
DE P Y L S T A A R T E N . 437
ge Koker of Scheede. De Kleur is geelagtig V.
bruin, met witte en zwarte Streepen hier en
daar , doch zo aartig getekend , dat ik , door Hoofd-
die te willen befchryven, misfchien , vergeef. STUK-
fche moeite zou doen. De agterfte Wieken,
welke fchoon Roozekleur zyn , hebben, naby
het Gewricht, een fchitterende gloed van Kar-
myn. IVlen kanze, met leden , de bonte Oli-
phant- Onruft noemen.
Die Kaapfe Kapel, welke in Fig. 3 , op Plaat Kaapre Pl>
XC. isafgebeeld, komt zo volmaakt mecdee-xc-
zé Soort overeen, datifcze tot geen andere kan
t’huis brengen,
( 1 1 ) Pylfiaart.Kapel, die de Wieken ongekar- *t.
te ld beeft, de agterften roodagtig en aan ooftfnaifche,
dendikjhn rand zwart, bet Jgterlyf bleek
met zwart geringd.
Deeze, die zig in bet Kabinet der Koningin-
ne van Sweeden bevondt., was uit Ooftindie
afkomftig.
( 12 ) Pylfiaart-Kapel, die de Wieken bruinag.
tig beeft, de agterjlen van onderen met Labtufrt.,
een wit Plekje; het Agterlyf, aan de zy- êhc 1
den, met vyf witte Stippen.
Dee-
(11) Sphinx Alis iutegris; pofticis vu fis ïmrgine crafiïoreni-
gris . Abdomine pallido cingulis atris, M, L . V . Syft. Nut. X.
(12) Sphinx Alis fubfufcis ; pofficis fiubtus punifio aibo ;
Abdomine latetibus punóiis qurque aibis, M. L, U. M ï s ,
Sar, T. j +.
!• De el . XI. stvi%, E e 3