V. üerk , daar de Rups weinig aandoening van
heefc. Uit dit Popje komt, -gelyk de aodere
Hoofd- Dag-Kapellen, hec Vlindertje in veertien Da.
stuk. gGQ te voorichyn: hetzelve legt Eytjes die
Kepciktj™'rond z y ° als Pallen , waar uit de Rupsjes in
korte Dagen voortkomen. Deeze ter halver
groey, eD ontrent een Duim lang geworden zyn.
de, gaan overwinteren in de een of andere
fchuilplaats; zo R oes e l aan merkt. Dit doen,
gelyk bekend is, ook andere Rupfen, doch
* ziebladz, meed die van lS!agt-Kapellen *.
Het Sc. Jans-Kapelletje is zeer fraay gekleurd.
De zes Karmynroode Stippen of liever rondag.
tige Vlakken der voorde Vleugelen, deeken
heerlyk af op den groen- of blaauwagtigen
Grond, die dikwils een Goudglanzigen weer-
fchyn heeft, en de ageerde Wieken, in 't geheel
rood, zyn fierlyk Hemelfchblaauw gerand.
Ik kan, in deeze Kleuring, het onderfcheid niet
vinden tuffehen de Mannetjes en Wyfjes, maar
wel in de figuur of dikte. Ook zyn de roode
Ringetjes, welken R oes e l om het Lyf van
eenige Mannetjes vondt, in verfcheidene, die
ik te vooren gevangen heb, of thans by my
uit gevonden Poppen uitgekomen zyn , niet
waargenomen. Groot was, gelyk ik gezegd,
heb, het verfchil van de Grondkleur der voorde
Wieken ; doch dit verfchil hadt plaats in de
beide Sexen. Ik heb ook niet kunnen vinden,
dat de twee Vlakken, die digd aan het Gewricht
zyn, in, de Wyfjes meervereenigd waren, dan
. , I in
inde Mannetjes; gelyk G eoffroy, in navolging
van onzen Autheur, verhaalt. DePooten
Sprieten, Kopen het Ly f , zyn blaauw- Hoofd-
1 ’ * stuk.
agtig zwart.
De laatdgemelde vondt, omdreeks Parys, ee-
ne Verfcheidenheid van deeze St. Jans - Kapelletjes,
welke een weinig kleiner was, hebbende
ook de voorde Wieken rood, met zes zwarte
Vlakken en brum gerand. Voorts was in dezelven
het hovende van het Borftduk met een weinig
rood gezoomd, dat daar aan een foort van Halskraag
maakte. Zodanigen hebben wy hier niet
aangetroffen.
fa r ) Kapelletje , dat groenagtig zwart is, x x x n :,
en de Wieken met gevenjterde Stippen,
zes op de 'voorflen, twee op de agterflen
heeft ; het Lyf met een geelen Gordel,
In Duitfchland vindt men dit Kapelletje, dat 1^. xc.
volgens Ha s s e l q .u i s t ook voorkomt in
Syrië. Het heeft de grootte en geftake byca
van het voorgaande, doch is geheelenal groenagtig
zwart.' De Sprieten.zyn Praadvormig,
met de tippen van boven witagtig. Op de Wieken
vindt men gevenderde óf Glasagdge plekjes,
waar van op de voorden één , twee,drie,
nevens elkander; op de agterden twee, een
groo-
(33) Spbinx viridi-atra , Alis punftis feneftratis , fuperio.
tuin fex, inferiorutn duobus; Abdomlne cingulo ,u.eo, Sjft,
Nat. X , FR1SCH, Inf. V I. £• jlï* T . I J . fig- n ^ U , I. peel XI. stuk. II 3