F ig . 4. De gelanceerde e f Spaanfche
Vlag. W» 566
__ 5, Bonte Chineefche Nagt-Kapei.
U. 598
___<5. Het inlandfcb Kroonvogeltje.
P 608.
__ 7. Het Gouddropje of Zilvervlakje
. 11. 638
— Z.EenmtbeemfcbeBtilAxagcr.bl.öW'
---- 9. Een aartig Kaaps Kapelletje.
bl. 676
__ 10. Het geel Krammetje van de
Haagdoorn. 11. 679
— i i . Het Beflen-Geeltje. H. 680
— 12. Bladrollertje van de Brandenetelen.
b l, '689
___!->_ Groen dito van de Eiken, enz*
bl. 697
14. Bruin Bladrollertje, bl. 698
__ 15 GePchpjLïdSmitkapelletje.U^op
_ 16. Een Motje, bet Vogeldrekje
genaamd. 11. 720
__ 17. Een geelagtig Met - Kapelletje
bl. 741
---- 18. Een Veer «Uiltje , dat bruin
is en gevlakt. bl. 748
-— 19. Een Zilverwit Veer - Uiltje*
11- .7 4P
D R U K F E IL E N en V E R B E T E R IN G E N .
Bladz. .17. Reg. 20. Het geen hier van de Pooten gezegd
wordt, betreft alleenlyk de Verdeeling, welke de
- Heer R e a u m d e maakte , en moet düs niet aangemerkt
worden daar tegen te ftryden, dat de meeste
Rupsjes der Motten ook de agt Middeldenhöewel
zeer klein en byna onzigtbaar hebben; gelyk ik elders
heb gemeld , en dus weezentlyk Rupsjes zyn met zestien
Pooten. ,
____ J34. Aantek, Voor Mannetfe, Lees Mannetje.
____. X4.6. Reg. 3 van ond. Voor Rups, Lees Kapel.
____ xgo. Reg. T. Voor dat zy; Lees dat de Rupfen.
- jg j. Reg, je. Voor Famliën, Lees Familien.
_____2X2, Reg. 4.' Voor Bek, Lees Kop.
- 220. Reg. 21. Voor „de, Lees niet.
221. Reg. i. Voor on, Lees onder.
____553’ Op de kant» Doe u it , De Worm.
BESCHRYVING
D E R ®
D I E R E N .
V T F n E A F n R R L I N G.
D e I N S E K T E N .
X X X V IIÏ. H O O F D S T U K .
Algemeene Befchryving der R u p s e n , ten op-
zigt van haare verfchillendheden in Geflalte en
Levensmanier , enz. Verdeeling derzilven,
door R e a üm d k , in zeven Klaffen, naar bet
getal der Pooten en andere byzonderheden: in
vier Klaffen door d e G e i r . volgens de Overwintering
in de Eijertjes, in Poppen of als
Rupfen en Kapellen. Haar fchadelykheid en bet
vermaak daar en tegen, dat zy ons toebrengen.
Vernieling door Wormen, zo van binnen als
van buiten. De invoendige Deelen of Ingewanden.
Aangroeijing, Vervelling en Verandering
der Rupfen.
ê&fpgA N geen gedeelte der Natuurlyke Hilsl
1T |f ftorie zyn de Denkbeelden der Lief-
hebberen , in weinige Jaaren , der«
maace veranderd, als in dat gene, het welk de I. De e l . XI. Stuk» A al