V. dat ’er die, welke L in n jEüs in zyn Oeland-
Afdeel, pche Reistogt vondt, zynde van gelyke groot-
tjoofd- te en g^ftalte als de Argus, doch zonder Vlak-
stuk. ken, boven op de Vleugelen hoog blaauw;
toe betrokken worde, is my onbegrypelyk.
Doktor S c o p o L i , wederom, zegt, dat de
Wieken van. dit Braamen-Kapelletje, van boven,
bleek vaal zyn (*). Deeze ftrydigheid
wil G eof f roy ophelderen, met te zeggen,
dat de bovenkant der Wieken fömtyds bruin is,
fomtyds blaauwagtig, doch de onderkant altoos
glanzig groen en onge-oogd ( f ),
Het L y f is, volgens onzen Autheur, Afch-
graauw: de Sprieten en Pooten zyn zwart met
ontelbaare witte Ringetjes: de Wieken van
boven zwartagtig bruin, van onderen groen;
hebbende de agterfte, nevens'den bovenften
rand, een wicte Stip. De Oogen zyn, van
vooren en van agtcren, met een Streepje getekend.
Het heeft de grootte der gewoone
Blaauwtjes. Van de gemelde witte Stip, boven
op de Agtervleugelen, loopt, volgens G eo
f f r o y , fomtyds een Bandje van witte Vlakje
s , dwars over de Wiek heen. Doktor S c o-
p o l i merkt aan, dat de agterfte Wieken , van
onderen, met vier óf v y f witte Stippen zyn
getekend, en dat zy het binnenfte Tandje
krom hebben.
(i 55)
(*) Als Supra pallide Cervinx. pag. 17S.
( t l Fag- N. 3+. '
( 1 55) Kapelletje, dat de Wieken ongekarteld V.
heeft, van hoven bruin ; de voorjle van A^ K|Bfa*
onderen met één Oogje, de agterjte met Hoofd-
gegolfde dwarsflreepen. stuk.
Deeze Iodifche heeft de vöorfte Wieken, j
van boven, met een blaauwagtig witten Band.
( 156 ) Kapelletje, dat de WiekM tmgekarteld,
blaauwagtig bruin heeft, van onderen Biauuw.
met bruine Banden en Oogjes.
Onder de tippen der vooffte Wieken i s , in
deeze Indifche, een groen-geel Oogje. Bovendien
zyn ’er eenige Oogjes aan den raüd der
agterfte Wieken, ook van onderen.
r 157) Kapelletje, dat de Wieken ongekarteld cLvtt.
heeft en bruinagtig, met een gemeene wit gepiekt,-
witte Plek op ’t midden, en een bruinen
Band ten halve over de agterflen.
Deeze, gelyk de twee voorgaande en volgende
, zig in ’c Kabinet van haare Koninklyk
Sweedfche Majefteit bevindende, was uit de
Weftindiën afkomftig.
( 158)
(i j s ) Papilj» PItbejus Alis ititegéirimis, fupra fustis; fubtus
primoribus Ocello, pofticis lineis transvet fis undatis. M. L. U.
Syft. Nat. X.
( i j6) Papilio PlebejasAlii integerrimis fusco coerulescenti-
bus, fubtus Fasciis fuscis Ocellisque. M. L. U. Syft. Nat X .
, ( 1 J7) Papil» PItbejus Alis integerrimis fubfuscis ; Disco coui-
inuni altio ; Fascia poftica dimidiatl fusck, M, L. U. $yft4
Nat, X .
I, Déf.l . XI. Stuk. Aa 3