V.
A fdeel XXXVIII.
Hoofdstuk.
Zeven Klas-
lèn van Rupfen.
I.
II.
anderen vindt men, tuffchen die twee agterfte
en de zes voorfte Pooten, de overigen, meer
o f minder in getal, die dan den naam voeren
van tuffchen in geplaatfte of middel-Pooten.
De Heer R e aumu r verftaat met reden, niet,
waarom A l d r o v a n d u s , en Da hem J on.
g i ü s , deeze niet onder het getal der Pooten
willen begreepen hebben. De laatftgemelde
geeft ’er zelfs den naam aan van Nagels of Spy-
kers; even als of het Infekt zig daar' van niet
bediende, dan om zig vaft te houden: doch ’t
is blykbaar, dat de meeften daar ook mede
loopen. Zonderling is ’t , hoe zeer de Rups
deeze Pooten kan inkorten, zo dat zy in fom-
migen als geheel verdwynen, ja naauwlyks te
vinden zyn, even of zy geheel binnen ’t L y f
waren ingetrokken.
Het getal en de plaatziDg der Vleezige Pooten,
gebruikt de Heer R e aumur tot zyne
Verdeeling der Rupfen in zeven Klaffen of
Benden ; waar van de Eerfte de zodanigen
bevat, die het volle getal, dat is zeftien Pooten,
en dus agt Middelpooten hebben, aan vier
Ringen , die op elkander volgen. De grootfte
en die meelt voorkomen, behooren tot deeze
AfdeeliDg, welke derhalve ook rykft is in Soorten.
De Tweede en Derde Klaffe beftaat uit
Rupfen die maar zes Middelpooten, en dus
in ’t geheel veertien Pooten hebben. Het ver-
fchil deezer Benden neemt hy daar uit, dat
in de Tweede de Middelpooten Haan aan den
Ze-
B E R ü f S E N . *7
’Zevenden, agtllen en negenden, in de Derde V»
Klaffe aan den zesden , zevenden en agtften x x x v i l ï .
RiDg. In beiden zyn drie agtercenvolgende Hoofd.
Ringen zonder Pooten. In de Vierde Klaffe STÜK*
. IV* fchikt hy zodanige Rupfen met veertien Pooten 9
waar van ’er agt in ’t midden geplaatft zyn, en
wien, bygevolg , het agterfle Paar ontbreekt
Verfcheide Soorten van deeze Klaffe loopen naaj
agteren fpits,en hebben aldaar een of twee taa.
melyk lange Hoorntjes. De Vyfde Klaffe be- v.
Raat uit Rupfen die maar vier, en de Zesde vi,
uit de genen die maar twee Middelpooten hebben
, en , wegens haaren zonderlingen gang,
Landmeters o f Span* Rupfen genoemd worden(*)»
dewyl zy den Weg, dien zy afleggen, als fchy-
nen te meeten of gelyk met de twee Beenen
van een Paffer te befpannen. De Zevende o f t i l
laatfte Klaffe, eindelyk, bevat de zodanigen,
wien alle de Middelpooten ontbreeken , en die
gemeenlyk Motten genoemd worden.
De Rupfen der eerltgemelde Afdeeliogen, Gang des
die een taamelyk getal van Middelpooten heb-
ben, loopen op de manier der kruipende Dieren,
(*) Men kan zig naauwlyks van lachen onthouden, wan--
»eerj men deeze Soort van Rupfen, in een nieuw Werkje tos
oriderwys der Jeugd, 'Timmerman, of anders Stuk,-Timmerman
genoemd vindt, ik weet niet waarom de Veitaale*
van herzelve,de Franlche Woorden Geomttres <U Arpenuufts,
niet liever Meetkonfteuaars en Morgenlanders heeft overge.
zet; als wanneer de Stok - Timmerman den naam zou moetén
hebben van Morgenlander vp Jlvk> Arpenteufe en baton.
B