V.
A fdeel,
XL1II.
H oofdstuk.
CXIII,
Oxyucan'
tb*. Hoogftaart.
CXIV.
G lerace*.
Slaa-
Worra.
haaird, zwart, met roode en v/itte Stippen
fierlyk gefprenkeld.
(113) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprieten
, die een Zuiger heeft en gekamd is; de
Wieken afloopende, met twee Vlakken,aan
den dunnen rand blaauwagtig.
De Rups van deeze is oneffen, wit en zwart
bont, met een bultige Staart. Zy aaft op de
Melde , de Haagdoorn en Slee - Pruim hoornen.
(114) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprieten,
die een Zuiger heeft en gekamd is; de
Wieken afloopende; de kovenflen bruinagtig
met twee Vlakken en aan den agterrand
een tweetandige Streek.
In de Wortels der Moeskruiden,als ook van
andere Planten , onthouden zig zekere kaale
gladde Rupfen , die aan de zyden met een
zwartagtige Streep getekend, en van onderen
roodagtig zyn. Deeze worden gemeenlyk
voor Wormen aangezien, om dat zy de Wortels
(115) Phalana KoBua fpirilingiiis criftata, Aiis deflexis bi-
jnaculatis , margine tenuiorc cocrulefcente. A l b . Inf. T,
14. WlLK. Pap. 12. T. 1. c. I. R oes. Inf. X. Phal. II.
T. 33. Faun. Stuc, Ed. II. 1207.
(114) Phnlxna Kocht* fpitilingnis criftata, Al is deflexis fu-
perioribus fufcescentibos birüaculatis, ftriga marginis poftica
bidentatA. FM». Stiet. 871. Ed. II. 1197. m i k , Eht. I. T.
43. R e a um . Inf. ll, T. 39. f. 4. ALB. Inf. 27, T. 4e.
tels uitknaagen; doch het zyn inderdaad Rup- W
fen, met zeftienPooten,zeer vlug en z igfterkxLiliU
beweegende. Haar Verandering gefchiedt on-Hoofd-
derde Aarde. Men vindtze doorgaans in de
verdorde Slaa-Planten, en zy worden van de
Tuinlieden Eemten genoemd.
(115) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprie- cxv.
ten, die een Zuiger heeft en gekamd is; de Peuien-
Wieken afloopende, Roeftkleurig Afch- Woim*
graauw met twee Vlakken, van agteren
een bleeke Streek.
Van deeze, die zig onthoudt op de Erwten
en andere Kruiden, de Peulen van binnen uit-
éetende, is het Masker kaal en Roeftkleurig
met vier geele Streepen.
( 116) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprie- cxyr.
ten, die een Zuiger heeft en gekamd is; de'^'Zn de*"
Wieken afloopende gewolkt met een geele MellJe-
Schrap,
Op de Melde en Zuuring aaft de Rups , die
glad is en kaal, rosagtig met witte Stippen.
( 1 17 ) Nagtfn
s ) PbnUna KoBua fphilinguis criftata , Alis deflexis fèr-
tUgineo- cinercis bimaculatis , ftriga poftica pallida. Fan».
Snee. 878. Ed. II. 1206. Roes. In f. I. Phal. 2. T. 52, Wiek ."
Pap. 4. T. 1. a, 7.
(116) phaUna KoBua fpirilinguis criftata, Alis deflexis ne-
bulofts litura fulva f . Roes. Inf. I . Phal. 2. T, 31. Wilk .
PaP- 3i T. i, a a. Faun. Sust. Ed. II. Jipó,