y .
A fdeel.
. XLIII,
Hoofdstuk*
xciv.
Fejlucx,
Zilvet-
ylakje.
Tl . XCII,
Ï'Z- 7.
XCV.
Meticulofa,
Vieesag-
tige.
die een Zuiger heeft en gekamd is; de Wie*
ken afloopenden de bovenften geel en Roeft-
kleurig bont, met drie Zilveragtige Vlakken.
Het Nagt-Kapelleije met Goud en Zilver*
agtige Vlakken, dat de HeerRABEN, volgens
de Stokholmfe Verhandelingen, in Deenemar-
ken heeft gevonden , komt vry veel overeen,
niet alleen met die der aangehaalde Autheu*
ren, maar ook met dat Voorwerp in ons Land
gevangen, waar van wy de Afbeelding geeven
op P l a a t X C II. Fïg. 7. Men kan het wel
noemen het Europifch Gouddropjc: doch my
dunkt de naarii van Goud* o f Zilvervlakje veel
eigener te zyn: want de Vlakjes toonen zig
niet verheven maar vlak, ten deele Goud,
ten deele Zilverglanzig, niet onaartig uitmun*
tende op de bruine Kleur der voorfte Wieken.
Men zegt, dat de Rups kaal en groen is , zig
onthoudende op het vlottend Watergras.
( 95) Nagt-Kapel met ongepluimde Sprieten,
die
genteis. Al b , Inf t. 84. f. G. H. Wilk . Pap, 8, t. i. a 17.
PET. G*\. T. 7. f. 7. ^isi. Stoc\h. 174S. T, 6. f. 3. 4
Faun. Stuc, Ed. II. 1170. *
(95) Pbalan* ïlttfua fpirilinguis criftata ; Alis erofis pal-
lidis; fuparioribus Bafi incarnata triangulo fufco. Faun Stuc.
815 Ed. II. 1164. Goed, Inf, I. T, 56. Reaum. Inf. 1. r. 8,
f* 25. 26. £c T, 14. f. 12 , 13. List. Goed. f. 44, aIer.
die een Zuiger heeft en gekamd is; de Wie- V.
ken gekarteld bleek; de bovenflen aan het
Gewricht rood met een bruin driehoekje. H o o f d stuk.
G o ed aAr t heeft de Rups van deeze de
Vreesagtige getyteld, om dat zy zig op den
Grond laat vallen, even als de Lospoot* Beer
en andere, wanneer zy de minfte aanraakingof
beweeging, naby zig, gewaar wordt. L in -
R a e u s geeft er den zelfden bynaam aan.
R e a UM u r hadt de manier van Zuiging,daar
ik in \ breede van gefproken heb p in zoda- t Biadz.
nig eene Kapel waargenomen. Het fchynt I52*
my toe, dat het Masker, welk de Heer 1’A d*
ïaiRAAL de Konftantinopel-Rups noemt, en op
zyne XXII. Plaat a f beeldt, Veel van ’deeze
verfchillg., en dus verkeerdelyk door G e o f -
f r o y aangehaald zy op deeze Soort, wier Rups
die op allerley Moeskruiden , als ook op de
Brandnetelen , op de Violiereii en het Bingelkruid
aalt, ook, doch zeldzaam, in Swee-
den wordt gevonden. Zy is kaal en groen,
op zyde wit geftreept. R o e s e l geeft van
deeze Nagt - Kapel, die ongemeen fraay gekleurd
en'getekend i s , in zyn Vierde Deel»
op Tab. IX, de Afbeelding.
(96) Nagt-
% *• 24. DE geer. Inf. I. T. s, f. 14, ALB, Inf T.
13. Wil k . Pap 3. T. 1. a. 3,