V. een Kegel, zonder Knop of Knods, anderhalf
AXLfBL’ Duim laDS 9 het Dyf twee Duimen> en de
Hooa*o- breedte van de geheele Kapel is, ten mïnfte,
stuk. zeven Duimen Voetmaat. Z y heeft een lange
opgerolde Zuiger, die zwart is , gelyk de Sprieten,
het L y f geel.
lx. (2) Ridder-Kapel met gefiaarte Wieken, die
wederzyds zwart zyn, de werften wit
gebandeerd, de agterjlen met roode Wakken.
De voorde Wieken van deeze , hebben,
volgens L in n ^ us , een witten Band, be-
ftaande uit agt Ovaale Vlakken, die gefpleeten
zyn, buiten en behalve de overigen: de ag»
terfte Wieken hebben een dubbelen Boog van
hoogroodeVlakken, halfmaanswyze, met de holte
agterwaards gekeerd. Het Voorwerp bevondt
zig in ’t Kabinet van haare Koninglyk Sweed-
fche Majefteit. Die Kaapfche Kapel, welke
op ’t X X V III. Tafereel van ’t Vierde Deel van
S e b a , in Fig. 23 en 24, afgebeeld is , wordt
hier t’huis gebragt, doch ik begryp dan niet,
hoe R a Y deeze de allergrootjle of by uit [lek
groote zwarte Indifche Kapel kan noemen. Ik
heb ’er evenwel, doch zeldzaam, in deeze
Stad ook van zodanige tekening gezien.
( 3)
( i ) Papilio Eques Alis caudatis concoloiibus nigris, pri-
moribus fascii al ba, pofticis Macuüs rubtis. M.L.U. Syjt,
Papilio Indiea maximanigra. R.A Y, In /, 13+5c 137*
H ilh r .
Groote
Ooftüidifche
Pagie,