V, Deeze, welke wy het Glasvlerkje heeten,
XLnEL' is iu ons Wereldsdcel bekend , doch garufch
H oofd» nicc gemeen. R o e s c l hadt de Verandering
*tuk. niet kunnen waarnecmen : naderhand werdthem.
GUsvItrtje. . . v ^
van Zurig m Switzerland, de Afbeelding toe»
gezonden van de Rups, wier Eytje» aldaar in
Juny of ’t Iaat ft van Mey gevonden waren op
een Heefteragtig Gewas, dat men in Duitfcn-
land Haug.Kerfen noemt, veel gelykendenaar
de Kamperfoelie, en thans onder een zelfde
Geflagt betrokken (*). Doktor S copoli fchryfc,
in Karniolie, de woonplaats toe aan dergely-
ke ( f ) , hoewel hy niet zeker wift, of de Ver-
andcring reeds bekend ware. De Rups gelykt
veel naar die van de Mee-Krappe, en heeft ook
een rood Hoorntje op. ’t agter.end.
Het is ontwyfelbaar , dat R e a ü m d r deeze
o f dergelyke " G las vlerkjes op 't oog hadt,
wanneer hy,onder den naara van Papillon Moucbe,
Laar manier befchryft van brommende en vliegende
het Sap, even als de Onruft, welke hy Pa_ pillon Bourdon of Epervier noemt, uit de Bloemen
te haaien met haar Zuiger, die, dat zonderling
is, doo rG eo FFRoy ontkend wordt
te zyn in éébe Soort, van hetp genaamd le Spbinx Moucbe, daar hy maar één Kapelletje
van
( * ) Heek . Jtirfchen. linuerM frutfu 4II0 (y ru lr t , Jiv i
Xyh/lion, zegt de Schryvsr, doch bepaalt niet, of het de
Lonittr* X-jUJhum Tan L I N N JS V S , dm de PyrtnditA ly .
(t) Habitat in Lonicera , Scabiof». Enttmal. (Urn. p .iu .
Süenmorphfrjs occult*.
van fchynt gehad te hebben , en van die met
den Zuiger maakt hy een andere Soort, wel* XLJL
ke hy noemt de Groene Pyljta an met doorfchy- Hoofd»
nende Vlerken, zynde deeze'byna een Duim en 8TüK*
de andere nog geen half Duim lang geweeft. cUivtiHje.
HetgrooteGlasvlerkje van R o e s e l fchynt
in Europa nergens zeer gemeen te zyn; doen
in de Sweedfche Boflchen vindt men menigvuldig
een kleiner, dat meer gelykt naar een
By of Wesp, dan naar een Hommel. De Kenmerken
van hetzelve zyn: het Agterlyf geel,
met de RingeD, uitgenomen den eerften en vierden
, die t’eenemaal zwart zyn, zwart gerand.
Het Borftftuk met een geele Vlak op ieder
zyde. De Wieken Glasagtig dMrfchynende ,
met geele of bruine Adertjes en zwarte Zoomen.
De Sprieten zwart, van onderen wit, en de
Pooten gedoomd.
(29) Onruft-Kapel, die van agteren ruig is*c ™ * r‘miS'
met ten rojjen Gordel; de Wieken door* Mugagtig,
fchynende, zwar t gerand en gebandeerd.
Kamhoornig Nagtkapelletje met de Wieken
omtrent overal even breed en bruin, waa dit
Voorheen genoemd geweeft. Men vindt het
in Sweedcn, en in ons Land komt het ook
ibmwylen voor. Het heeft,- volgens de Afbeelfis
) Sfhinx Abdorainé baibato, einguló fulvo; Alis hyalinis
tóargine Eascidque nigris. Syjt. Nat. X . rhalatna Alis liftca?
tibus fuscis, Antennis peftinatis: m»s, F*»n. S*it, aïy.
I. DEEL. XI. STUK.