V.
A fdeel.
XLI. ■
Hoofd*
stok.
cLxxxvm
Mnttds,
I
ClïXXlt.
Pimhaus,
CXC.
Nauptiusi
rand en wederzyds zwart , de voorften
met tien witte Stippen , de agterjle
nut een geheel witte Plek beeft.
(i8§) Ongefchikte, die de Wieken rond mn
rand en wederzyds geel beeft, de voor.
Jlen in bet uitwaardfe gedeelte zwart met
een witten Band, de agterften met negen•
tien zwarte Stippen«
(189) Ongefchikte, die de Wieken rond mn
rand en ongekarteld, de voorften bruin
.met drie geele Vlakken, de agterjlen half
wit beeft i
De voorde Wieken hebben een kleine Vlak
binnen de tip; een groote dwarfe in het midden
; een langwerpige aan den Grondfteun. De
voorde helft der agterften is wi t, de ageerde
zwart, met een geelagtige Plek daar tulTchem
(I9 0 } Ongefchikte, die de Wieken rond mn
rand, langwerpig en bruin beeft, de vóór.
Jlen van boven met vier witte Vlakken,
de agterften met een witagtigen Band.
De
(188) Papilio Barbarus Alis rotuiidatis coheo’oribus flavis,
primoiibus extrorfurn Fafcia alba mgris ,poiHcispun£Hs noven-
decim nigris. 4. Syji. Nat. X ,
(189) PapiUt Barbarus Alis rotundatis integenïmis concos
loiibus; primoribus fulcis Maculis tribus flavis ƒ pollicis diim*
diato albis. 4. Syft. Nat. X,]
(ipo) PapiUt Barbarus Alis rotundatis oblongis fulcis, pri-
jnoribus fupra Maculis quatuor albidis, pofticis Fafda albidi.
4. Syft. Nat, X .
De Wieken van deeze zyn langwerpig; de
voorden, van onderen, met een langwerpige
Vlak aan den binnenkant.
( 191 ) Ongefchikte, die de Wieken ongekarteld
en wederzyds bruin heeft, de voor-
jlen met bleek geele Vlakken, de agterften
met bleek geele Streepen.
De voorde Wieken hebben drie Vlakken ,
die aan den tip famenloopéq; nog drie kleine
afgezonderde in ’t midden en twee langwerpige
aan den binnenkant: de agterden zyn bruin,
de geheele Oppervlakte over met geele ge.
vorkte Streepen,
(192) Ongefchikte, die de Wieken aan beide
zyden zwart heeft, met tien ovaals, geele
Stippen daar op verfpreid.
Die zelfde bynaam is aan een Europifch Ka.
pelletje gegeven.
Ik zal hier , als tot een toegift, de befchry-
ving plaatzen van een zeer aardige Esfequeeb-J
fche Kapel, my door den Heer 1’A dm i r a a l
daar toe geleend, en in Fig. n . afgebeeld.
Van boven is dezelve geheel zwartagtig, met
een groote Roozeroode Vlak op ieder voorde
Wiek
f l 9 t) Papilio Barbarus Alis inregerr'mis fubconcoloribus
fulcis; primoiibus huco-macuiatis j pofticisa kuco-ftriatis 3.
Syji. Nat. X .
(192) Ptjrpilio Barbarus Alis nigriscoucoloribus, pimftisdsr
Cgm flavis ovatis fparfts, Syft. Nat* X ,
l deel xi. sxuk. B b 3
Afdeel
XLI,
Hoofd
stok.
excr.
Ixiiion.
OXCII.
Idas.
Pi.
LXXXIX.
Fig. I I .