AfÖEgt* XLI.
HOOFDE
STU K*
CLXUÏ.
Proteus.
VMlir.dHïfb
overdwars, die ia fommigen grooter is , gelyïq
ook' de Kapel zelve, die tevens breeder Zoomen
heeft. Dit hieldt by, in’t ecrd, vooreenc
Verfcheidenheid van Sexe; maar naderhand
heeft h y , door de Paaring, het tegendeel ont-
dekt. Men vindt dit Kapelletje, omflreeks Pa-
rys, in de Herfd, zeer menigvuldig op de
Velden (*).
In de Afbeeldingen van P e t i v e r , welke
door deezen Heer zyn aangehaald ( f ) , worden
de twee eerden onderlteld Man cd Wyf te
zyn ,en Fig. 8 van 'Fig'. 7 onderfcheiden door twee
zwarte Screepen, by den voorkant der. voorde
Wieken. Ook zyn in deeze, z e g t h y , de
Gouden Ruitjes minder blykbaar, en veeleer
famenvloeijende tot een Plek. De eerde wordt
aldaar genoemd the Checkered Hogg en Fig. 8
1fhs Check er-like Hogg of Ruitswyze gefchakeerd,
en Fig. 9 the Str&akt Golden Hogg; dat is het
gedreepte Gouden Varken. De dikte van den
Kop zal mooglyk aanleiding gegeven hebben
tot dien zonderlingen naam.
(*63) Kapelletje, dat de Wieken geflaart en
, bruin met gevenßerde Vlakken, de Sprie*
aan 't end baakig beeft,
Op
(*) Hiß dis -ïnfi env. Paris. TOM. II. p. 66,
-f4) Gazspb. Tab. XXXIV. Fig. 7 , g f 9,
<! Ä JJ Papilio PUbSjus Alis caudatis fuscis, Maculis tene.
fttaris,. Aatoaws uncinntis, % l>* ü. Meiuan. Sur, T. i| |,
f j \ ; '
Op het. Gras van Amerika onthoudt zig dee- V.
z e , volgens Juffrouw M e r i a n . Men vindt
’er veele Verfcheidenheden van in de Indiën, Hooin-
zo ten opzigt van de Kleur, als van de gedaan- STÜ1C*
te der agterfte Wieken, en inzonderheid dat
fommigen onged^art, anderen geheel graauw
zyn, zonder dcorfchynende Vlakken.
(164) Kapelletje, dat de Wieken rondagtig, cxxiv.
glinflerend zwart met witte randen heeft,
den Eek en Aars rood.
De aangehaalde Figuur van P e t i v e r wordt
genoemd , Pekzwarte Nagtkapel van de Philip-
pynfche Eilanden, met den Hals, Staaft en
de tippen der Wieken Goudkleur.
(16 5 ) Kapelletje, dat de Wieken rondagtig c l x v :
en bruin, aan den Grondftem groen-beeft ; Kzt^hiifch
de agterflen van onderen met. een Melk-
witten Band,
Van P e t i v e r wordt dit Karolinifch Kapelletje
aangemerkt als een nieuwe Soort, wegens
de haakige Sprieten, of als een halfflag
van Dag- en Nagtkapellen.
(i<5<5)
(164) Papilio Plebejus Alis rotuuclatls atris nitentibus niar-
gine albis, Ore, Anoijue rubris, M.L. U. Pet. Gaz. T. 45.
f..n. i
(i6$) Papilio Plebtjus Alis 1 rotundatis fuscis Bafi virenti-
bus, pofticis fubtus £ascii Lad;eê, Mer» Sur. T. 4.4,Pet. Gaz,
T. f. s.
I. Deel. xt. Stuk. A a 5