V. de omgekrulde Zuiger, tüsfchen de Baardjes,
Ü f -d ie deeze Snuit famenftellen , verborgen zit.
Hoofd- ieder Baardje, zegt hy, is een plat Plaatje,met
stuk. jergelyke Schubbetjes als de Wieken bedekt, zo
aan de buiten, als aan de binnenzyde. R oe-
s e l heeft waargenomen , dat het komt van
een aartig groen Rupsje, ’ t welk men, in de
Zomer, overvloedig op de Hoppe vindt, daar
men het Ugtelyk uit kan fchudden, en, dus op
den Grond gevallen , fpringen zy een langen,
tyd, met geweld. Men zalze, zegt hy, altoos
verftrooid , en nooit troepswyze by elkander
aantreffen : des dit ten onregte aan de Nagt-
Kapelletjes van deeze Bende toegefchreeven
wordt.
ccxxtc. C2S°) Gefchaarde, die de Wieken bleek en glad
Farficalis^ °
Gemgdc. i heeft, met Roejikleurige Streef en fchuins
buitenwaards, en een Schrapje op de voor-
Jlen.
De Wieken zyn, in het zittende Kapelletje,
Dakswyke famengevoegd, en maaken dus dat
het zeer hooggerugd is. De Rups aalt, vol*
gens R raumur , op de Kool.
(231) Ge»
(530) PhaUnt, Pyraiis, Alis glabris pallidis, lineis Ferru.
gineis letrorlum obliquatis ; liruii anterioris. Faun. Snee. 88o.
R eaum . /»/. I. T. 16. f. 13 , 14, Faun, Suec. Ed. II.
*352. '
Gefchaarde .d ie de Wieken glad en bleek. V.
MpW , , , , r j Afdeel.
eenigermaate gebandeerd heeft, van oncte- XIjIIl
ren met bruin gegolfd. H oofd.
Zeer veel overeenkom!! heeft dit Kapelletje,
in grootte en gehalte, met dat het welke hier Loodreg- _
voor befchreeven en in Rig. 12.. is afgebeeld-
Dewyl de Rups, insgelyks , een Bladroller
is der Brandenetelen, zou men haalt denken,
of het maar een enkele verfcheidenheid ware;
indien niet de Verandering zo veel verfchilde,
dat R oesel daarvan twee byzondere Soorten
heeft gemaakt. De Rups, ook , is veel
grooter, en geheel groen van Kleur.
( 2 5 2 ) Gefchaarde, die geen Zuiger vertoont, c c x r .xn
hebbende de Sprieten omgekromd, de Wie-r 'J J ‘" a'
ken Afchgraauwagtig , op de kant eeni- «n de
' gerinaaté zwart gebandeerd. heid.
In Boter en andere Vettigheid komt *hec
Rupsje , dat deeze Kapel uitlevert, binnenshuis
en in de Keuken , in Sweeden , dikwils
voor; volgens de Waarneeming van den Heer
R oe a n d e r , die hetzelve omltandig heeft
be-
(231) Phaltria Pyraiis , Alis glabris pallidis fubfafciatis ;
fubtus fufco undatis. Faun, Suec. 865. Ed. II. 1353- MER.
Eur, T.. 88. f. infima. R oes. Inf I. Phal. 4. T. 4. REAUM, “*
Inf, II. T. 19. f. 1-5. WlLK. rap- 24. T. 3. a. 16.
(232) PhaUna Pyraiis, elinguis recurvicornis 5 Alis cinera-
tis coftS. nigro iubfafciata. Faun, Suec, 915. Ed, II. Ijs®.
R o l a n d . Stoc\h. 1755. P< 51- T. 2.
I. Deel. Xi, stuk. * y 3