V.
At DEEL,
XU.
Hoofdstuk.
Koninginnt
Tekening
van de Kapel.
hoewel deeze Oranjekleurige Hoorntjes zeer
flap zyn , geeft de Rups daar door een fterke
Reuk uit, welke naar de hoedanigheid der Krui.
den, mooglyk , die zy e e t , zal verfchillen.
Juffrouw M e a i a n , immers , noemtze aangenaam
, en F R i s c h , in tegendeel, onverdraag«
ly k ; geevende, deswegen, aan deeze Werk-
tuigen den naam van StinkhoorneD* Het Mas.
ker,- levendig in WyDgeeft geworpen , fteekt
dezelven zo ver uit, als mooglyk is , en haalt-
ze dan niet geheel terug; zo dat menzie dus altoos
, als een Y agter den Kop maakende, kan
befchouwcn.
De Grondkleur der Wieken van deeze Kapel
is j aan beide zyden, Zwavelgeel ; aan de
bovenzyde,zo wel op de voorfte als de agter-
fle Vleugelen, zwart gerand; doch dit zwarte
is op de eerftgemelden met éen foort van geel
Stof, en met een blaauwagtig Stof op de laat-
ften, gepoeijerd. Door het Geel loopen vèr-
fcheide zwarte Streepjes, en bovendien is de
Oppervlakte der agterfte Vleugelen getekend
met twee Vlakken die Oranjekleurig zyn , wel-
ke wéderzyds een foort van Oog maaken, met
blaauw geringd, naby het Agterlyf , dat van
boven zwartagtig is , van onderen bleek geel.
Sommigen hebben de Wieken niet zwart, maar
bruin gerand en gebandeerd. Die zwarte of
bruine zoom is , in veelen , regelmaatig gete*
kend met geele en met Hemels-blaauwe Vlakken
ken, op de agterfte Wieken, waar aan twee V.
taamelyk ipitiè punten zyn. XLJEI*
Doorgaans is dit, in de Nederlanden , een Hoof'd-
zeldzaam Infekt. Men berigt my, dat, in ’t jaar r, STUK'
Koninginnt
176 4 , veele Rupfen daar van op het Loof der Pa&>e,
geele Wortelen, in Overyflel, Gelderland en het
Sticht,gevonden werden;als wanneer ook ee-
nigen van deeze fchoone Kapellen, omftreeks
de ftad Utrecht, gevangen zyn; doch in de volgende
Jaaren heeft menze wederom in die Provinciën
, hoe naauwkeurig men zogt, niet aan-
getroffen. In Holland zyn zy byzonder zeldzaam.
Milfehien zal een laate Zomer en een
natte Herfft, gelyk wy hier dikwils hebben,
voor haare Verandering ongunftig zyn : want
F r T s c H verhaalt, dat de Poppen van deeze
Rups, die in July waren aangehecht,In Augustus
uitkwamen; doch, van die laater veranderd
waren, kwamen de Kapellen niet voor December,
of in February en dieper in ’t volgende
Ja a r, te voorfchyn. De Pop is in ’t eerft:
groenagtig gelyk veele anderen , maar wordt
allengs Afchgraauw van Kleur.
(28) Ridder-Kapel , die de Wieken gejlaart xxvnr.
en wederzyds geel heeft t zwart gebandeerd en Ant,Uekus*
gerand, met witte Staarten , die zo lang
zyn als de Wiek.
(2$) PapilioEques Alis csudatis concolöribus fiivls, Paj-
ciis margineque nigiis, Caudis «Ibis longitudine Alx. Syjl.
Nat. X , Papilio caudams maximus, ftriis usnbrisque nigtis,
JE T .Muf. jo. n. sos. CATEsB. Carel. II, T. $3,-
1, De e l , XI, Stuk, O