V. voor menigvuldige fborten van Mekten, Op
A^ '|Et” deeze lege de Kapel, door een ingefchapen
Hoofd- zorgvuldigheid, haare Eyeneh , gelyk ook opde
stuk. g 0ppe . welke beide Planten tot Voedzel kun»
Jpa* iW'° og'mn dienen voor de Rupfen, die zwart zyn,
doch met witte Stippen als met Paaiden be.
ftrooid , en fterk gedoomd , met roodagtige
middelpooten. Deeze Rups h<?eft de eigen,
fchap, dat z y , geplaagd wordende of aangeraakt,
den Kop agterwaards om (laat, en te
gelyk eenige Druppelen van een groen Vogt
tot den Bek uitgeeft, als’t ware om haar Vyan-
den af te weeren. M’ffehien , ook, wordt
hetzelve, alleen!yk , door de omdraaijing van
den Hals, tot den Slokdarm uitgepcrfl.
Die Rupfen keven in gezelligheid, tot dat
de tyd der Verandering nadert, en dan zoeken
zy een overdekte plaats, ’t zy aan een Afdak,
Schutting, Boom, of Plant, om zig op te hangen
; alwaar men ook de Poppen , welke zeer
naar die van de groote Aurelia gelyken, doch
groênagtig zyn met Goudglanzige Stippen , moet
zoeken. In de tyd van veertien Dagen komen,
by Zomer, als 't warm Weer i s , de. Kapellen
uit; d o c h , wanneer de Rups laat verandert,
blyven de Poppen wel den Winter over , en
dit doen zelfs ook dikwils de Kapellen , die
•wat-laat in de Zomer uitgekomen zyn. Men
kanze. dan , fomtyds, door fterk ftooken en
zwaare Rook , uit de Boeren fchoorfteenen
jaagen, of vindtze ook wel in holle Boomen