4 5 * B £ s e fi a Y v i N c VAtf
V. door L i n n m u s aangehaald wordt, onmoojL
lyk deeze kan zyn. Ook hadt de Heer d e
Höopd G eer aangemerkt, dat noch deeze Rupfen,
stok. noch (}e Kapellen, doof hem , by eenig he-
#ï7r?.'Pyi dendatgfch Autheur gevonden waren. Hec
Werk van R o s s é l , waar in dezelve zeer
omftandig afgebeeld en befehreeven worden,
hadt hy , waarfchynlyk, niet gezien.
D«iupi. Een ongeloofiyke moeite heeft het den laatft.
gemelden gekod, om de Verandering van die
Infekt Da te fpooreD. Het Masker Doemt hy,
de gejiaarte, feboone, groen, geel, wit en bruin
gejlreepte Dennen. Rups , met den Sprinkbaanen-
Kop. Om te oordeelen, of de Soort, welke DE
G e e r waargenomen heeft, met deeze over*
eenkomftig z y , zal ik deszelfs befchryving hier
invoegen. ,, De Rups, (zegt zyn E d .) , is
„ groot,derdhalf Duim lang zynde, doch een
„ weinig miDder dik dan die van het Waldroo,
* niïdz. „ zo eveu gemeld *. De Kleuren van haar L y f
446* „ loopeD zodanig door malkander, dat men die
, , Daauwlyks wel kan befchryven. Het is efen
f nut „ foort vaD paarfch f , met vuil wit gemengeld,
„ en op de Rug heeft zy Witagtiger Plekken',
,, zynde het ondeide van het L y f ook vuilwit,
, , met een flaauwe fchyn van paarfchkleur of
Purper. Bovendien heeft deeze Rups, op
, , ieder Ring, verfcheide zwarte Voortj.es.of in-
„ faydingen overdwars, die hot boven de van
, , haar L y f zeer rimpelig maaken. Van onde-
„ ren ziet men ook veele zulke Voortjes, dóch
„ op
I.) E p n S T u 8 T £ H. 453
on de zvden loopen dezelven overlangs, en V.
t, op den agter-rand van het hovende der Rin-
** gen, vertoonen zigeenige langwerp;g Ruits- Houm-
** wvze, zwarte Vlakken. De fcheidingen der stük*r
Ringen zyn zeer diep. Het agtertte van de Jiüéirt.
”, Rups is met zwarte flippen gepointilleerd en
* het Pyltje geheel zwart, ruuw en hard als
„ Hoorn. Boven op den voorden Ring vct>
, toont zig een Ovaal Hoornagtig Plaatje , dat
geel is , met vier groote zwarte Vlakken, en
de Lugtftippen zyn Oranje * Kleur, met eeu
„ zwart Kringetje. De Kop is groot, van voo.
, ren plat, donker geel , van boven byna
„ bruins en op ieder zyde met een zwart
„ Streepje. De ze? Hoornagtige Pooten zyn
„ Citroen* geel, de Vleezige vuilwit.
,, Deeze Rupfen hebben zeer derke, zwarte
„T an d en , waar van z y , als menze plaagt of
„ verontrud, zig bedienen om te byten. Zy ly-
den naauwlyks , dat men haar aanraakt,en
krommen, als menze tufichen de Vingeren
, , heeft, het voorde van het L y f met geweld,
, ten dien einde, om. Haar Huid is vad en
„ hard op ’c gevoel. Zy loopen zeer gebrek»
, kelyk op een effen vlakte, een Tafel by
, voorbeeld; zy kunnen de haakjes der Pooten
„ daar niet aanlachten, èn vallen zelfs alsdan
„ dikwils ’c onderfte boven. De Poppen zyn
„ roodagtig bruin of Koffykleur, en verfchil.
„ len weinig van die der andere Pyldaarten ?*,
De Kapellen , welken gemelde Heer, in